Tour de Fans

Het beëindigen van het sponsorship van de Rabobank Wielerploegen was ontegenzeggelijk het belangrijkste (sponsor)nieuws van de laatste tijd. Ongelofelijk hoeveel aandacht er aan werd besteed. Het leverde de Rabo veel meer millimeters, seconden en tweets op dan de val van de banken en de Libor-affaire tezamen (!), twee kwesties die een veel grotere impact hebben op de samenleving dan het stoppen met een wielerploeg. Zo krachtig (en gevaarlijk) kan sponsoring voor een merk zijn.

Er werd in de media veel aandacht besteed aan de rol van de sportjournalistiek. Hoe is het toch mogelijk dat zoveel wielrenners doping gebruiken en dat geen journalist (op één na) daarover heeft bericht? Volgens de journalistiek zelf komt dat doordat de meeste sportjournalisten worden gedreven door liefde voor de sport. Het zijn fans met een typemachine die niet willen weten van helden die oplichters zijn.

Hoe zit dat eigenlijk met sponsoringadviseurs? De parallel is snel getrokken. Want ook in dat beroep worden de meesten gedreven door hun passie voor sport (of muziek of kunst). Het zijn fans met een marketingboek die niet willen weten van de minder ‘romantische’ kanten van (top)sport.

Ik heb het ge-fact-checkt: niet één keer heeft de Rabobank van hun sponsoringadviseurs het gevraagde of ongevraagde advies gekregen te stoppen met de wielerploeg. Dat is op zijn minst opvallend te noemen, zeker na de Rasmussen-affaire, toen het merk al hevig onder druk kwam te staan. Het is achteraf makkelijk praten, maar raadgevers hadden kunnen en moeten anticiperen op nog zwartere scenario’s, die er ook kwamen. Het is ook wel weer te begrijpen, want het is de vervolgopdracht (het organiseren van evenementen voor de activatie van de sponsoring) die het voor die bureaus interessant maakt. Never bite the hand that feeds you. Zeker niet als het je eigen hand is.

Passie speelt in ons werk een belangrijke rol. Passie maakt het marketinginstrument sponsoring zo sterk. Die emotionele connectie vormt vaak het startpunt van een groot sponsorship (cynici noemen dat hobbyisme). Zoals Rabobank in 1996 besloot te investeren in wielrennen (Wijffels), zoals ING eerst voor hardlopen (Kist) en daarna voor Formule 1 (Tilmant) koos, Delta Lloyd ging zeilen (Hoek) en Aegon op het shirt van Ajax (Van der Werf) terecht kwam. Post-rationalisatie deed de rest. Zijn het daardoor slechte sponsorships geworden? Zeker niet. Al eindigen veel van die liefdes toch anders dan verwacht.

Met professionele distantie adviseren over een onderwerp waar jouw opdrachtgever en jijzelf een goed gevoel over hebben. Dat is de kracht van de echte onafhankelijke adviseur. Lange voor korte termijn. Duurzaamheid voor quick wins. Wisdom over fandom. Maar nooit zonder passie.

Column verschenen in SponsorTribune, november 2012.

Schijn vermijden

Sponsoring is een grote markt, waar in Nederland ieder jaar tussen de 800 en 900 miljoen euro in omgaat. Dat is veel geld, dat gaat om veel arbeidsplaatsen, dat heeft invloed op het dagelijks leven in ons land. Het is een serieuze markt, maar met naar verhouding weinig kramen. Het lijkt eerder een toneelstuk met een hoop dubbelrollen.

Er is een sponsorgoeroe die bedrijven adviseert over de besteding van geld aan sponsorprojecten en die eveneens raad geeft aan dezelfde gesponsorde partijen. Er is een boegbeeld dat de vakjury van een prestigieuze prijs voorzit, spreekbuis is voor die prijs en vervolgens de prijs voor een van zijn klanten in ontvangst neemt. Er is een toonaangevende sportmarketeer die een bond adviseert, de hoofdsponsor van die bond met raad en daad bijstaat, de sponsor van een groot commercieel team advies geeft, het team leidt en ook nog eens de belangen van de belangrijkste atleet van dat team en de sport behartigt.

Iedere insider in het kleine sponsorwereldje kent de namen bij de bovengenoemde voorbeelden. Het gaat om respectabele mensen, die met hun lange staat van dienst hebben laten zien dat ze integer opereren. Bovendien geldt bijna voor iedere markt in Nederland dat ze wordt bestierd door een kleine groep kramers.

Is het dan een probleem? Voor outsiders wel, want die krijgen de indruk dat er van alles wordt geregeld. Dat zaken niet objectief en eerlijk gaan. Dat de mores in het wereldje niet erg hoogstaand zijn.

Het komt de professionaliteit van een markt ten goede als er een duidelijke scheiding is tussen belangenbehartigers. Zo mogen onroerend goed makelaars nog slechts de kopende of de verkopende partij vertegenwoordigen en advocaten de ene of de andere partner in een echtscheiding. Dat was eerder niet het geval, maar de overheid vond het beter om bij voorbaat alle schijn te vermijden. De integriteit van alle professionals ten spijt.

Wij hoeven niet te wachten op de wetgever. Af en toe nee zeggen is een veel betere oplossing.

Column verschenen in SponsorTribune, februari 2012.

Bedreigingen of kansen?

Volgens Sponsor Magazine bereiken we in 2009 in Nederland het magische bedrag van 1 miljard euro dat in sponsoring wordt geïnvesteerd. Ruim meer dan de helft daarvan wordt besteed aan sportsponsoring. Ondanks de enorme concurrentie binnen dit veld, blijven de investeringen in sportsponsoring maar groeien. Het blijft de sector waar de belangrijkste ontwikkelingen plaatsvinden, die ook het meest zichtbaar zijn en daardoor in belangrijke mate de status van sponsoring in Nederland bepalen.

Moderne sportsponsoring startte in het begin van de jaren zeventig. Je zou mogen verwachten dat de groei van enkele miljoenen guldens die in die beginjaren werden besteed tot de 1 miljard euro anno 2009 ook tot enorme veranderingen in sportsponsoringadvieswereld zouden hebben geleid. De praktijk leert anders.

Het adviseren in sponsoring begon in het begin van de jaren zeventig door mensen als Harry de Haas, Maarten de Vos en Frank van den Wall Bake. Die bureaus – Haas Sport, Top Sports Group en Trefpunt – zijn nog steeds actief. In de jaren daarna zijn er allerlei andere bureaus ontstaan, zoals Pro Sport, TBWA\Brand Experience Company dat de eerste jaren Sponsor Company heette, Triple Double, House of Sports en Players United. Zij hebben allen een positie op de markt veroverd, maar als je hun activiteiten en werkterreinen analyseert, kenmerken de meeste partijen zich eerder door verschillen dan door overeenkomsten. Er zijn ook bureaus verdwenen, zoals een grote en gezichtsbepalende partij als GLP, of van positionering veranderd, zoals Xsaga van Henk Koenders dat voorheen de Sponsoring Adviesgroep was. In die dertig jaar zijn er uiteraard ook tientallen andere adviseurs actief geweest, veelal in de vorm van eenmansbedrijven, waarvan het meerendeel niet meer bestaat.

En wat staat ons nog te wachten? Wat gebeurt er met Trefpunt, al jarenlang het bekendste bureau in de markt, nu het vertrek van Henri van der Aat onontkoombaar lijkt? Wat gebeurt er als bureaus als Triple Double en House of Sports worden overgenomen door ondernemingen die sport zien als een interessante sector voor groei, maar minder interesse hebben in sponsoring als discipline? Wat gebeurt er als nestor Frank van den Wall Bake besluit om het echt rustiger aan te gaan doen?

De sportsponsoringadvieswereld zou daarmee een aantal gezichtsbepalende spelers kunnen verliezen, terwijl de opvolgers zich nog niet hebben aangediend. Is het een bedreiging of juist een enorme kans? Het lijkt het ultieme moment voor een investeerder om een bureau te creëren dat de nieuwe marktleider in sportsponsoringadvies gaat worden.

Column verschenen in Sponsor Magazine, mei 2008.