Over vrijheid en gebondenheid in de sport

Chinese bedrijven nemen een steeds grotere positie in als sponsor van grote sportorganisaties en -evenementen. De NBA ervaart wat de consequenties kunnen zijn als een ogenschijnlijke futiliteit ontploft in de grootste markt van deze competitie: China.

Een tweet van de directeur van de Houston Rockets leidt ondanks verontschuldigingen tot boycots, opzeggingen van Chinese sponsors en het niet-uitzenden van wedstrijden in het land waar meer mensen de NBA volgen dan in de Verenigde Staten zelf. NBA-commissioner Adam Silver blijft tussen alle verontschuldigingen door het recht van vrije meningsuiting verdedigen maar het leidt van kwaad tot erger. De economische impact voor zijn organisatie is enorm.

Het gaat hier om een clash tussen sport en politiek, die (toevallig?) samenvalt met een handelsboycot van de Verenigde Staten voor Chinese bedrijven die het niet nauw nemen met de mensenrechten en een aflevering van SouthPark waarin grappen over China worden gemaakt.

Sport is zo groot en prominent geworden in ons dagelijks leven en wordt daardoor steeds vaker geconfronteerd met politieke en maatschappelijke issues waaraan sportbestuurders, atleten, coaches en ook fans zich niet meer kunnen onttrekken. Is dit een ondermijning van onze westerse normen en waarden of een logisch gevolg van de globalisering en de invloed van nieuwe machthebbers?

Kunnen atleten, coaches en staf hun persoonlijke mening nog wel verkondigen? In hoeverre kan een sporter zelf bepalen wat hij zegt, doet of draagt? In BNR Zakendoen van 9 oktober 2019 ging het over vrijheid en gebondenheid in de sport.

Thomas van Zijl leidde de discussie. De video van de uitzending vind je hier, de podcast vind je hier.