Ideaal vehikel voor commercie

Ondernemingen benutten de Oranjegekte om nieuwe producten in de markt te zetten. Ze hopen vooral dat het Nederlands elftal ver komt op het EK. Mooi of sportief voetbal is van secundair belang.

Door Sander Heijne

“Uit onderzoek blijkt dat consumenten een sponsor de negatieve zaken, zoals doping, niet aanrekenen.”

Iedere avond bidt Henk Spaan op zijn knieën tot bondscoach Bert van Marwijk, bekende de voetbalcolumnist onlangs in Het Parool. ‘Bert, verlos ons van de schaamte, amen.’

Spaan tilt nog altijd zwaar aan de wijze waarop Nederland zich in de zomer van 2010 de WK-finale bereikte. Resultaatvoetbal is een spelletje voor Portugezen, schrijft Spaan. ‘Het Nederlands Elftal zal moeten voetballen in de eigen traditie en cultuur.’

Puristen als Spaan vrezen dat Van Marwijk en zijn manschappen de goede naam die het Nederlandse voetbal sinds het WK van 1974 heeft opgebouwd te grabbel gooien. Wie de redenering van Spaan doortrekt, ziet Oranje liever in schoonheid sterven in de poulefase dan met zakelijke overwinningen de finale te bereiken. Oftewel, liever een herhaling van Euro2008 dan het WK van 2010 in Zuid-Afrika.

Economisch snijdt het betoog van Spaan geen hout. Sportbond KNVB is uitgegroeid tot een miljoenenbedrijf, met het A-merk Nederlands Elftal als belangrijkste product. Honderden binnen- en buitenlandse ondernemingen grijpen de Oranjegekte aan om nieuwe producten in de markt te zetten. Sponsors betalen de KNVB miljoenen om hun logo’s op de shirts van Oranje af te mogen drukken. Als het Nederlands Elftal ver komt in een toernooi, zijn de sponsors langer in beeld.

‘Het geld dat sponsors aan voetbal uitgeven komt uiteindelijk uit de zakken van de voetbalkijkende consument’, zegt sponsordeskundige Frank van den Wall Bake. ‘Dus natuurlijk is het voor de sponsor belangrijk dat voetbal aantrekkelijk blijft voor het publiek.’

De aantrekkingskracht van voetbal wordt door meer bepaald dan de speelwijze alleen. Tijdens het WK in Zuid-Afrika – het toernooi waar Spaan zich zo voor schaamt – trok het Nederlands Elftal iedere speelronde meer kijkers. De halve finale en finale werden door ruim twaalf miljoen Nederlanders live bekeken. Wereldwijd volgden vele honderden miljoenen voetballiefhebbers de eindstrijd.

De marketingafdeling van ING Nederland volgde de prestaties van Oranje op het WK in Zuid-Afrika dan ook met genoegen. De bank was een half jaar eerder hoofdsponsor geworden van het Nederlands Elftal. ING wil met het sponsorschap laten zien de bank voor alle Nederlanders te zijn. ‘Dan beleef je natuurlijk een vliegende start als Nederland direct op het eerst volgende toernooi de finale haalt’, zegt woordvoerder Jeroen Baardemans van ING.

Het risico op imagoschade voor de sponsor door onsportief gedrag van een sportploeg is klein, zegt sponsorexpert Marcel Beerthuizen. ‘Uit onderzoek blijkt dat consumenten de sponsor negatieve zaken, zoals doping, niet aanrekenen.’ Beerthuizen vermoedt dat hetzelfde geldt voor de speelwijze. ‘Of denkt u dat shirtsponsor Samsung van Chelsea nu minder telefoontjes verkoopt omdat de Londenaren de Champions League met verdedigend voetbal hebben gewonnen?’

Resultaten zijn voor een sponsor belangrijker dan de speelwijze, zegt ook Hoofd Sponsoring Milena van Not van Unilever Benelux. Unilever is al zes jaar sponsor van het Nederlands Elftal en gebruikt het contract  vooral om merken submerken Calvé, Lipton en Rexona te promoten. Van Not: ‘Natuurlijk willen wij het liefst dat het publiek uitsluitend positief is over het Nederlands Elftal, maar de Oranjegekte blijft.’

Ze refereert aan de huldigingen van het Nederlands Elftal na het WK van 2010 en van Feyenoord na het behalen van de tweede plaats in de Eredivisie. Allemaal extra positieve publiciteit voor de sponsor.

Unilever is dit jaar relatief laat begonnen met acties rond het Nederlands Elftal. Het levensmiddelenconcern trapte op 22 mei, drie weken voor aanvang van het toernooi, af met spotjes voor Geluksvogels en Spelersvogels. Op dat moment waren al zeker 120 andere EK-acties in volle gang.

‘Bij voetbal is de voorpret heel belangrijk’, verklaart sponsorexpert Beerthuizen de timing van de acties. ‘De Olympische Spelen gaan pas echt leven als er medailles worden gewonnen, bij voetbal komt de stemming veel eerder los.’

De gekte vooraf maakt grote voetbaltoernooien tot een ideaal vehikel voor de commercie. In de weken voor het EK weten bedrijven zeker dat ze kunnen meeliften op de populariteit van Oranje. Als het Nederlands Elftal ver komt, lopen de acties met bijbehorende extra omzetten langer door. Maar het is geen drama als Nederland vroegtijdig wordt uitgeschakeld, de beoogde extra omzetten zijn dan behaald.

‘Hoe Nederland uiteindelijk speelt op het toernooi maakt weinig uit’, zegt Beerthuizen. De spanning en de vreugde over eventuele goede resultaten compenseren een eventueel gebrek aan goed voetbal ruimschoots. ‘En mocht het straks allemaal mislopen in Polen en de Oekraïne’, relativeert de sponsorexpert, ‘dan kijken sponsors en publiek over twee jaar toch weer even reikhalzend uit naar het WK in Brazilië.’

De kans dat Bert van Marwijk de smeekbedes van Henk Spaan verhoort is klein. Als manager van A-merk Oranje heeft hij daar in ieder geval geen enkele prikkel voor. Want één ding weet Van Marwijk zeker: Hoe Oranje ook speelt op het EK, ook Henk Spaan zal op 9 juni om 18 uur gespannen klaarzitten voor Nederland – Denemarken.

Dit artikel is verschenen in de EK Special van de Volkskrant op 2 juni 2012.

Over Oranje, Euro 2012, acties en gadgets

In het Radio 2-ochtendprogramma ‘De Heer Ontwaakt’ besteed Sander de Heer de komende weken veel aandacht aan het Nederlands Elftal en de Oranjekoorts.

Op maandag 21 mei werd ik geïnterviewd over acties en gadgets uit heden en verleden.

Hier vind je de verschillende fragmenten uit deze ochtendshow.

Een klein land als grootmacht

Na de succesvol verlopen Olympische Spelen van 1928 heeft het vele decennia geduurd voordat Nederland weer een groot meerdaags sportevenement organiseerde. De Gymnaestrada in 1991 en de financieel geflopte Wereldruiterspelen in 1994 waren grote evenementen, maar het eerste echte evenement dat Nederland weer op de kaart zette, was Euro 2000 dat Nederland samen met België organiseerde. In de maanden voor dat EK Voetbal was er veel scepsis onder pers en publiek. Kunnen wij dat wel aan, wat kost het wel allemaal niet, levert het wel iets op, krijgen we geen problemen met hooligans? Die negatieve verwachtingen bleken ongegrond. Euro 2000 werd een voorbeeld van wat een klein land allemaal kan. Een geoliede organisatie, geen rellen, een enorme goede sfeer in de vier Nederlandse speelsteden, positieve reclame voor voetbal en aanzienlijke inkomsten voor de schatkist vanwege de vele tienduizenden voetbalfans die ons land bezochten. Ook de FIFA en de UEFA waren onder de indruk, met als resultaat dat Nederland ook het WK onder 20 in 2005 en het EK onder 19 in 2007 mocht organiseren, wederom vlekkeloos.

Inmiddels is ook de overheid overtuigd van de positieve invloed van grote sportevenementen. Dan gaat het niet alleen om de economische impact voor de schatkist en het bedrijfsleven, maar ook om de positieve energie die er ontstaat onder de bevolking en de versterking van het ‘merk’ Nederland. De overheid toont zich ook bereid te investeren in het aantrekken van grote mondiale sportmanifestaties.

Vandaar dat de KNVB zich, wederom samen met de Belgische KBVB, heeft gekandideerd voor het WK Voetbal in 2018. En NOC*NSF werkt aan het Olympisch plan 2028, dat uiteindelijk tot doel heeft de Olympische Spelen opnieuw in ons land te organiseren. Het is interessant deze twee initiatieven nader te beschouwen.

Het Olympisch plan gaat om dit moment vooral meer om de weg naar het doel dan het doel zelf. De komende jaren worden gebruikt om het sportklimaat in ons land te verbeteren. Daarvoor ontwikkelt NOC*NSF in samenwerking met bonden en overheden allerlei initiatieven, zowel op het terrein van topsport als van sportontwikkeling. In samenspraak met verschillende ministeries wordt gekeken wat het organiseren van de Spelen voor een invloed heeft op de infrastructuur van ons land. Alle initiatieven leiden tot een ijkmoment in 2016, waarop wordt bepaald of het zinvol is om daadwerkelijk tot kandidaatstelling voor de Olympische Spelen 2028 over te gaan. Of dan Amsterdam of Rotterdam als ‘host-city’ wordt aangewezen, is nog een interessant discussiepunt. Hoe dan ook, als de Spelen hier komen, zullen er op allerlei plaatsen in het land evenementen worden georganiseerd, zoals dat ook in 1928 al het geval was.

De KNVB is veel verder in het proces, uiteraard gesteund door het opgebouwde trackrecord in de afgelopen jaren. De Stichting Kandidatuur WK 2018 heeft zich namens de KNVB en de KBVB officieel aangemeld bij de FIFA. In december 2010 bepalen de 24 leden van het Executive Committee van de FIFA aan welke landen het WK van 2018 en van 2022 wordt toegewezen. De concurrentie is hevig. Naast Nederland en België hebben zich onder andere ook Engeland, Spanje tezamen met Portugal, Rusland, Australië, de Verenigde Staten en Indonesië aangemeld. De verwachting is dat na het WK 2010 in Zuid-Afrika en het WK 2014 in Brazilië het toernooi voor 2018 aan Europa zal worden toegewezen. De komende 16 maanden werkt de Stichting vanuit Eindhoven aan een aanpak die uiteindelijk moet leiden tot de toewijzing. Steun van de overheid en het bedrijfsleven is daarbij essentieel. Het gaat het om een voetbaltoernooi, maar ook het best bekeken televisie-evenement ter wereld. De sociale en commerciële dynamiek die het organiseren van een dergelijk evenement met zich meebrengt, is minstens zo interessant voor ons land. Het is de moderne manier om te tonen dat ook een klein land een grootmacht kan zijn.

Column verschenen in AD Sportwereld, 9 april 2009.

Creativiteit is goud waard

Als jurylid van de Gouden Inhaak Medailles had ik de eer campagnes te beoordelen die zijn ontwikkeld voor Euro 2008 en de Olympische Spelen. Het was interessant al het werk voorbij te zien komen dat de afgelopen maanden op ons consumenten is afgevuurd. Inspirerend en leerzaam tegelijk. Wat viel er op?

Les 1. Oranjebeleving is voetbalbeleving.

Er is nog steeds een enorm verschil tussen het EK Voetbal en de Olympische Spelen. In kwantiteit en daardoor ook in kwaliteit. De beleving rond een groot voetbalkampioenschap wordt door zeer vele merken aangegrepen als platform voor marketingcommunicatie. In augustus, tijdens de Olympische Spelen van Beijing waren het met name de sponsors van het IOC, NOC*NSF en een enkele sportbond die inhaakten.

Les 2. Maak het niet te moeilijk.

Vergis je niet in het mediaconsumptiegedrag van de consument. Als je direct betrokken bent bij de ontwikkeling van een campagne, hoort ieder onderdeel als vanzelfsprekend bij elkaar en vertelt het samen één verhaal. Maar consumenten zien niet alles, en zeker niet in de volgorde die je als marketeer voor ogen hebt. Versnipper dus niet te veel en houd het simpel.

Les 3. Creativiteit is alles.

Het is veel moeilijker geworden om je als merk te onderscheiden. Omdat de concurrentie hevig is. Omdat er al zo veel bedacht is, zeker als het om voetbal gaat. Daardoor werd er ook dit jaar teruggevallen op bestaande concepten. Heineken vertrouwde voor de derde keer op rij op een hoofddeksel als premium. Goed uitgevoerd, maar het miste de verrassing, de spraakmakendheid en daardoor het uitvergrotingseffect van de eerste Luidsprekerhoed. Ook Albert Heijn gebruikte voor het EK een oud mechanisme, al waren de aantallen veel hoger dan die van de Wuppie en en is de Welpie een eigen, in opdracht ontwikkeld premium. De Lotto wenste de Olympische ploeg twee weken lang succes met een en hetzelfde saaie, nietszeggend filmpje. Conimex bleef het spotje met Dennis van der Geest maar herhalen, ook toen de judoka allang was afgedropen van het Olympische toneel. Met een beetje creativiteit was daar toch meer van te maken geweest.

De meest originele uitingen werden beloond met goud. Dat ging in de categorie Dagbladen/Print naar de orginele Waterpolo-inhaker van Volkswagen. De indrukwekkende Take It To The Next Level-campagne van Nike werd zowel  in de categorie Internet als TV beloond. In de categorie TV won ook de duo-commercial van Holland Casino en Heineken. Het Brulshirt van Blokker werd door de jury beoordeeld als beste Sales Promotion-actie. Station Beijing van NS werd beloond als de beste crossmediale campagne.

Het goud is weer verdeeld. Op naar 2010!

Column verschenen in Sponsor Tribune, september 2008.

Is de sportwereld wel klaar voor Olympische Spelen 2028?

Onlangs gaf de overheid bij monde van minister van Economische Zaken Maria van der Hoeven te kennen groot voorstander te zijn van de kandidatuur van Nederland voor de Olympische Spelen 2028. Staatssecretaris van Sport Jet Bussemaker is al even positief en gelooft in de kansen om het grootste evenement ter wereld naar ons land te halen. De steun van de twee kabinetsleden voor een ‘bid’ werd onderbouwd door een rapport waaruit blijkt wat voor een belangrijke bijdrage sport levert aan onze economie. In Nederland wordt in totaal 9,4 miljard euro uitgegeven aan sport, de sector biedt werk aan ruim 82.000 mensen. De regering subsidieert ook steeds meer projecten waarin sport een sociaal-maatschappelijke impact heeft bijvoorbeeld op het terrein van integratie, sociale cohesie en het stimuleren van beweging.

De positieve reactie uit Den Haag werd goed ontvangen bij NOC*NSF. De nationale sportkoepel werkt al twee jaar aan de voorbereiding van de Olympische kandidatuur volgens een gedegen, realistisch stappenplan. Medewerking van de overheid en het bedrijfsleven is onontbeerlijk om de Olympische Spelen in ons land te organiseren. En uiteraard moeten een ruime meerderheid van de burgers in ons land een gevoel hebben dat het iets oplevert. Het is dan ook van belang dat er steeds meer onderzoek komt naar de economische en sociaal-maatschappelijke effecten van grote evenementen.

De overheid, het bedrijfsleven en ook de bevolking lopen al behoorlijk warm voor een Nederlandse kandidatuur, dat blijkt uit verschillende onderzoeken. Maar hoe zit het eigenlijk met die andere betrokken partij, de Nederlandse sportwereld? Zijn die al klaar voor dit avontuur? De organisatie van de meeste sportbonden in Nederland bevindt zich op een amateuristisch niveau, waarbij het bepalen van de wekelijkse competitie en het aanwijzen van scheidsrechters veel belangrijker wordt gevonden dan het bedrijven van topsport of het organiseren van evenementen van wereldklasse. Bonden die worden bestuurd door amateurs en geleid door betaalde vrijwilligers. Het is niet voor niets dat vele sporters die de wereldtop willen bereiken hun toevlucht zoeken tot commerciele teams of eigen initiatieven. De echt grote evenementen die er in de afgelopen jaren succesvol zijn georganiseerd (Euro 2000, het WK Voetbal onder 20 in 2005, het EK Voetbal onder 21 in 2007 en het EK Zwemmen in 2008), zijn het werk van hetzelfde kleine clubje professionals rond KNVB-bestuurder Harry Been. Ook op dit terrein ontbreekt het bij de meeste bonden aan ambitie, kennis en ervaring.

OS 2028 kan een prachtige showcase worden, waarin we ‘Hollandse’ waarden als tolerantie, optimisme en innovatief ondernemersschap een nieuwe dimensie kunnen geven. Nederlandse multinationals als Philips, AkzoNobel, ING, Shell en Unilever kunnen hun autoriteit en marktleiderschap tonen. De Spelen kunnen ook een impuls geven aan de zo noodzakelijke verbetering van de infrastructuur. De aanloop naar en eventuele organisatie van OS 2028 kunnen voor de samenleving en het bedrijfsleven veel meer betekenen dan bijvoorbeeld het Joint Strike Fighter-project. Een kandidatuur lijkt steeds realistischer te worden. Maar NOC*NSF moet vooral haar eigen achterland niet vergeten. Als Nederland kans wil maken op het binnenhalen van de Olympische Spelen 2028, moet vooral het sportklimaat bij een groot aantal sportbonden worden verbeterd.

Column verschenen in AD Sportwereld, 9 juli 2008.

De wereld was even oranje

De afgelopen twee weken hebben duidelijk gemaakt hoe de prestaties van een sportteam onze samenleving kunnen beïnvloeden. Het Nederlands Elftal was het gesprek van de dag, ook bij mensen die normaal gesproken niets met voetbal hebben. Noem het maar Oranjekoorts. Hoe verder we komen, des te groter de epidemie. Helaas hebben de Russen een verdere verspreiding voorkomen.

Maar we staan weer op de wereldkaart. En ook al weet over een paar maanden niemand meer welke teams werden uitgeschakeld in de kwarfinales, het prachtige spel van Oranje zal niet worden vergeten. Waar ook ter wereld je je als Nederlandse toerist, zakenman of diplomaat begeeft, het antwoord op de vraag ‘Where are you from?’ zal leiden tot lofuitingen aan ons Nederlandse voetbal. Dat was de afgelopen twee weken al merkbaar. Sneijder, Kuyt, Robben en Van Persie zijn de nieuwe ambassadeurs die ons land kleur hebben geven. Zij zijn voor de beeldvorming van Nederland belangrijker dan Jan Peter Balkenende of Wouter Bos. Om maar niet te spreken over Guus Hiddink. Zouden we voor hem niet zoiets als de titel ‘Sir’ in het leven kunnen roepen?

Ook de Oranje-fans staan op de wereldkaart. De Zwitserse autoriteiten en media zijn vol lof over de Nederlandse supporters, die er een uitbundig feest van maakten en zich, op een enkeling na, ook na het verlies goed bleven gedragen. Ook de sponsors van Oranje hebben genoten van het succes in de eerste ronde. Het uitnodigen van relaties bij een uniek evenement als Euro 2008 is een onvergetelijke belevenis, die zich altijd terugbetaalt. Overigens is het een misverstand te denken dat sponsortrips naar interlands slechts worden bevolkt door stropdas dragende heren die niet in voetbal geïnteresseerd zijn. Oranje is de dress code en ook bij dit legioen kom je alle mogelijke uitdossingen tegen. De genodigden gaan moeiteloos op in de rest van het Oranje-leger.

Er is in de media weinig aandacht besteed aan de wijze waarop de KNVB haar commerciële activiteiten heeft georganiseerd. Het is al tijden rustig op dat terrein en dat geeft aan dat de boel op orde is. Er sinds 2000 geen discussie meer over de premies voor de internationals. Op het gebied van portret- en imagerechten zijn duidelijke afspraken gemaakt met de spelersraad, waardoor sponsors van Oranje gebruik kunnen maken van spelers in hun campagnes. Ook op het gebied van uitzendrechten, internet en databases is er beleid ontwikkeld en zijn er goede deals gemaakt. En het Olympisch Elftal gaat er ongetwijfeld voor zorgen dat voetbal ook veel aandacht krijgt tijdens de Olympische Spelen. Het voetbalmerk Oranje staat er goed voor. Het is de verdienste van Henk Kesler en zijn commerciële man Jean Paul Decossaux.

Het had zo mooi kunnen zijn, 20 jaar na 1988. Maar na de tranen volgt altijd weer de hoop. De hoop naar nieuwe successen tijdens het WK 2010 in Zuid-Afrika. Dat is de kracht van het perpetuum mobile dat voetbal heet.

Column verschenen in AD Sportwereld, 24 juni 2008.

Europese Kampioenschappen Sportmarketing

Net zoals de voetballers en de voetbalfans konden ook de sportmarketeers niet wachten tot Euro 2008 zou beginnen. Het EK is oorlogsgebied en laboratorium ineen. Het is een veldslag om de aandacht en portemonnee van de consument. En omdat er zoveel merken inhaken, kun je haarfijn analyseren wat wel en niet werkt. Als je kijkt met de ogen van een sportmarketeer, wat valt er dan op?

Allereerst dat Euro 2008 qua commerciele opzet en uitvoering steeds meer gaat lijken op UEFA’s Champions League. Ook bij dit EK is er sprake van een beperkt aantal sponsors die duidelijk aanwezig zijn in en rond de uitzendingen van de wedstrijden, alles onder strikte regie van de UEFA zelf. En met succes. De omzet van het toernooi is 1,23 miljard euro, de winst bedraagt 600 miljoen euro. Een enorme stijging tot opzichte van de resultaten van Euro 2004. En het einde is nog lang niet in zicht. De internationale uitstraling en sterke emotionele beleving van voetbal maken EK’s en WK’s Voetbal bij uitstek geschikt voor bedrijven die zich als mondiale merken willen presenteren. En daar komen er alleen maar meer van. De UEFA en de FIFA bevinden zich in een luxepositie.

In ons eigen land is het aantal merken dat gebruik maakt van het thema voetbal de laatste tien jaar enorm toegenomen. Het dedain van bedrijven zich te associeren met de volkssport voetbal is volledig verdwenen. Voetbal is van iedereen en voor iedereen en vormt een emotionele schakel tussen alle inwoners van ons land. Maar door het grote aantal merken dat gebruik maakt van de associatie met oranje, is het onderscheidend vermogen afgenomen. Hoe val je nog op? Er is inmiddels een beproefde formule. Biedt de consument bij aankoop een gratis product, dat inspeelt op de beleving van de oranje-fan. Het gaat meestal om items die zorgen voor extra vermaak en de mogelijkheid geven de betrokkenheid bij Oranje te uiten. Ondersteun dit alles met een humoristische reclamecampagne op tv en internet. Het is de basis achter de successen van Albert Heijn en Heineken, die dit jaar op safe speelden door voort te borduren op hun activiteiten tijdens het WK 2006. Nog steeds met resultaat, want Bavaria en Super de Boer spelen een ondergeschikte rol. Maar de tijd lijkt rijp voor een nieuwe creatieve succesformule.

Ik was erg benieuwd naar de Postbank/ING-commercial met Johan Cruijff, die al enkele weken werd aangekondigd. Cruijff speelde al eerder de hoofdrol in onvergetelijke commercials voor financiele dienstverleners ABN AMRO en MasterCard. Hij behoort tot de buitencategorie Bekende Nederlanders met een geschat honorarium van 1 miljoen euro, waarvan een deel naar zijn foundation gaat. Het resultaat viel tegen. Verder dan wat uitgemolken Cruijff-wijsheden kwam het niet. Wie weet bij de volgende wedstrijden?

De meest opvallende buitenreclame is dit jaar van adidas, die het rad van het wereldberoemde Prater in Wenen heeft gebruikt voor een afbeelding van de Tsjechische keeper Petr Cech met acht armen. Goed voor wereldwijde aandacht. Maar op tv en internet wordt het Duitse merk wederom verslagen door Nike. Dit jaar geen trucjes van de pleintjes, maar echt voetbal. Trainen maakt je beter, dat is het idee achter ‘Next Level’, waarmee Nike zich nog nadrukkelijker als voetbalmerk wil profileren. De opvallende en peperdure film is gemaakt door regisseur Guy Ritchie, ook wel bekend als de man van Madonna.

Ook voor de sportmarketeers is de kop eraf. Er staat ons hopelijk nog veel moois te wachten.

Column verschenen in AD Sportwereld, 11 juni 2008.

Oranje moet onderdeel van het regeringsbeleid zijn

Er wordt in de media steeds meer aandacht besteed aan de commerciële aspecten van sport. Het heeft waarschijnlijk alles te maken met de steeds verdergaande commercialisering van de samenleving. Alles en iedereen wordt op geld gewaardeerd. We willen weten wat het kost en we willen weten wat het oplevert, ook als het om sport gaat. Dus worden onderwerpen als het verlies van het missen van de Champions League (20 miljoen euro volgens Ajax) en het weeksalaris dat Christiano Ronaldo bij Real Madrid zou kunnen verdienen (200.000 euro per week volgens Real) breed uitgemeten in de media.

Ook het aanstaande EK Voetbal vormt aanleiding voor economische bespiegelingen. De deelname van Oranje aan een groot voetbaltoernooi beïnvloedt ons dagelijks leven en kent daardoor ook een belangrijke financiële component. Het zorgt bijvoorbeeld voor 150 miljoen extra omzet in de detailhandel. In supermarkten wordt er 45 miljoen euro meer besteed. En de inleg in voetbalpooltjes gaat de 50 miljoen euro te boven. Een interessante extra markt voor ondernemingen, die op allerlei manieren trachten de consument te verleiden.

Oostenrijk en Zwitserland, de gastheren van Euro 2008, hebben ook economen aan het werk gezet. Want ook daar wordt de vraag gesteld wat alle moeite om het evenement te organiseren nu eigenlijk gaat opleveren. Oostenrijk heeft 133 miljoen euro in Euro 2008 geinvesteerd, waarvan 70 miljoen in stadions. Volgens de Oostenrijkse rekenkamer is de verwachte omzet van het toernooi 1,1 miljard euro. Dat betekent een aanzienlijke economische groei van 0,21 procent. Daarnaast leveren de bezoekende voetbalfans extra inkomsten van 640 miljoen euro op. Als je het als land goed doet, levert de organisatie van zo’n evenement positieve aandacht en geld op en houd je er ook nog een verbeterde infrastructuur aan over.

Het is ook interessant te weten wat een Europese titel de Nederlandse economie zou kunnen opleveren. Uit 1988 weten we nog wat een positieve invloed zo’n titel kan hebben. Een uniek saamhorigheidsgevoel in de samenleving, een versterking van het consumentenvertrouwen en een verbeterde beeldvorming in het buitenland. Want voor veel buitenlanders wordt de canon van Nederland bepaald door namen als Cruijff, Gullit, Van Basten, Rijkaard en Hiddink. Het gaat om aspecten die moeilijk in geld zijn uit te drukken, maar die zeker een positieve invloed hebben op de Nederlandse economie.

Als het winnen van het Europese kampioenschap een grote impact heeft op het mentale en economische welbevinden van een natie, is het eigenlijk niet wenselijk en ook een veel te zware opgave dit over te laten aan een organisatie als een sportbond en de door haar aangestelde bondscoach. Een land zou al haar mogelijkheden moeten gebruiken om tot de beste prestaties te komen in de grootste sport ter wereld. Goed beschouwd zou het Nederlands Elftal onderwerp van regeringsbeleid moeten zijn.

Column verschenen in AD Sportwereld, 27 mei 2008.