Over de invloed van supporters

In de afgelopen weken is duidelijk geworden dat de bestuurders van voetbalclubs niet zonder enige rekenschap kunnen doen en laten wat ze willen. De geplande deelname aan de Super League leidde tot opstand van supporters van verschillende Engelse clubs.

Het resulteerde erin dat deze clubs binnen enkele dagen afstand namen van de nieuwe competitie. De hebzucht en het gebrek aan solidariteit brachten de fans in beweging. Bijvoorbeeld bij Manchester United, waar een grote groep supporters al veel langer ontevreden was over het beleid van de Amerikaanse eigenaar, de familie Glazer, die de club vol heeft gestopt met schulden en niet de indruk geeft enig gevoel te hebben voor het Europese voetbal. De maat was vol, het stadion werd binnengevallen waardoor een competitiewedstrijd werd uitgesteld. Ook zijn Manchester United-supporters een campagne gestart om sponsors van de club te boycotten. The Hut Group, dat vergevorderd was om een tienjarige sponsordeal voor € 243 miljoen te tekenen voor het merk MyProtein, haakte hierdoor af. Supporters hebben een onmiskenbare invloed op de beeldvorming en de commerciële aantrekkingskracht van een sportorganisatie.

Feyenoord is een club die in een voortdurende tweespalt lijkt te leven. Dick Advocaat noemt het de moeilijkste club waarvoor hij ooit gewerkt heeft, omdat er altijd onrust is, zelfs als de resultaten op het veld goed zijn. Onrust in de bestuurskamer, onrust tussen sponsors en investeerders en onrust tussen supporters, die allen zonder twijfel het beste met de club voor hebben, maar er wel voor zorgen dat grote Rotterdamse multinationals zich willen niet verbinden met zo’n oncontroleerbare omgeving. Dat is jammer voor de club, de stad en voor het Nederlandse voetbal, die gebaat zijn bij een sterk Feyenoord. Hand in hand kameraden, je wenst het iedereen in Rotterdam toe.

De grote betrokkenheid bij voetbal zorgt voor emotionele uitschieters van vreugde en verdriet, zoals we afgelopen weekend hebben gezien bij de verschillende play-off wedstrijden. Betaald Voetbal Organisaties zijn over het algemeen kleine MKB-bedrijven met de publicitaire aandacht van een multinational. Hoe kun je een club besturen en ervoor zorgen dat supporters het gevoel hebben dat ze op enige manier invloed kunnen uitoefenen op het beleid?

Daar zijn verschillende modellen voor. Clubs als het Portugese Benfica en het Spaanse Barcelona hebben leden (socio’s) die een jaarlijks lidmaatschap betalen en kunnen stemmen over belangwekkende onderwerpen, zoals de keuze voor een president/voorzitter of de deelname aan nieuwe competities zoals de Super League. Er zijn clubs zoals Ajax waar een ledenraad bestaande uit leden van de vereniging Ajax invloed kunnen uitoefenen op het beleid. Bij andere clubs zit er een afgevaardigde van de supporters in een bestuursorgaan, die de beschikking heeft over een onvervreemdbaar Gouden Aandeel waarmee bijvoorbeeld het logo, de speellocatie en de clubkleuren kunnen worden beschermd tegen vijandelijke overnames. In Duitsland gaat men nog verder, daar moeten voetbalclubs altijd ten minste 51% van het volledige stemrecht in bezit moet hebben (op enkele uitzonderingen na zoals Bayer Leverkussen en VfL Wolfsburg).

Er zijn ook verschillende pogingen geweest om een voetbalclub volledig door supporters te laten besturen. Zoals het Engelse Ebbsfleet United, waarvan fans een aandeel konden kopen en direct invloed kregen op de organisatie, het aanstellen van trainers, het aantrekken van spelers en het aangaan van partnerships met bedrijven. In Duitsland was er een soortgelijk initiatief bij SC Fortuna Köln en ook in Nederland zijn er mensen die aan dergelijke initiatieven hebben gewerkt. Tot op heden komen dit soort bestuursvormen niet tot wasdom.

Voorlopig blijft het bij oplossingen zoals Chelsea dat deed als gevolg van het Super League debacle: vanuit de supportersgroepen worden drie fans uitgenodigd om Board Meetings bij te wonen. Het lijkt op de rol van een Ondernemingsraad zoals wij die kennen, die gehoord en geconsulteerd wordt bij bepaalde ingrijpende vraagstukken.

De grote vraag is of een dergelijke constructie voor de bühne is en of het stand houdt in het enorme financiële krachtenveld waarin een internationale topvoetbalclub zich beweegt. In ieder geval weten bestuurders nu wel waartoe supporters in staat zijn. Enkele excessen daargelaten, is dat geen slechte ontwikkeling.

Op 26 mei 2021 ging het in BNR Zakendoen Over sport & geld over de invloed van supporters. De podcast van de uitzending met Thomas van Zijl en Marcel Beerthuizen kun je terugluisteren via deze link.

Overlegcultuur zit sportkwaliteit van Nederland in de weg

door: Thomas van Zijl | 12 april 2018

De internationaal geroemde Nederlandse sportinfrastructuur zit inmiddels meer in de weg dan dat hij goed doet. Dat stelt sportmarketeer Marcel Beerthuizen van sponsoringadviesbureau bigplans. Door eindeloos te overleggen met alle mogelijke betrokkenen is het bijna ondoenlijk geworden besluiten te nemen die de kwaliteit van de sport een impuls kunnen geven. “Geef een paar mensen de sleutel en laat ze echt dingen veranderen, want stilstaand water gaat rotten.”    

Geen misverstand, Beerthuizen prijst het feit dat er in Nederland zoveel clubs, sporthallen en zwembaden zijn. Daarin is geïnvesteerd door mensen die vaak lang geleden al het initiatief namen om zich te verenigen en door overheden die het belang van sport inzagen.

Polderen en compromissen

Via die verenigingen en later de bonden sloop ook het typisch Nederlandse poldermodel de sport binnen. Bij belangrijke kwesties met elkaar om tafel zitten en er samen uitkomen, meestal door een compromis voor te stellen. Dat heeft lang gewerkt, maar die structuren lopen volgens Beerthuizen zo langzamerhand op hun einde. Hij wijst op schaatsbond KNSB waar gesproken wordt over een nieuw organisatiemodel, de voortdurende onrust bij sportkoepel NOC*NSF en de impasse waarin de Eredivisie zit omtrent belangrijke dossiers als kunstgras en de opzet van de competitie.

Individuele successen

Ogenschijnlijk is er niet zoveel mis met de Nederlandse sport, vindt ook Beerhuizen. In olympische medaillespiegels is een topnotering geen uitzondering en er zijn meerdere Nederlandse sporters van absolute wereldklasse. “Klopt allemaal, maar kijk eens goed naar die toppers. Ze draaien stuk voor stuk hun eigen programma, met hun eigen sponsors en hun eigen team. Het zijn als het ware individuele bedrijfjes die losstaan van de bond. Die bond is niet in staat om aan te haken bij de snelheid die topsport vereist.” Beerthuizen wijt dat aan het feit dat in Nederland iedereen z’n zegje mag doen en dat voor besluiten vaak een ruime meerderheid nodig is.

Wie niet groot is, moet slim zijn

Beerthuizen maakt zich op de lange termijn zorgen over het niveau van de sport. “Als er niets verandert, wil het niet zeggen dat alles direct instort. De Eredivisie gaat heus niet verloren en ook individuele topsporters blijven doen wat ze het liefste doen. Zoals Olympisch schaatskampioen Esmee Visser die afgelopen seizoen zelfs geld meenam. Maar de kwaliteit en het niveau zullen afnemen en daarmee ook de aantrekkingskracht. Stilstand is achteruitgang. Dat was onze kracht is, een geweldige infrastructuur en een hoge sportparticipatie, moeten we blijven ontwikkelen omdat we het op economische schaal altijd afleggen tegen grote landen. We moeten blijven innoveren, slimmer zijn dan de rest.”

Solidariteit

Volgens Beerthuizen moet er iets radicaals veranderen in de organisatiestructuur in Nederland. Hij kijkt daarvoor naar de grote profsport organisaties in de Verenigde Staten. “Het gaat vooral om het besef dat je alleen met solidariteit verder kunt komen. Daar zijn in Amerika de atleten, de clubeigenaren en de league zich goed van bewust. De basis daarvan is een goed economisch model, waarin die drie partijen hun waarde inbrengen en opbrengsten op een rechtvaardige manier verdelen. Er is een ‘commissioner’ die als eindverantwoordelijk besluiten neemt. Het wil niet zeggen dat ieder besluit voetstoots wordt overgenomen, soms wordt er zelfs gestaakt. Maar er is altijd het besef dat je met zijn allen verantwoordelijk bent voor het ‘product’ topsport.”

Individuele belangen

Dat besef van een gezamenlijk belang ontbreekt in Nederland. “Iedereen kijkt naar zijn eigen positie en stemt dus altijd tegen een ontwikkeling die wel goed is voor de sport maar niet voor de eigen partij. Het is een van de redenen dat er in de Eredivisie geen enkele vooruitgang wordt geboekt op dossiers als kunstgras en een nieuwe competitieopzet. Veranderingen komen pas tot stand bij een vijfzesde meerderheid. De individuele belangen lopen zo uiteen, dat er altijd wel vier clubs tegen zijn.”

Hoe zou je dat kunnen doorbreken? Bijvoorbeeld door één persoon de sleutels in handen te geven. Een dictator, of beter een verlicht despoot, die in staat is om discussies die al lang op slot zitten vlot te trekken. Beerthuizen denkt aan mensen als Joop Alberda en Robert Eenhoorn, algemeen directeur van AZ, die ervaring heeft in de Amerikaanse sport. “Dat zijn mensen, geen dictators overigens, die in staat zijn leiding te geven vanuit een heldere visie, het algemene belang en met oog voor topsport én commercie.”

Radicale verandering

Beerthuizen gelooft in zo’n aanpak, maar is zich ook bewust van de geringe slagingskans van zijn oproep. “Hoe slecht moet het gaan voordat alle partijen beseffen dat het beter is hun macht over te dragen aan één persoon? Als we dat punt bereiken, is het al te laat vrees ik.” Beerthuizen heeft wel een alternatief. “Wijs drie mensen aan die het mandaat krijgen om een besluit te nemen over een belangwekkend dossier. Zij doen uitvoerig onderzoek, praten met alle betrokkenen, hebben oog voor het algemeen belang en komen dan tot een besluit waaraan iedereen zich moet houden. Misschien is dat een manier om uit de impasse te komen. Niet veranderen en op dezelfde voet verder gaan is met het oog op de kwaliteit van de Nederlandse sport een veel groter risico.”

Dit artikel is verschenen in Sport KnowXL van 12 april 2018 en is hier te vinden.