Over sport als laboratorium

Topsport is een high performance omgeving waar de beste getrainde mensen ieder detail onder de loep nemen om verschil te maken. Het is een interessante testomgeving met als doel inzichten te verkrijgen en innovaties te ontwikkelen die ten goede komen aan alle betrokken partijen zoals atleten, sponsors en de samenleving.

Meestal staan sport en sporters centraal in onderzoek, soms de supporters. Onder de naam Field Lab was de wedstrijd NEC – de Graafschap een testopstelling met verschillende bubbels voetbalsupporters. Geen ‘uitverkocht huis’; 1.153 van de 1.500 beschikbare kaarten werden verkocht. Niet iedere geïnteresseerde fan wilde zich volledig laten volgen, want niet alleen de looplijnen in het stadion, ook de bewegingen van de ‘proefkonijnen’ enkele dagen na de wedstrijd werden gemonitord. De supporters die er waren, deden dat om hun club aan te moedigen maar ook ‘om het landsbelang te dienen’. Over zes weken zijn de testresultaten beschikbaar.

Formule 1 wordt ook wel het laboratorium van de automobielindustrie genoemd. Talrijke innovaties vonden via de F1 hun weg naar de auto’s in het dagelijkse verkeer. Zoals zuinige motortechniek, verbeteringen van brandstofinspuiting, aerodynamische vormgeving en koplampen met laser.

Deze week werden verschillende bolides gepresenteerd voor het nieuwe F1-seizoen. Met een opvallend detail: de auto’s rijden niet meer zo hard als vorig jaar. Niet sneller, sneller, sneller, maar langzamer. Een stijlbreuk vanwege twee redenen. De Covid-19 crisis heeft grote financiële impact op de teams, daarom is besloten de racewagens van 2020 te hergebruiken. De tweede reden heeft met de belangen van bandensponsor Pirelli te maken. De racewagens waren het afgelopen seizoen zo snel geworden, onder meer door een verbeterde aerodynamica, dat dit zijn weerslag had op de banden. Vanwege de vrees voor ‘ontploffende banden’ zijn de regels door racefederatie FIA aangepast en hebben de bouwers de vormgeving van de auto moeten aanpassen.

Een sport waar het nog wel steeds sneller gaat, is de atletiek. Nike heeft de zogenaamde Vaporfly-technologie ontwikkeld, waarbij loopschoenen zolen van verend schuim bevatten plus een plaat van carbon die als een soort springveer werkt. In een laboratorium-opzet in Wenen liep Eliud Kipchoge de marathon onder de twee uur. Inmiddels sneuvelen er allerlei officiële records. Doordat deze schoenen groot verschil maken en in eerste instantie beperkt beschikbaar waren, leidde dat tot kritiek uit allerlei hoeken.

De mondiale koepelorganisatie World Athletics besloot de schoenen niet te verbieden voor de wedstrijdsport. Wel zijn er nieuwe regels vastgelegd over bijvoorbeeld de dikte van de zolen en de omvang van de carbonplaat. Een andere vereiste is dat de betreffende schoenen (inmiddels hebben meerdere merken een soortgelijke technologie toegepast) voor iedereen beschikbaar moeten zijn. Een loffelijk streven, in de praktijk krijgen de toppers onder de gesponsorde atleten al eersten de beschikking over de nieuwste modellen.

Over de bewering van atleten dat de nieuwe schoenen de uitstraling en aantrekkingskracht van de sport zouden ondermijnen, heeft voorzitter Sebastian Coe een duidelijke mening. Hij wijst op de geschiedenis van zijn sport waarbij er altijd vooruitgang is gerealiseerd: door betere ondergronden, trainingsmethodieken, voeding, schoenen et cetera. Lord Coe, overigens jarenlang een Nike-atleet die zijn verbintenis moest opgeven toen hij voorzitter werd, vindt dat innovatie niet moet worden verstikt en dat vernieuwing een onlosmakelijk deel van de sport is.

De geschiedenis leert dat in veel gevallen de sport achter de ontwikkelingen aanholt. Of het nu om de verende hardloopschoenen, de klapschaats of zwempakken met extra drijfvermogen gaat: meestal komen koepelorganisaties pas in actie als de vernieuwing heeft plaatsgevonden en terugdraaien een moeilijke optie is geworden.

Ook in de schaatssport werd er recent volop geëxperimenteerd. In dit geval door schaatsbaan Thialf dat door het verdraaien van luchtroosters rond de baan voor een soort rugwind heeft gezorgd. Tegen alle logica in regende het wereldrecords op de laaglandbaan in Heerenveen. De twijfel over de haalbaarheid van deze records en het feit dat de rugwind varieerde tijdens de verschillende ritten, zorgden voor ophef. Thialf bagatelliseert de discussie, NOC*NSF Technisch Directeur Maurits Hendriks gaf aan een onderzoek in te stellen. Of na dit onderzoek de gereden wereldrecords blijven staan, lijkt niet erg waarschijnlijk.

Topsport is een aantrekkelijk laboratorium. Vanwege de publicitaire aantrekkingskracht is het voor sponsors buitengewoon interessant om een inhoudelijke bijdrage aan vooruitgang te kunnen leveren. Als een sponsor zijn kennis en mensen inzet voor innovatie, is dat een prachtig en tastbaar bewijs van de capaciteiten en betekenis van het bedrijf.

DSM was enkele jaren geleden Partner in Sport van NOC*NSF en zette haar expertise in voor innovatie, bijvoorbeeld voor snowboarden en zeilen. Na enkele jaren afwezigheid is DSM weer terug in de sport. De multinational is naamgevend hoofdsponsor geworden van de wielerploeg van Iwan Spekenbrink, die nu Team DSM heet.

In lijn met de purpose van het bedrijf wil DSM een grotere maatschappelijke betrokkenheid realiseren op het gebied van een gezondheid voor mensen en de planeet. De sponsor wil de renners van haar ploeg uitgebreid laten profiteren van innovaties op het gebied van voeding, materialen, gezondheid en veiligheid.

Sneller, hoger, sterker: zo luidt het credo van de Olympische Spelen. Details worden steeds belangrijker en maken het verschil tussen goud en de rest. Sport is een laboratorium voor vernieuwing waarbij de grens tussen vooruitgang en vals spel soms moeilijk te trekken is. Hoe zorg je voor vernieuwing zonder dat het oneerlijk wordt? Het bewaken van een gelijk speelveld is een belangrijke factor. Duidelijke spelregels zijn daarbij van belang. Deelnemers en toeschouwers moeten het gevoel hebben dat iedereen dezelfde kansen heeft.

Dat is een loffelijk streven, maar topsport is in essentie oneerlijk. Winst wordt niet alleen bepaald door talent, maar ook door je afkomst en waar je woont. Sport moet continu op zoek naar die balans tussen vooruitgang en een ‘level playing field‘. Het is eerlijk gezegd een mission impossible.

De belangrijkste factor is uiteindelijk het publiek, de partij waar betaalde sport om draait. Wanneer sport zijn onvoorspelbaarheid verliest, wanneer fans afhaken, dan ontstaan pas de echte grote problemen.

BNR Zakendoen #sporteconomie ging op 24 februari 2021 over sport als laboratorium. De podcast van de uitzending vind je via deze link. Hij is ook te vinden op vele andere podcast platformen. Zoek dan onder ‘Over sport en economie’.

Over het sentiment bij sponsors

De afgelopen dagen verschenen er verschillende onderzoeken over de status en het sentiment van sponsoring in het betaalde voetbal.

Vorige week presenteerden KNVB Expertise en Eredivisie CV een door Markteffect verricht onderzoek dat is gehouden onder 688 sponsors en zakelijke relaties van 27 van de in totaal 34 Betaald Voetbal Organisaties in Nederland. Het onderzoek werd in het laatste kwartaal van 2020 gehouden en de resultaten zijn opvallend positief. Sponsors (79%) zijn tevreden over de inspanningen van de clubs om hun afspraken zo goed mogelijk invulling te geven in tijden vol restricties en beperkingen. Ze geven de clubs het rapportcijfer 8. Wat opvalt is dat de rol van de accountmanager (de persoon die namens de club de contacten onderhoudt met de sponsor) van groot belang is. Het is een logisch gevolg van de doelstellingen van bedrijven om sponsor te zijn. Als die vraag gesteld wordt, volgen er traditionele antwoorden als ‘het verhogen van de landelijke naamsbekendheid’ (71%) en ‘het versterken en bouwen van relaties met klanten en prospects’ (54%). Maar liefst 45% van de bedrijven sponsort omdat men ‘trots is bij de club te horen’. Betrokkenheid is een niet te onderschatten factor als het om sponsoring gaat. Als er vanuit de gesponsorde partij aandacht is voor de sponsor, versterkt dat de betrokkenheid en leidt dat tot tevredenheid, wat resulteert in een hoog rapportcijfer in een tijd dat er zelfs even geen wedstrijden waren en de gang naar het stadion al lange tijd is uitgesloten.

Zevenenvijftig procent van de sponsors zegt de verbintenis hoe dan ook te verlengen in het nieuwe seizoen. Vier procent van de bedrijven geeft aan dat zeker niet te doen; dat is een gebruikelijk percentage in een ‘normaal’ jaar. Negenendertig procent van de bedrijven wacht af wat er gaat gebeuren. Verlenging van de samenwerking hangt mede af van de mogelijkheid weer (met relaties) naar het stadion te gaan.

Dat betrokkenheid onder sponsors op alle niveaus een rol speelt, blijkt uit de jaarlijkse Football Money League van Deloitte. Covid-19 heeft vanzelfsprekend impact op de clubs. De verwachting is dat de viruscrisis dit seizoen tot een inkomstenderving van € 2 miljard leidt bij de twintig grootste clubs uit hun lijst. Op de ranglijst van Deloitte, waarbij alleen naar omzet wordt gekeken, staat FC Barcelona wederom op de eerste plaats met € 715 miljoen (-15%). Het is een topnotering waarbij een grote kanttekening moet worden gemaakt. Deze week werd bekend dat de club een schuldenlast van meer dan een miljard heeft opgebouwd. Als gevolg van slecht (pre-corona) management verkeert de club in grote nood en moet men op allerlei manieren bezuinigen. Dat de kans klein is dat de club omvalt, werd al eerder besproken in een uitzending van BNR Zakendoen #sporteconomie.

Real Madrid staat op de tweede plaats, Bayern München op de derde. Beide clubs maakten winst ondanks een lagere omzet. De winst van Real bedroeg € 0,3 miljoen, van Bayern, na een sportief buitengewoon succesvol seizoen, € 5,9 miljoen.

Dit jaar staat er weer een Nederlandse club in de Top 30, namelijk Ajax op plek 27 met € 155,5 miljoen, een lager bedrag dan de Amsterdammers zelf rapporteerden (€ 162,3 miljoen).

De totale omzet van de 20 grootste clubs in het Europese voetbal is 12% gedaald van € 9,3 miljard naar € 8,2 miljard. Dat komt met name door verminderde opbrengsten uit mediarechten (-23%) en kaartverkoop (-17%). De opbrengsten uit commercie zijn echter gestegen met € 105 miljoen (3%). Dat komt doordat een deel van die veelal lange termijncontracten werd afgesloten voordat corona toesloeg. Ook hier constateert Deloitte het belang van de betrokkenheid bij sponsors.

Zowel in Nederland als Europa laten sponsors de club waarmee ze verbonden zijn niet in de steek. Dat komt doordat men tevreden is over de tegenprestaties die worden geleverd en er begrip is voor de noodsituatie waarin het voetbal verkeert. De vraag is wanneer dat stopt. Als bedrijven zelf in financiële problemen komen, zullen zij de sponsoring moeten stoppen. Datzelfde zal ook gebeuren als er te weinig wordt geleverd en de onzekere situatie waarin we verkeren maar blijft voortduren. Iedereen hoopt dat vaccins het echte verschil gaan maken en er voor iedereen betere tijden aanbreken. Zolang dat niet het geval is en de eigen nood niet al te hoog is, blijven sponsors, net als supporters, achter hun club staan.

Betrokkenheid is het toverwoord: dat geldt voor voetbalclubs, goede doelen en eigenlijk voor iedere aanbieder van diensten en producten. Aandacht geven aan je klanten om die betrokkenheid te versterken, het zou vanzelfsprekend moeten zijn, maar dat is het niet. Als je het doet, betaalt het zich uit. Een les uit het voetbal voor het voetbal, voor alle andere sporten en voor ieder bedrijf en iedere organisatie die klanten heeft en wil houden.

De uitzending van BNR Zakendoen #sporteconomie ging op 27 januari 2021 over het sentiment onder sponsors. De podcast van de uitzending vind je hier.

Over de Super League (en de Superleague)

Iedere twee jaar duikt het woord weer op in de voetbalwereld: Super League. Interesse van investeerders om een nieuwe Europese clubcompetitie op te zetten geeft de grote clubs uit Engeland (onder aanvoering van Liverpool en Manchester United), Spanje (Barcelona en Real Madrid), Duitsland (Bayern München), Italië (Juventus) en Frankrijk (Paris Saint-Germain) een instrument om de UEFA onder druk te zetten en nieuwe voorwaarden te stellen aan de opzet en geldverdeling van UEFA’s Champions League.

Covid-19 zorgt ervoor dat de clubs nog meer behoefte hebben aan extra inkomsten. De opbrengsten van de UEFA vallen door het virus € 600 miljoen lager uit, wat heeft geleid tot een reductie van de bedragen die de clubs ontvangen voor deelname aan de Champions League.

De pandemie heeft ook gezorgd voor een overvolle wedstrijdkalender, waardoor topspelers competitiewedstrijden, nationale en internationale bekerwedstrijden moeten spelen en verplichtingen hebben voor hun nationale teams. De clubs klagen want zij betalen forse salarissen en transfersommen en krijgen steeds vaker geblesseerde spelers terug van de internationale breaks.

Er is bij de clubs een voorkeur om minder te spelen in internationale competities; de wedstrijden die gespeeld worden, moeten van het hoogste niveau zijn. Die zijn veel meer waard en vele malen interessanter dan de in hun ogen oninteressante poulewedstrijden in de eerste fase van de huidige Champions League. Bovendien zouden de uitslagen in een kleinere topcompetitie onvoorspelbaarder en daarmee aantrekkelijker zijn dan nu het geval is.

Er is nog een punt dat de behoefte tot verandering versterkt: het governance model van het voetbal zit de grote clubs in de weg: er zijn in hun ogen veel te veel (kleine) clubs die invloed hebben op de besluitvorming.

De grote clubs willen meer geld, de UEFA heeft minder: het is een ideale voedingsbodem voor nieuwe initiatieven van investeerders die geen geldproblemen kennen.

Zakenbank JP Morgan heeft een budget van € 6 miljard beschikbaar voor het opzetten van een Superleague, gestoeld op het organisatiemodel van Amerikaanse sporten: 15 vaste founders uit de vijf grote voetbal economieën plus 5 clubs die kunnen wisselen. De competitie bestaat bij aanvang uit twee poules van 10 clubs waarvan de beste vier doorgaan naar de eindrondes. In totaal gaat het om 193 wedstrijden die doordeweeks worden gespeeld, de finale in het weekend. Voor de founders ligt er ruim € 3 miljard aan startpremie klaar om te verdelen. Clubs moeten zich onvoorwaardelijk binden aan dit model. Er zijn ook eisen op het gebied van financiën, transfer- en salarisbudgetten. Real Madrid en Barcelona hebben publiekelijk hun interesse voor dit concept geuit. De kans op deelname aan dit concept door een Nederlandse club is miniem.

UEFA ziet het gevaar en is ook met een nieuw format gekomen met de naam European Super Project. Bij de voetbalkoepel staat solidariteit, een open systeem met promotie en degradatieregelingen voorop. Dit plan beschrijft drie internationale bekercompetities waaraan 84 clubs kunnen deelnemen.

De top van deze nieuwe piramide wordt gevormd door de nieuw op te zetten UEFA Super League. Die bestaat eveneens uit 20 clubs met vertegenwoordiging uit negen voetballanden. De tweede internationale clubcompetitie is de UEFA Europa League met 32 deelnemers, de derde is de UEFA Europa Conference League met eveneens 32 deelnemers. In vergelijking met de huidige opzet levert dit nieuwe model vooral meer geld op voor de clubs in de Europa League en Europa Conference League. Daarnaast wordt een deel van de totale opbrengsten gebruikt voor het ondersteunen van kleine voetbalbonden en breedtesport programma’s.

UEFA zal alles in het werk stellen om een breakaway van de grootste en meest populaire clubs van Europa te voorkomen, o.a. met het dreigement om clubs te sanctioneren. Vanzelfsprekend onderzoeken alle betrokken partijen alle juridische mogelijkheden en ontsnappingsroutes met extra aandacht voor het mededingingsrecht en de vrijheid van atleten (en clubs) om aan evenementen mee te doen die niet door de koepelorganisatie worden georganiseerd.

De FIFA speelt een interessante rol in dit spel. De wereldvoetbalbond werkt aan een mondiale Champions League onder de naam FIFA Global World Cup en zou de macht van UEFA graag willen breken. Onder de vlag van FIFA zouden de clubs kunnen blijven deelnemen aan hun nationale competities, wat zeker voor de Engelse, Spaanse en Duitse clubs de basis is (en blijft) van hun bestaan. FIFA zou 12 clubs uit de Superleague automatisch laten instromen in de Global World Cup.

Hoe groot is de kans voor een breakaway? Die komt steeds dichterbij. Alles is afhankelijk van de opstelling van UEFA in de komende maanden. Zeker voor de Engelse, Duitse en Spaanse clubs blijven hun nationale competities het allerbelangrijkst. Als de deelname daaraan niet in gevaar komt, worden de kansen voor een nieuw te vormen Superleague steeds groter.

Voor het Nederlandse voetbal is het beter als de UEFA aan de macht blijft. Dan kunnen alle fans blijven dromen van het winnen van de cup met de grote oren en dat jouw club tot de beste van Europa wordt gekroond.

In BNR Zakendoen #sporteconomie ging het op 18 november 2020 over de Super League (en Superleague). De uitzending is terug te luisteren via deze link.

N.B. Op 21 april 2021 was er wederom aandacht voor de Super League. De uitzending en achtergronden vind je hier.

Op deze site vind je alle podcast van ‘Over sport en economie’, inmiddels zijn dat meer dan 100 afleveringen. Je kunt ze ook vinden in je favoriete podcast app, zoek dan op ‘Over sport en economie’.

Over sponsoring in de spotlights

Hoe komt het toch dat juist sponsoring aanleiding geeft voor onderzoek, polemieken en Twitter-verkeer?

Twee actuele voorbeelden. Afgelopen weekend: Follow The Money dat onder de kop ‘Financiële malaise drijft Vitesse in de handen van een dubieuze hoofdsponsor’ onderzoek doet naar de handel en wandel van een sponsor van de voetbalclub. Vorige week: FC Emmen en EasyToys. In het nabije verleden: Rwanda en de mouw-sponsoring van Arsenal. Steeds is het sponsoring dat leidt tot discussie. Hoe komt dat?

Sponsoring, of partnership marketing zoals ik het noem, is een investering in geld of in natura in een activiteit, persoon of evenement in ruil voor toegang tot het te exploiteren commerciële potentieel van die activiteit, persoon of dat evenement dat de interesse (passie) heeft van belangrijke delen van de doelgroep. Dit is mijn favoriete definitie. Met ‘investeren’, ‘commerciële potentieel’ en ‘passie’ als belangrijke elementen die eruit springen.

In deze specifieke gevallen gaat het om die passie. De passie die mensen hebben voor bijvoorbeeld een sport, voetbalclub, acteur, festival of maatschappelijk issue zorgt voor een grote emotionele betrokkenheid die kan leiden tot extase maar ook tot ontvlambaarheid. Het zorgt voor discussie en polarisatie en kan een klein vlammetje laten uitgroeien tot een veenbrand. Zeker als dat gaat om domeinen waar heel veel mensen gepassioneerd over zijn, zoals voetbal.

Was het shirtsponsorship van Vitesse de enige aanleiding voor Follow The Money om op onderzoek uit te gaan? Waarschijnlijk niet, maar het is niet zonder reden dat ze de sponsoring als aanleiding gebruiken voor het artikel. Was de shirtsponsoring van EasyToys de belangrijkste reden voor een brede discussie? Waarschijnlijk wel, met de afwijzing van de KNVB als katalysator.

Opmerkelijk is dat deze merken veel meer doen dan sec sponsoring. Het product van de hoofdsponsor van Vitesse was te zien in verschillende tv-programma’s zoals RTL4 Woontips, Doe maar duurzaam en Life Is Beautiful! en is volop te vinden op het internet met Google Adwords als aanjager.

EasyToys doet ook van alles, van reclame op vrachtwagens (met de tekst “Van Aaaaaaaahhhhh! naar beter!”), commercials op radiozender SLAM!, promoties met dagblad Metro tot en met een ‘succesvolle cross-mediale branded content-samenwerking’ met het damesplatform Vrouw! van TMG. Opvallende activiteiten, maar de voorpagina’s haalde het nooit.

Het is in ieder geval, mocht je daaraan twijfelen, een bewijs van de publicitaire aantrekkingskracht die voor zoveel merken aanleiding is gebruik te maken van sponsoring.

Sponsoring is een krachtig wapen, maar het schept ook verplichtingen. Zelfs als de nood hoog is, ben je als gesponsorde partij verplicht zorgvuldig te checken met wie je wel en niet in zee gaat. Even googelen is niet genoeg. Je bent als gesponsorde niet alleen verantwoordelijk voor je eigen merk, maar ook voor je gepassioneerde fans die je vertrouwen en hartstochtelijk in je geloven. Het heeft geen zin dat te veronachtzamen.  De spotlights van sponsoring doen de rest. Ze kunnen de boel opvrolijken, maar ook aan het duister onttrekken.

De uitzending van BNR Zakendoen #sporteconomie stond deze week onder leiding van Edwin Mooibroek. De uitzending kun je hier terugluisteren.

Over het failliet van Financial Fair Play

In februari sanctioneerde de UEFA Premier League-club Manchester City met een boete van € 30 miljoen en twee jaar uitsluiting van deelname aan het miljardenbal UEFA’s Champions League. Aanleiding hiervoor was het overtreden van de Financial Fair Play regels, ingesteld door de UEFA in 2011 met als doel oneerlijke concurrentie te voorkomen. Inkomsten en uitgaven moeten met elkaar in balans zijn, clubs mogen slechts een beperkt verlies hebben en dat mag niet onbeperkt worden aangevuld door investeerders.

Manchester City had dat wel gedaan, zo bleek volgens de UEFA uit documenten die onder meer door Football Leaks en Der Spiegel in de publiciteit waren gebracht. Hoofdsponsor Etihad Airways zou op papier een sponsorcontract van € 80 miljoen hebben afgesloten terwijl 90% van dat bedrag werd betaald door de eigenaren, de Abu Dhabi United Group.

De straf van de UEFA betekende een enorme klap voor City: het niet deelnemen aan de Champions League zou op basis van de resultaten in het verleden zo’n € 200 miljoen inkomstenverlies opleveren. Bovendien zou de aantrekkingskracht van de club op trainer Guardiola en sterspelers enorm afnemen met een mogelijke uittocht tot gevolg.

Manchester City ging in beroep bij het internationale sporttribunaal CAS. De inzet was dus hoog voor de club, maar ook voor de UEFA die het opnam tegen een van de grote voetbalclubs in Europa. De UEFA handelt dit soort zaken normaal gesproken met eigen juristen af, maar voor deze zaak werden advocaten ingezet.

Afgelopen maandag was de uitspraak van het CAS en het leverde de wellicht ‘belangrijkste overwinning ooit’ voor Manchester City op. UEFA is in het ongelijk gesteld (de officiële uitspraak moet nog gepubliceerd worden); er waren geen overduidelijke malversaties op het terrein van sponsoring. Bovendien was een deel van de aanklacht verjaard, want ouder dan vijf jaar. City kreeg nog wel een tikje op de vingers vanwege het niet mee werken aan het onderzoek van UEFA: een boete van € 10 miljoen, die ze lachend zullen betalen, vanuit Abu Dhabi neem ik aan.

Het betekent een enorme klap in het gezicht van de UEFA, die het stigma van tandeloze tijger niet van zich af kan schudden. Concurrenten van City noemen de uitspraak onbegrijpelijk. Het is wel duidelijk dat de Financial Fair Play-vereisten hiermee onder druk komen te staan en dat ook in het voetbal gaat gelden dat wie betaalt ook alles kan bepalen. De krachtsverhoudingen in het Europese voetbal laten dat beeld overigens al jarenlang zien.

De UEFA heeft de Champions League als belangrijkste verdienmodel en wordt bij de organisatie daarvan continu onder druk gezet door de rijke clubs uit Engeland, Spanje, Duitsland, Italië en Frankrijk. Dat gaat over het aantal deelnemers uit die landen en over de verdeling van de sponsor- en mediagelden. De druk op UEFA zal nu nog meer toenemen. Voetbal gaat steeds meer op de echte (zaken)wereld lijken…

In BNR Zakendoen #sporteconomie ging het op woensdag 15 juli 2020 over het failliet van Financial Fair Play. Thomas van Zijl stelde de vragen. De podcast van de uitzending kun je terugluisteren via deze link.

Over de maatschappelijke betekenis van voetbal

De beeldvorming van Nederlandse voetbal wordt voor een deel bepaald door wat er op het internationale toneel gebeurt. Astronomische transferbedragen én salarissen die in de grote voetbaleconomieën worden betaald, hebben ook hun invloed op de meningsvorming in Nederland, met name door mensen die de sport minder intensief volgen en alleen de excessen tot zich krijgen.

Chaotische besluitvorming en gebrek aan daadkracht in het Nederlandse voetbal versterken een negatief beeld en zorgen ervoor dat het voetbal moeite heeft om aanvragen voor financiële overheidsondersteuning te rechtvaardigen.

Dat voetbal ook veel oplevert, raakt daardoor ondergesneeuwd. Voetbal is passievol vermaak voor miljoenen mensen, is onderdeel van de vermaaksindustrie die voor werkgelegenheid zorgt en bond, koepelorganisaties en clubs zijn op allerlei manieren actief om een bijdrage aan de maatschappij te leveren.

In BNR Zakendoen ging het op 17 juni 2020 over de maatschappelijke betekenis van voetbal. Er gebeurt enorm veel op dit terrein: projecten over gezondheid en vitaliteit, onderwijsprogramma’s, hulpverlening aan kwetsbare doelgroepen, aandacht van maatschappelijke issues als eenzaamheid en armoede, aandacht voor duurzaamheid, projecten op het terrein van internationale hulpverlening: alle partijen zijn op vele fronten actief.

In 2005 werd de Stichting Meer dan Voetbal opgericht op initiatief van de KNVB, Eredivisie CV en de Coöperatie Eerste Divisie. Het doel van de stichting was het bevorderen, stimuleren en inspireren van maatschappelijke betrokkenheid in het Nederlandse betaalde voetbal. Dat werd een groot succes, ook omdat de clubs inzagen dat dit thema een goede invalshoek was voor het aantrekken van subsidies en sponsors. Bovendien namen ook amateurverenigingen het initiatief tot allerlei maatschappelijke projecten. Als resultaat hiervan voerde Nederland enige tijd de ranglijst aan van meest actief voetballand op het terrein van maatschappelijk verantwoord en betrokken ondernemen.

In 2015 werd geconcludeerd dat de doelstellingen van de Stichting waren behaald, werd de Stichting opgeheven en werd het gedachtegoed ondergebracht bij de Eredivisie.

Alle activiteiten zijn te vinden op de website van de Eredivisie en een weekend per jaar wordt er aandacht besteed aan een gezamenlijke thematiek. Clubs zijn vooral individueel actief, waardoor activiteiten met name de eigen achterban bereiken.

Het zou goed zijn voor de reputatie van het betaalde voetbal als de 1.000 bloeiende bloemen zouden worden gebundeld tot één groot boeket. Het gebruik van een vaste hashtag op social media zou al een eenvoudige oplossing kunnen zijn.

De uitzending met Thomas van Zijl en Maria van der Heijden, directeur van MVO Nederland kun je terugluisteren via BNR of Anchor of via je favoriete podcast app.

Over de Spaanse overheersing in het voetbal

Sinds 1998 presenteert Deloitte ieder jaar de Football Money League, een rapportage over de ontwikkelingen in de Europese voetbaleconomie. Ook dit jaar was er genoeg aanleiding om het 23e rapport te bespreken in BNR Zakendoen #sporteconomie.

Het geld blijft maar in het voetbal stromen. Enkele opvallende cijfers: De Top 20 laat ten aanzien een groei zien van 11%, van €8.3 miljard naar € 9.3 miljard: 44% komt van de verkoop van uitzendrechten, 40% uit commerciële activiteiten (sponsoring, merchandising, licenties e.d.) en 16% van kaartverkoop.

In het eerste jaar van verschijning van het onderzoek (1998) was de totale omzet van de Top 20 €1,2 miljard. In 2006 was het totaal €3 miljard en had de toenmalige nummer 1 Real Madrid een omzet van €275,5 miljoen. In 2010 was de optelsom van de grootste 20 clubs €3,9 miljard. Ook toen voerde de Koninklijke de ranglijst aan met een omzet van €400 miljoen.

Fc Barcelona is de nieuwe nummer 1 met €840,4 miljoen, een nieuw record en maar liefst €150 miljoen meer dan in het seizoen 2017/2018. De belangrijkste redenen van die enorme stijging: er is meer aandacht voor het bouwen van het merk (focus op meer betrokken fans via unieke content) en de club heeft alle activiteiten op het gebied van merchandising en licensing in eigen hand genomen. Ook niet onbelangrijk: ze hebben een speler met de naam Messi…

Ajax is de eerste club uit een kleinere voetbaleconomie op plek 23 met €199,4 miljoen. Als je alleen naar commerciële inkomsten zou kijken, staat Ajax zelfs in de Top 20.

Wat ook opvalt is dat bij 75% van de clubs een speler meer volgers op sociale media heeft dan de club zelf. Ander interessant feitje: de voetbal economieën van Manchester (United en City) en Londen (Tottenham Hotspur, Chelsea, Arsenal en West Ham United) zijn groter dan 1 miljard met respectievelijk € 1,3 en €1,7 miljard.

Ik ben benieuwd wat volgend jaar gaat brengen. Zal Manchester United (#3) verder wegzakken nu de club maar geen sportieve successen boekt, geen wereldsterren op het veld heeft staan en hoofdsponsor Chevrolet stopt? Hoe hoog reikt Liverpool (#7) dankzij de aansprekende resultaten op en naast (Nike) het veld? Zullen er weer nieuwe records worden gebroken? Deloitte verwacht dat het einde van de double-digit growth in zicht komt omdat inkomsten van uitzendrechten niet verder zullen groeien. Ik betwijfel dat: de uitzendrechten van premium events zijn nog steeds in trek, de prijzen van oefenwedstrijden en kleinere competities staan wel onder druk. De verdere penetratie van betaaltelevisie en de razendsnelle opkomst van OTT (met andere woorden ‘Netflix voor voetbal’) vormen twee nieuwe geldgeisers, die pas echt gaan spuiten als lopende tv-contracten zijn afgelopen. Het zal ervoor zorgen dat de financiële verschillen nog groter worden.

De uitzending van BNR Zakendoen #sporteconomie van 15 oktober werd gepresenteerd door Thomas van Zijl met als Zakenpartner Ageeth Telleman en is terug te vinden als video of podcast.

De podcasts van alle afleveringen van het sport & economie-item in BNR Zakendoen vind je op Anchor of via je favoriete podcast-app onder de titel ‘Over sport en economie’.

Over banken en voetbal

De publicatie door NRC van een intern memo van de Rabobank over de terugtrekking uit het betaalde voetbal zorgde voor vele nieuwsberichten en een publieke verantwoording van CEO Wiebe Draijer.

De bank, die 80% van de BVO’s bedient en zijn positie gebruikt om buitenlandse overnames te blokkeren lijkt hiermee de totale voetbalwereld te diskwalificeren.

In BNR Zakendoen van 21 juli 2019 gingen we in op de rol van banken in het voetbal en de overwegingen en consequenties van het beleid van Rabobank. Hoe kijken andere grootbanken hiernaar? Wat zijn de mogelijke consequenties voor het voetbal als banken zich terugtrekken?

Thomas van Zijl stelde de vragen, Jacqueline Zuidweg was de Zakenpartner deze woensdag. De video van de uitzending vind je hier, de podcast vind je hier en is ook te beluisteren via jouw favoriete podcastplatform. Zoek op ‘Over sport en economie’.

Over voetbalcompetities in Europa

In Nederland hebben we er al twee ronden opzitten, in Engeland en Frankrijk één en vrijdag begint de hoogste voetbalcompetities in Duitsland en Spanje. Als er op 24 augustus om 18.00 uur wordt afgetrapt voor de Serie A wedstrijd Parma vs. Juventus zijn alle voetbalcompetities in West-Europa officieel van start gegaan.

De nationale leagues van de grote voetballanden blijven groeien. In totaal wordt er in het seizoen 2019/2020 € 28,4 miljard omgezet, een groei van 11%. De vijf grootste voetbalcompetities brengen meer dan 50% van dit totaal op. De Engelse Premier League steekt er ver bovenuit en tekent voor meer dan 20% van het totaal. EPL genereert dit seizoen bijna € 6 miljard aan inkomsten, waarvan € 3,2 miljard uit de verkoop van uitzendrechten. Het levert het Engelse topvoetbal een winst van € 6 miljard op.

In het sport & economie-item in BNR Zakendoen ging het op 14 augustus 2019 over de ontwikkeling van de grote voetbalcompetities in Europa. Ook aandacht voor de economie van de Eredivisie, die op de achtste plaats staat na Rusland en Turkije met een omzet van circa € 500 miljoen , die voor een belangrijk deel uit commercie en ticketverkoop bestaat en waar inkomsten uit uitzendrechten zijn gestabiliseerd. Was de € 1 miljard deal met Fox een verstandige beslissing of niet? Hoe reëel is de ambitie van de Eredivisie om de zesde voetbaleconomie van Europa te worden?

Thomas van Zijl stelde de vragen, Zakenpartner deze uitzending was Eline Leijten. De video van de uitzending is hier te bekijken en hier als podcast te beluisteren.