Over oude en nieuwe helden

Na een kort intermezzo over de aanstelling van Louis van Gaal als bondscoach van het Nederlands Elftal ging de uitzending van BNR Zakendoen Sport & Geld met Paul van Liempt en Marcel Beerthuizen over oude en nieuwe (sport)helden.

Het lijkt erop dat de Spelen van 2021 voor een aantal atleten een jaar te laat kwam, maar dat voor een andere groep atleten (wielrennen, atletiek, roeien) dat extra jaar voor nog meer inhoud en zelfvertrouwen heeft gezorgd. Met name de prestaties op de atletiekbaan en -weg zijn ongekend . Halverwege de tweede week van de Spelen van Tokio staat TeamNL er goed voor, al lijkt het erop dat het record aantal gouden medailles (12 in Sydney 2000) niet meer gebroken gaat worden. Hoe dan ook, de Nederlandse Olympische sport levert een geweldige prestatie op het allergrootste sportpodium van de wereld.

Het is jammer dat Nederland zo slecht bekend is met de ploeg van bijna 300 atleten. Een grotere bekendheid van de sporters zorgt voor meer betrokkenheid en een grotere aantrekkingskracht op publiek, media en commercie. NOC*NSF en de sportbonden zouden veel meer energie een aandacht moeten steken in het vermarkten van de atleten, dat komt de sport en de atleten ten goede. Er zijn genoeg verhalen te vertellen, maar dat gebeurt pas als er iets goed of volledig fout is gegaan. De verhalen die na deze Spelen vooral zullen blijven hangen zijn die van Niek Kimmann, Sifan Hassan en Annemieke van Vleuten (2x), evenals het ‘plankje’ van Mathieu van der Poel.

Iedere twee jaar komt de vraag voorbij of Olympische gouden medaille winnaars miljonair worden van hun prestatie. Voor de meeste sporters is dat niet weggelegd, het is vooral afhankelijk van de sport waarin je presteert. Roeiers zullen zich vooral moeten richten op hun maatschappelijke carriere en dat geldt voor de meeste Olympiërs.

Maar iemand als Niek Kimmann heeft de mogelijkheid om ook na zijn topsport-carrière een bovenmodaal inkomen te halen uit het presentatie- en lezingencircuit (mits hij daar zin in heeft uiteraard).

De podcast van de uitzending met Paul van Liempt en Marcel Beerthuizen kun je hier terugluisteren.

Over de beeldvorming van een sportcompetitie

Vorige week werd de shirtsponsoring van FC Emmen door EasyToys tegengehouden door de KNVB vanwege strijd met de goede zeden, de goede smaak of het fatsoen.

In de discussie over de afwijzing van EasyToys als shirtsponsor van FC Emmen was er vooral begrip voor de voetbalclub die € 500.000 aan zijn neus voorbij zag gaan en voor de succesvolle sponsor die vond dat zijn bedrijf in een verkeerde hoek werd geplaatst. Er was weinig begrip voor het standpunt van de KNVB, de partij die het oordeel velde.

Ondanks bakken kritiek en hoon liet de voetbalbond weten niet van plan te zijn terug te komen op de beslissing: “Je moet ergens een grens trekken. Voetbal is voor alle leeftijden, jong en oud, en kinderen willen graag een shirt van hun favoriete voetballer. Bij Barcelona staat daar Rakuten op, bij Ajax Ziggo, maar je wil als vader toch niet dat je 8-jarige zoontje rondloopt in een shirt met EasyToys erop?”, aldus een woordvoerder.

Ik kan die verklaring goed volgen en me er ook in vinden. De verbondenheid met een favoriete betaald voetbalclub zit in ons DNA en komt al op jonge leeftijd tot stand. Club en spelers zijn helden voor fans van alle leeftijden. Een voetbalclub is iets waarmee je je identificeert, het vertelt wie je bent en (meestal) waar je vandaan komt. Niet voor niets luidt de slogan: Eredivisie Ons Voetbal.

Er is in mijn ogen ook nog een ander aandachtspunt. In de uiterst competitieve vrijetijdseconomie is het belangrijk dat de Eredivisie zijn aantrekkingskracht blijft behouden voor supporters, kijkers, volgers, sponsors en mediapartijen in binnen- en buitenland. Sterke sportmerken als UEFA’s Champions League en de Amerikaanse NBA bewaken nauwgezet de uitstraling van hun merk en leggen clubs, sporters en media gedetailleerde gedragsregels op. Het gaat over beeldvorming en welke merken daarbij passen. Als je je als competitie bijvoorbeeld richt op families, dan hoort daar een bepaalde uitstraling en bepaalde merken bij. Het is een belangrijk fundament voor de enorme commerciële en maatschappelijke aantrekkingskracht van deze competities. Het is niet voor niets dat merken als EasyToys niet zichtbaar zijn in andere toonaangevende sportcompetities.

EasyToys werd vorige week dus niet toegelaten vanwege strijd met de goede zeden. Een arbitrair begrip dat mede wordt bepaald door culturele opvattingen en de tijdgeest. Die tijdgeest verandert in Zeist blijkbaar razendsnel. Binnen een week wijzigde de bond van mening en werd de shirtsponsoring alsnog toegestaan.

Een opmerkelijke ommezwaai. Hoe zou dat komen? Was het bedrijf EasyToys in eerste instantie verkeerd beoordeeld door de KNVB? Werd de bond onder druk gezet? Zou Emmen het stadion naar het merk noemen, de bedrijfsnaam op de volledige boarding-ring zetten en alle supporters een shirt met de sponsorvermelding geven? Want dat zijn uitingsvormen die niet onder de goede zeden-bepaling vallen. EasyToys staat al enige tijd op de boarding bij FC Groningen, geen haan die daar ooit naar kraaide. Het zou een zwakke plek in de verdediging van de KNVB kunnen zijn in een eventuele rechtszaak die FC Emmen wilde aanspannen.

EasyToys mag nu wel op het shirt, maar voorlopig voor één seizoen in plaats van drie jaar. In december gaan de 18 clubs om tafel en zal worden bepaald of EasyToys ook na het lopende seizoen op het shirt mag blijven staan.

De clubs gaan nu bepalen wat goede zeden en goede smaak is. Ik vraag me af op dat verstandig is. Alle BVO’s staan onder financiële druk en worden gedicteerd door uitdagingen op de ultrakorte termijn. Dat was altijd al zo en de komst van Covid-19 heeft dat nog eens enorm versterkt. Het water staat sommigen boven de lippen. Het is een zorgwekkende situatie, niet bepaald het beste vertrekpunt voor de beoordeling van morele dilemma’s.

BVO’s hechten, begrijpelijkerwijs, minder waarde aan ‘vage’ termen als ‘goede zeden’ of ‘het bouwen van een merk’, want die leveren vandaag niets op. Daarom moet je de beoordeling van dit soort zaken beleggen bij een scheidsrechter die onafhankelijk en objectief kan oordelen. Of die scheidsrechter de KNVB moet zijn is een andere vraag.

De uitzending van BNR Zakendoen #sporteconomie ging op 23 september 2020 over de beeldvorming van een sportcompetitie. Op dat moment was de aanname dat EasyToys voorlopig niet op het shirt van FC Emmen zou komen te staan. Daags na de uitzending zag de wereld in Emmen en omgeving er veel rooskleuriger uit.

De uitzending kun je terugluisteren via deze link. Hij is ook te vinden in de bekende podcast-apps. Zoek dan op ‘Over sport en economie’.