Over Oranje, Euro 2012, acties en gadgets

In het Radio 2-ochtendprogramma ‘De Heer Ontwaakt’ besteed Sander de Heer de komende weken veel aandacht aan het Nederlands Elftal en de Oranjekoorts.

Op maandag 21 mei werd ik geïnterviewd over acties en gadgets uit heden en verleden.

Hier vind je de verschillende fragmenten uit deze ochtendshow.

De Elfstedentocht, Unox en de commercie

Even waren we als natie in de ban van ‘de Tocht der Tochten’. In alle euforie was er ook discussie over de rol van commerciële partijen. Reden voor vakblad Adformatie aandacht te besteden aan de weerstand die tegen Unox leek te zijn ontstaan.

Voor de rubriek ‘Rondvraag’ luidde de vraag van Adformatie aan een aantal experts: ”Unox was de vorige keer de held van de Elfstedentocht en nu moeten ze vooral wegblijven. Wordt de commercie te veel?”

Onderstaand mijn opinie:

“De oproep van Jort Kelder tot een boycot van Unox heeft alles te maken met zijn weerstand tegen de vleesindustrie. Daarvoor misbruikt hij de Elfstedentocht. Unox moet zich daar niet door laten afschrikken. Het merk sponsort sinds 1997 het schaatsen op natuurijs, is daardoor ook verbonden aan de Elfstedentocht en kan dus met recht haar betrokkenheid claimen. Maar Unox moet wel begrip tonen voor de authenticiteit van dat unieke evenement en waken voor overkill. Relevant inhaken met oog voor consument en omgeving wordt door een overgroot deel van de bevolking gewaardeerd. Dat gold voor de eerste Unox-muts in 1997 en dat geldt nog steeds in 2012.”

Dat juist, paradoxaal genoeg, sponsoring de beste bescherming biedt aan de Elfstedentocht tegen commerciële piraterij, schreef ik in mijn column voor AD Sportwereld op 15 januari 2009.

Sponsoring of niet, hopelijk laat de volgende editie niet lang op zich wachten.

Oranjekoorts is als een pandemie

Interview verschenen in STER*nieuws

Geschreven door Wim Don

“Grote sportevenementen zoals de Olympische Spelen en het WK Voetbal hebben een enorme impact op de samenleving. Ze brengen heel Nederland letterlijk en figuurlijk in beweging. Als je daar als merk op een concrete en relevante manier iets aan kunt bijdragen, dan wordt dat opgemerkt en ook gewaardeerd.” Aan het woord is Marcel Beerthuizen, sinds mei dit jaar directeur van SOS Kinderdorpen, maar al sinds 1988 actief op het gebied van sportsponsoring en sportmarketing.

De commerciële partijen die proberen een graantje mee te pikken van de populariteit van het sportevenement zijn de sponsors van het evenement, de sponsors van de bonden, de sponsors van de individuele sporters en de ‘inhakers’ die geen sponsor zijn.

“Gezamenlijk veroorzaken ze een ware marketingoorlog. Iedere partij, uit welke categorie dan ook, kan die strijd winnen. Consumenten kijken helemaal niet naar de sponsorstatus van een merk; dat maakt hen niet zoveel uit. De ervaring leert dat de winnaar vaak die partij is met de commercial die mensen weet aan te spreken en die op een heel goede manier inhaakt op het heersende gevoel.”

Beerthuizen noemt in dit verband de commercial van Nationale-Nederlanden tijdens het WK van 1998 (de boze droom van Guus Hiddink), die van MasterCard met Johan Cruijff (EK, 2000) en Heineken met de luidsprekerhoed (2004) en de toeter (2006). “Die commercial speelt een zo belangrijke rol omdat er ontzettend veel mensen voor de buis zitten, eigenlijk heel Nederland, mannen én vrouwen.”

Relevantie en toegevoegde waarde

De Oranjekoorts rondom dergelijke evenementen vergelijkt Beerthuizen graag met een pandemie. “Hoe verder Nederland komt in het toernooi, hoe meer die koorts zich verspreidt. In de eerste week van bijvoorbeeld een WK Voetbal kijken vooral de miljoenen voetballiefhebbers, maar als Nederland de halve finale bereikt, dan kijkt echt het hele land, is iedereen ook uitgedost en is er geen oranje petje meer te krijgen.”

Er is echter wel een verschil in de mate van Oranjekoorts tussen de Olympische Spelen en een EK of WK. “Bij een EK of WK komt men eerder in de ban van het toernooi, doordat de verwachtingen hooggespannen zijn. De Olympische Spelen beginnen vaak pas echt te leven op het moment dat Nederland kans maakt op medailles. Voetbal is gewoon de nummer 1 sport”, aldus Beerthuizen.

Optimaal gebruikmaken van die Oranjekoorts doe je volgens hem door een campagne te ontwikkelen die inspeelt op de behoeftes. “Het gaat om relevantie en toegevoegde waarde. Dat betekent dat je liefhebber iets moet bieden waar hij iets aan heeft. Dat kan op het gebied van informatie zijn, bijvoorbeeld door hem iets te verschaffen waardoor hij de wedstrijden beter kan volgen of hij zijn kennis kan vergroten. Maar veel vaker ligt het in de vermaaksfeer: een manier om de kamer aan te kleden of jezelf uit te dossen of een andere manier om de beleving te vergroten. Een gratis gadget is altijd wel heel belangrijk hierbij. Vaak gaat het om een combinatie van een campagne en een premium op de winkelvloer, zoals bijvoorbeeld de oranje handschoenen van Unox tijdens de laatste Winterspelen, en een online-activiteit.”

Beleving thuis

Ook voor de komende Olympische Spelen en het WK Voetbal verwacht Beerthuizen weer diverse inhaakcampagnes. “Beide evenementen spelen zich ver buiten Nederland af. We herinneren ons allemaal nog het EK Voetbal in Oostenrijk en Zwitserland waar Nederlanders massaal naartoe gingen. Dat zal nu veel minder zijn. De beleving van het WK speelt zich dus meer in Nederland af. Ik denk dat dat zal leiden tot bijvoorbeeld public viewing activiteiten en evenementen in stadions. Ook vermoed ik dat partijen zich heel erg gaan concentreren op die beleving thuis.”

Creativiteit is daarbij ontzettend belangrijk. “Er hebben zich al heel veel knappe creatieve koppen gebogen over de leukste gadgets. Dat wordt dus steeds moeilijker. Daarbij haken steeds meer partijen in, waardoor er een waar slagveld ontstaat. Winnaar is de partij die het het beste en het slimste doet. Wie bedenkt er iets nieuws en wie is in staat om de massa ook echt in beweging te krijgen?”

Kijk hier voor de favoriete Top 5 van Marcel.

Dit interview is verschenen in STER*nieuws.

Gouden inhaakcampagnes

In het kader van een interview voor de STER heb ik mijn persoonlijke Top 5 van beste inhaakcampagnes bij Olympische Spelen en grote voetbaltoernooien gegeven.

  1. Heineken Luidsprekerhoed (EK Voetbal 2004)

In 2004 ontwikkelde Heineken een geïntegreerde campagne rond een echt voetbalpremium: de Luidsprekerhoed. Ruim 500.000 exemplaren vonden hun weg naar de consument, o.a. via een promotie met een elftal blikjes bier en sampling op tal van locaties. Op voorspraak van Euro 2004-sponsor Carlsberg besloot de UEFA de roeptoeter uit de stadions in Portugal te weren. Dat haalde het Acht Uur Journaal en de internationale media. De hoed behoort inmiddels tot de standaarduitrusting van de Oranje-fan en duikt nog steeds op bij tal van evenementen.

  1. PTT en Ellen van Langen (Olympische Spelen 1992)

Een unieke inhaker. “Hi lieffie, heb je het gezien?” vroeg Ellen per mobiele telefoon aan haar vriend Hans Koeleman nadat ze net goud had gewonnen op de Olympische Spelen 1992 in Barcelona. Uit de tijd dat de mobieltjes nog de grootte van een ijskast hadden.

  1. Dick Advocaat en Rexona (EK Voetbal 2004)

Bondscoach Dick Advocaat werd enorm bekritiseerd door pers en publiek, onder andere vanwege de wissel van Arjen Robben in de wedstrijd tegen Tsjechië. Rexona maakte de zwaar zwetende bondscoach Dick attent op de kracht van haar deodorant. Werd door het publiek verkozen tot de Gouden Inhaker van 2004.

  1. AH Oranje Wuppies (WK Voetbal 2006)

In 2006 had Albert Heijn een enorm succes met de Wuppies, een oud premium uit de 80-er jaren. De 15 miljoen exemplaren (gratis bij 15 euro aan boodschappen) vlogen de winkel uit. Op tal van scholen werden er Wuppies geruild en ook de grote Oranje Wup (aan te kopen voor drie zegels en bijbetaling van 2,49 euro) was binnen korte tijd uitverkocht. De actie werd ondersteund dor een opvallende campagne met o.a. een 90 seconden commercial over het Wuppie WK Lied.

  1. Delta Lloyd en Guus Hiddink (WK Voetbal 2002)

Nederland deed niet mee aan het WK 2002, maar Delta Lloyd haakte in op het onverwachte succes van Guus Hiddink met Zuid-Korea, waar de voetbalfans hem tot president van het land uitriepen. De commercial met de parade waarin een enorme afbeelding van een Aziatische dictator een tand mist, werd op de computer omgetoverd tot een afbeelding van onze Guus. Met de identieke schrikreactie van het staatshoofd als resultaat.

Buitengewone vermelding:

Wim van Est en Pontiac (Tour de France 1951)

De waarschijnlijk eerste commerciële inhaker op een sportgebeurtenis was een advertentie van het horlogemerk Pontiac. Op 18 juli 1951 viel wielrenner Wim van Est tijdens een afdaling in de Tour de France van de Col d’Aubisque in een ravijn. “De Locomotief” overleefde een val van 70 meter. Met een ketting van fietsbandjes werd hij huilend uit de diepte omhoog gehesen. De toenmalige sponsor van het Nederlands team horlogemerk Pontiac haakte direct in met een advertentie met als kopregel: “Zeventig meter viel ik diep, mijn hart stond stil, maar mijn Pontiac liep”. Er zijn nog vele mensen die deze slogan letterlijk kunnen citeren.

Sponsoring beste bescherming voor de Elfstedentocht

In verschillende media ontspon zich de afgelopen week een discussie over de sponsoring van de Elfstedentocht, aangewakkerd door een ingezonden artikel in het NRC Handelsblad van Harry Veenendaal en Jort Kelder. Laat de commercie met zijn vuige handen van ons mooie oer-Hollandse evenement afblijven, zo luidt in het kort de wens van de schrijvers. Veenendaal en Kelder bieden ook een oplossing: de vermelding van de Elfstedentocht op de Intangible Heritage List van Unesco. Dat zou in hun ogen voldoende bescherming bieden tegen een commerciële aanval op het Friese schaatsevenement.

Een Elfstedentocht zonder commercie. Het is een mooi en romantisch beeld. Maar het doet geen recht aan de realiteit. De organisatie van een uniek evenement als de Elfstedentocht kan niet zonder de steun van organisaties en bedrijven. Zonder de inzet van bijvoorbeeld politie, defensie, de Nederlandse Spoorwegen en de NOS is de organisatie van het evenement niet mogelijk. Deze voornamelijk publiekrechtelijke organisaties doen dat vanuit eigen middelen, ten behoeve van het algemeen nut.

De vereniging De Friesche Elf Steden heeft enkele jaren geleden nagedacht of zij zich met sponsoring zou moeten inlaten. Vooralsnog werd besloten dat niet te doen, blij als men is met de steun van partijen die nu (nog) geen tegenprestaties vragen. Maar dat betekent niet dat de Elfstedentocht reclamevrij is. De wedstrijdrijders komen uit voor gesponsorde teams en rijden in pakken vol met reclame. De betrokken Friese steden, dorpen en ijsverenigingen laten de kans op positieve promotie niet voorbij gaan en maken daarbij, ook vanuit budgettaire overwegingen, afspraken met commerciële partijen. En daarnaast zijn er tal van bedrijven die inspelen op de actualiteit en gebruik willen maken van de enorme interesse in de Elfstedentocht. De afgelopen weken verschenen er al zogenaamde ‘inhakers’. Reken maar dat de aanhoudende vorst er voor gezorgd heeft dat bedrijven zijn gaan nadenken hoe zij zouden kunnen opvallen in een mogelijke marathonuitzending op tv. Een parkoers van 200 kilometer is niet te beschermen tegen het opportunisme van de commercie.

Ook in ben een tegenstander van overdadige commercie en kwaliteitsloze, goedkope vormen van aandachttrekkerij die ten koste gaan van het evenement. De beste bescherming van de Elfstedentocht tegen piraterij is paradoxaal genoeg het ontwikkelen van een commercieel programma.

Het beste voorbeeld hiervoor zijn de Olympische Spelen. Een beperkte groep van bedrijven betaalt ongeveer 60 miljoen euro en verkrijgt daarmee slechts het recht zich in eigen communicatie te associëren met de Spelen. Maar op het evenement zelf is geen enkele vermelding of uiting van die sponsors te zien. Daarnaast heeft het IOC al haar intellectuele eigendomsrechten wereldwijd beschermd, zoals de olympische ringen en de term olympisch. Een speciale afdeling van het IOC houdt alle mogelijk inbreuken op deze rechten nauwlettend in de gaten en treedt ook op. Met als zwaarste sanctie een wereldwijde reclamecampagne waarmee het bedrijf dat in overtreding is publiekelijk aan de schandpaal wordt genageld.

De vereniging De Friesche Elf Steden moet zich laten ondersteunen door een beperkte groep Nederlandse bedrijven, die zich na betaling van een vorstelijk bedrag sponsor van het mooiste evenement van Nederland mogen noemen. Maar daar geen enkele uiting voor terugkrijgen. Daarnaast moet de Vereniging haar merk actief beschermen, onder meer door bedrijven die op een goedkope manier inhaken genadeloos aan te pakken. Reken maar dat het publiek de goede sponsors beloont en dat mogelijke parasieten afhaken vanwege de vrees voor de toorn van de consument. Het is dé formule voor een prachtig evenement.

Column verschenen in AD Sportwereld, 15 januari 2009.

Creativiteit is goud waard

Als jurylid van de Gouden Inhaak Medailles had ik de eer campagnes te beoordelen die zijn ontwikkeld voor Euro 2008 en de Olympische Spelen. Het was interessant al het werk voorbij te zien komen dat de afgelopen maanden op ons consumenten is afgevuurd. Inspirerend en leerzaam tegelijk. Wat viel er op?

Les 1. Oranjebeleving is voetbalbeleving.

Er is nog steeds een enorm verschil tussen het EK Voetbal en de Olympische Spelen. In kwantiteit en daardoor ook in kwaliteit. De beleving rond een groot voetbalkampioenschap wordt door zeer vele merken aangegrepen als platform voor marketingcommunicatie. In augustus, tijdens de Olympische Spelen van Beijing waren het met name de sponsors van het IOC, NOC*NSF en een enkele sportbond die inhaakten.

Les 2. Maak het niet te moeilijk.

Vergis je niet in het mediaconsumptiegedrag van de consument. Als je direct betrokken bent bij de ontwikkeling van een campagne, hoort ieder onderdeel als vanzelfsprekend bij elkaar en vertelt het samen één verhaal. Maar consumenten zien niet alles, en zeker niet in de volgorde die je als marketeer voor ogen hebt. Versnipper dus niet te veel en houd het simpel.

Les 3. Creativiteit is alles.

Het is veel moeilijker geworden om je als merk te onderscheiden. Omdat de concurrentie hevig is. Omdat er al zo veel bedacht is, zeker als het om voetbal gaat. Daardoor werd er ook dit jaar teruggevallen op bestaande concepten. Heineken vertrouwde voor de derde keer op rij op een hoofddeksel als premium. Goed uitgevoerd, maar het miste de verrassing, de spraakmakendheid en daardoor het uitvergrotingseffect van de eerste Luidsprekerhoed. Ook Albert Heijn gebruikte voor het EK een oud mechanisme, al waren de aantallen veel hoger dan die van de Wuppie en en is de Welpie een eigen, in opdracht ontwikkeld premium. De Lotto wenste de Olympische ploeg twee weken lang succes met een en hetzelfde saaie, nietszeggend filmpje. Conimex bleef het spotje met Dennis van der Geest maar herhalen, ook toen de judoka allang was afgedropen van het Olympische toneel. Met een beetje creativiteit was daar toch meer van te maken geweest.

De meest originele uitingen werden beloond met goud. Dat ging in de categorie Dagbladen/Print naar de orginele Waterpolo-inhaker van Volkswagen. De indrukwekkende Take It To The Next Level-campagne van Nike werd zowel  in de categorie Internet als TV beloond. In de categorie TV won ook de duo-commercial van Holland Casino en Heineken. Het Brulshirt van Blokker werd door de jury beoordeeld als beste Sales Promotion-actie. Station Beijing van NS werd beloond als de beste crossmediale campagne.

Het goud is weer verdeeld. Op naar 2010!

Column verschenen in Sponsor Tribune, september 2008.

Europese Kampioenschappen Sportmarketing

Net zoals de voetballers en de voetbalfans konden ook de sportmarketeers niet wachten tot Euro 2008 zou beginnen. Het EK is oorlogsgebied en laboratorium ineen. Het is een veldslag om de aandacht en portemonnee van de consument. En omdat er zoveel merken inhaken, kun je haarfijn analyseren wat wel en niet werkt. Als je kijkt met de ogen van een sportmarketeer, wat valt er dan op?

Allereerst dat Euro 2008 qua commerciele opzet en uitvoering steeds meer gaat lijken op UEFA’s Champions League. Ook bij dit EK is er sprake van een beperkt aantal sponsors die duidelijk aanwezig zijn in en rond de uitzendingen van de wedstrijden, alles onder strikte regie van de UEFA zelf. En met succes. De omzet van het toernooi is 1,23 miljard euro, de winst bedraagt 600 miljoen euro. Een enorme stijging tot opzichte van de resultaten van Euro 2004. En het einde is nog lang niet in zicht. De internationale uitstraling en sterke emotionele beleving van voetbal maken EK’s en WK’s Voetbal bij uitstek geschikt voor bedrijven die zich als mondiale merken willen presenteren. En daar komen er alleen maar meer van. De UEFA en de FIFA bevinden zich in een luxepositie.

In ons eigen land is het aantal merken dat gebruik maakt van het thema voetbal de laatste tien jaar enorm toegenomen. Het dedain van bedrijven zich te associeren met de volkssport voetbal is volledig verdwenen. Voetbal is van iedereen en voor iedereen en vormt een emotionele schakel tussen alle inwoners van ons land. Maar door het grote aantal merken dat gebruik maakt van de associatie met oranje, is het onderscheidend vermogen afgenomen. Hoe val je nog op? Er is inmiddels een beproefde formule. Biedt de consument bij aankoop een gratis product, dat inspeelt op de beleving van de oranje-fan. Het gaat meestal om items die zorgen voor extra vermaak en de mogelijkheid geven de betrokkenheid bij Oranje te uiten. Ondersteun dit alles met een humoristische reclamecampagne op tv en internet. Het is de basis achter de successen van Albert Heijn en Heineken, die dit jaar op safe speelden door voort te borduren op hun activiteiten tijdens het WK 2006. Nog steeds met resultaat, want Bavaria en Super de Boer spelen een ondergeschikte rol. Maar de tijd lijkt rijp voor een nieuwe creatieve succesformule.

Ik was erg benieuwd naar de Postbank/ING-commercial met Johan Cruijff, die al enkele weken werd aangekondigd. Cruijff speelde al eerder de hoofdrol in onvergetelijke commercials voor financiele dienstverleners ABN AMRO en MasterCard. Hij behoort tot de buitencategorie Bekende Nederlanders met een geschat honorarium van 1 miljoen euro, waarvan een deel naar zijn foundation gaat. Het resultaat viel tegen. Verder dan wat uitgemolken Cruijff-wijsheden kwam het niet. Wie weet bij de volgende wedstrijden?

De meest opvallende buitenreclame is dit jaar van adidas, die het rad van het wereldberoemde Prater in Wenen heeft gebruikt voor een afbeelding van de Tsjechische keeper Petr Cech met acht armen. Goed voor wereldwijde aandacht. Maar op tv en internet wordt het Duitse merk wederom verslagen door Nike. Dit jaar geen trucjes van de pleintjes, maar echt voetbal. Trainen maakt je beter, dat is het idee achter ‘Next Level’, waarmee Nike zich nog nadrukkelijker als voetbalmerk wil profileren. De opvallende en peperdure film is gemaakt door regisseur Guy Ritchie, ook wel bekend als de man van Madonna.

Ook voor de sportmarketeers is de kop eraf. Er staat ons hopelijk nog veel moois te wachten.

Column verschenen in AD Sportwereld, 11 juni 2008.

Nieuwe sportregeling geeft sponsors meer mogelijkheden

door mr Marcel Beerthuizen

De nieuwe sponsor van het Nederlands voetbalelftal benut én de voor- én de achterzijde van de oranje shirts om zijn naam duidelijk te vermelden. Floris Jan Bovelander loopt in een soort wielren-shirt, vol met namen en logo’s van KNHB-sponsors. Het gras van de middenstip in de Kuip is gemaaid in het HCS-logo. John Blankenstein verschijnt met een groot Cruyff Sports-logo op de rug van zijn scheidsrechters-outfit. Reclameborden die roteren buiten het beeld. Is dat wat de televisiekijker te wachten staat?

Vanaf 1 oktober is het allemaal mogelijk geworden. Op die datum trad de “Regeling niet-overheersende reclame-uitingen bij sportwedstrijden als bedoeld in Artikel 30, lid 2 van het Mediabesluit” in werking. Deze nieuwe Sportregeling biedt sponsors veel meer mogelijkheden om hun sponsorships te onderstrepen. Aan de basis van deze opmerkelijke hervorming hebben een aantal uitspraken van de Afdeling rechtspraak van de Raad van State gestaan. In 1988 constateerde het Commissariaat voor de Media dat in uitzendingen van NOS Studio Sport en in het NCRV-programma “Zeil en Surf tv” overtredingen waren gepleegd van de mediaregels, zoals onder meer vastgesteld in het “Besluit reclame in uitzendingen van sportwedstrijden”, ook wel bekend als de zogenaamde “Sportregeling”.

In het NCRV-programma waren merknamen op surfzeilen in beeld gebracht, die groter waren dan de in de Sportregeling vastgestelde formaten. In het weekend van 28 en 29 mei 1988 waren in de uitzendingen van Studio Sport zelfs meerdere overtredingen te constateren. In de reportage van de wielerklassieker Amstel Gold Race was bij de finish een grote opblaasbare fles Amstel bier te zien. De rekenmeesters van het Commissariaat stelden vast dat de fles de vastgestelde maten ruim te buiten ging: een overtreding van de Sportregeling derhalve. Bij het verslag van een zeilwedstrijd, de Spa-regatta, was de naam van het mineraalwatermerk meerdere malen op de boeien aangegeven. De Sportregeling stond slechts één merkvermelding toe: eveneens een overtreding.

Boete

Het Commissariaat voor de Media beboette de beide omroeporganisaties. DE NCRV en de NOS gingen bij de Afdeling rechtspraak van de Raad van State in beroep. De Afdeling rechtspraak billijkte in haar uitspraken op 5 december 1989 de constateringen van het Commissariaat dat het in alle gevallen overtredingen betrof. Maar het niet voldoen aan de bepalingen is volgens het rechtscollege slechts een voorwaarde om tot het opleggen van sancties over te gaan. Op er inderdaad aanleiding bestaat tot het opleggen van een straf, is onder meer afhankelijk van de wijze waarop de gewraakte reclame-uiting in beeld is geweest. Constateert het Commissariaat dat de reclame-uitingen niet aan de regels voldoen èn bovendien uit de beelden blijkt dat de uitingen onnodig, dan wel veelvuldiger, dan wel groter, dan wel langer in beeld zijn geweest dan voor een goed verslag van de wedstrijd noodzakelijk was, kan tot sanctie-verlening worden overgegaan, aldus de Afdeling rechtspraak.

Het Commissariaat voor de Media voelde zich teruggefloten. “Door de uitspraak van de Afdeling rechtspraak was de Sportregeling krachteloos geworden. Wij wilden derhalve de regeling intrekken en de televisiereportages uitsluitend toetsen aan de criteria van het rechtscollege”, zegt mr W.H. Moerer, hoofd afdeling zendtijd- en kabelzaken van het Commissariaat. De NOS (als vertegenwoordiger van de gezamenlijke omroeporganisaties), de NSF en de Directie Sportzaken van het Ministerie van WVC, de partijen die tezamen met het Commissariaat deel uitmaken van de door de overheid in het leven geroepen Werkgroep sport-reclame, waren bevreesd voor een wild-west situatie die zou kunnen ontstaan. Zij verzochten daarom het commissariaat de oude regels te vervangen door eenvoudig te hanteren beleidsregels.

Moerer: “Wij waren bereid tot het vaststellen van nieuwe regels., maar stelden dan als voorwaarde dat de omroepen zich uitdrukkelijk zouden verbinden tot het naleven van die regels.” De Werkgroep sport-reclame werd betrokken in de ontwikkeling van de nieuwe regeling. Op 28 september werd de overeenkomst tussen de NOS en het Commissariaat ondertekend.

De nieuwe Sportregeling is, naast de criteria van de Afdeling rechtspraak, grotendeels gebaseerd op de EBU-regels op het gebied van televisie-uitzendingen van sportwedstrijden. De belangrijkste veranderingen sinds 1 oktober, waarbij aangetekend moet worden dat de sponsorreglementen van de betreffende nationale en internationale sportbonden dit wel moeten toestaan, zijn:

  • Borden en spandoeken langs het speelveld van buitenaccommodaties (maar ook in grote binnenaccommodaties als bijvoorbeeld Ahoy of Thialf) mogen voortaan 1 meter hoog zijn;
  • In één camerabeeld mogen nu maximaal drie dezelfde reclame-uitingen worden getoond;
  • Het aantal sponsornamen op de kleding en attributen van sporters is niet langer aan aan aantal of formaat gebonden, ook niet tijdens interviews;
  • Hetzelfde geldt voor scheidsrechters, trainers, wedstrijdcommissarissen, ballenjongens en –meisjes, enzovoort;
  • Op het speelveld (bij die sporten waar dat gebruikelijk is) mogen twee reclame-uitingen worden aangebracht.

Slogans op reclame-uitingen zijn echter niet meer toegestaan. Drum kan de sporters dus niet langer aanmoedigen om de tegenstander “op te rollen”.

Het Commissariaat heeft er vanaf gezin om uitvoerige maatvoeringen, zoals die in de vorige regeling waren vermeld, op te nemen. Voor de uitvoering van de nieuwe regeling wordt een beroep gedaan op de verantwoordelijkheid van alle betrokken partijen. Voorwaar een zeer liberaal standpunt in de met overdadige overheidsregelgeving voorziene wereld van de televisie en wellicht een voorbode voor aanpassingen in andere mediaregelgeving.

Tevreden

De partijen die het Commissariaat om de nieuwe regels verzochten, tonen zich tevreden. De nieuwe Sportregeling is eenvoudig te hanteren, geeft aansluiting bij de Europese situatie, maakt sportsponsoring interessanter voor het bedrijfsleven en vormt als zodanig een versterking voor het produkt sport, zo concludeert men. Het Commissariaat voor de Media wacht lijdzaam af wat er komen gaat.

Want zelfs al worden bestaande regels overtreden, dan nog moet duidelijk zijn dat de overtreding van zodanige aard was dat een boete kan worden opgelegd. Een arbitraire situatie, waarin jurisprudentie de komende jaren ongetwijfeld meer verfijning zal aanbrengen. Of de hockeyers moeten gaan letten op de wasvoorschriften om de diverse sponsorkleuren niet te laten vermengen, of de terreinknechten een cursus creatief maaien moeten gaan volgen, of scheidsrechters nog koketter gaan lopen dan zij nu al doen, is nog even afwachten. Sportbonden en intermediairs zitten waarschijnlijk handenwrijvend te rekenen wat de nieuwe regeling kan opleveren. Of de sponsors zo gelukkig moeten zijn, is de vraag. Het is te hopen dat alle (financieel) betrokken partijen beseffen dat bijvoorbeeld attentiewaarde en impact van uitingen veel groter en sterker zijn bij een heldere, overzichtelijke en creatieve reclamevoering en dat men kiest voor kwaliteit in plaats van kwantiteit.

Mijn allereerste publicatie verscheen in Adformatie nr 42, 18 oktober 1990.