Over omgaan met de media

Na haar eerste winstpartij op Roland Garros afgelopen zondag besloot de nummer 1 van de wereld Naomi Osaka de pers niet te woord te staan. Met als reden dat journalisten veel te weinig rekening houden met de mentale druk op sporters. Osaka gaf aan het systeem te wil veranderen. Het leverde haar een boete van € 15.000 euro op en enorm veel hoon van vooral mannelijke collega’s die onverbloemd lieten weten dat persconferenties ‘part of the job’ zijn. De organisaties van de vier Grand Slams gingen mee in de kritiek en dreigden met uitsluiting van deelname.

Afgelopen maandag volgde er een verklaring van Osaka op haar social media kanalen. Ze trok zich terug van het toernooi, gaf aan dat ze niet verwacht had dat haar actie zoveel zou losmaken en bracht naar buiten dat ze vrees heeft om met de pers te spreken en als gevolg daarvan angstaanvallen heeft. De hoon verstomde en er kwamen sympathiebetuigingen van alle betrokken partijen.

Een professioneel tennisster is verplicht aan publiciteitsmomenten mee te werken. De koepelorganisatie van het professionele vrouwentennis, de WTA, eist dat als een van de tegenprestaties voor deelname. De winnaar moet meteen na een wedstrijd verschijnen, de verliezer kan desgewenst even de tijd krijgen om zich terug te trekken om de teleurstelling te verwerken en moet zich daarna voor een persconferentie melden.

Het wordt verlangd en verwacht van sporters, want media, fans en volgers willen het antwoord op vragen over de wedstrijd. Iedere wedstrijd is weer aanleiding voor nieuwe duiding en dat is anders dan de prestaties van een acteur, artiest of andere kunstenaar waarbij ‘het werk’ niets met winnen of verliezen heeft te maken. Prince gaf bijna nooit een interview en dat verhoogde slechts de magie en aantrekkingskracht van zijn persoon. Van sporters willen we weten ‘wat er door ze heen ging’.

Sporters moeten iets melden, maar het is niet ongewoon dat zij niet met de pers willen spreken. Johan Cruijff vroeg in sommige gevallen een vergoeding, Robin van Persie boycotte de pers tijdens het EK van 2012 omdat hij geen vragen over een eventuele overgang naar Manchester United wilde beantwoorden (daar had hij later overigens spijt van) en een NBA-basketballer gaf een persconferentie waar hij vragen alleen met ‘ja’, ‘nee’, of ‘weet niet’ beantwoordde om vervolgens voor een verdere uitleg naar zijn website te verwijzen, de website waarop al zijn persoonlijke sponsors stonden vermeld. Dat lukte maar één keer, zijn club greep in.

Naomi Osaka was in 2020 de best verdienende vrouwelijke sporter met een inkomen van $ 37,4 miljoen opgebouwd uit prijzengeld en persoonlijke sponsorcontracten met o.a. Nike, Nissan en Procter & Gamble. Deze merken hebben zich met Osaka verbonden vanwege haar prestaties, uitstraling, achtergrond en haar bijzondere levensverhaal. Voor het geld dat ze betalen, verwachten ze tegenprestaties. Datzelfde geldt voor toernooi-organisatoren die hun investeringen terugverdienen met de verkoop van toegangskaarten, uitzendrechten, catering en merchandising. Ook zij verwachten dat een sporter levert.

De druk op atleten is de laatste jaren onmiskenbaar toegenomen. Dat heeft te maken met verwachtingen van het publiek (Osaka bijvoorbeeld komt op de Olympische Spelen voor Japan uit, zij is hét gezicht van de nationale equipe en iedereen in Japan verwacht dat ze goud gaat winnen), de nog steeds groeiende interesse in sport als vorm van entertainment, de opkomst van allerlei mediakanalen en de wens van pers en publiek dat sporters zich uitspreken over tal van maatschappelijke issues. Racisme, Qatar 2022, vaccineren: als het over dit soort onderwerpen gaat, verdwijnt alle nuance in de publieke discussie over atleten.

Talent en hard werken zijn niet meer genoeg om een succesvolle atleet te zijn, zo lijkt het. Het vraagt in ieder geval om zorgvuldige begeleiding. Hoe je je moet presenteren, wat je zegt en hoe je dat zegt, het is onderdeel geworden van het dagelijks werk van een mondiale superster. Dan moet je ook nog leren om te gaan met de mentale druk van het steeds weer moeten presteren. Het is niet voor niets dat veel sporters tijdens en ook na hun carrière last krijgen van psychische problemen. Je zou van IMG, het managementbureau van Osaka, mogen verwachten dat zij haar in ieder geval beter hadden begeleid over haar communicatie. De vraag is wat dit persoonlijk met haar doet en wat de invloed is op de rest van haar carrière.

Ook voor een coach is de presentatie een onderdeel geworden van de skill-set die je moet hebben. Een coach moet een goede manager, een tacticus en een psycholoog zijn die een strategie kan bepalen en een team kan smeden, maar je kunnen presenteren in de media wordt steeds belangrijker. Het kan ervoor zorgen dat de aantrekkingskracht van een club of team wordt vergroot.

Presenteren kun je leren. Het is een kwestie van oefenen en vooral goed voorbereiden op dat wat er gaat en kan komen. Natuurlijk, het gaat uiteindelijk om de prestaties op het veld. Maar als de resultaten tegenvallen en de presentatie onder niveau is, kun je er op wachten dat erop ingespeeld wordt door pers en publiek. Frank de Boer ervaart dat momenteel aan den lijve.

In BNR Zakendoen ‘Over sport en geld’ ging het op 2 juni 2021 over het omgaan met de media.. De podcast van de uitzending met Thomas van Zijl en Marcel Beerthuizen en Zakenpartner Simone van Trojen van LaDress kun je terugluisteren via deze link.

Over de invloed van supporters

In de afgelopen weken is duidelijk geworden dat de bestuurders van voetbalclubs niet zonder enige rekenschap kunnen doen en laten wat ze willen. De geplande deelname aan de Super League leidde tot opstand van supporters van verschillende Engelse clubs.

Het resulteerde erin dat deze clubs binnen enkele dagen afstand namen van de nieuwe competitie. De hebzucht en het gebrek aan solidariteit brachten de fans in beweging. Bijvoorbeeld bij Manchester United, waar een grote groep supporters al veel langer ontevreden was over het beleid van de Amerikaanse eigenaar, de familie Glazer, die de club vol heeft gestopt met schulden en niet de indruk geeft enig gevoel te hebben voor het Europese voetbal. De maat was vol, het stadion werd binnengevallen waardoor een competitiewedstrijd werd uitgesteld. Ook zijn Manchester United-supporters een campagne gestart om sponsors van de club te boycotten. The Hut Group, dat vergevorderd was om een tienjarige sponsordeal voor € 243 miljoen te tekenen voor het merk MyProtein, haakte hierdoor af. Supporters hebben een onmiskenbare invloed op de beeldvorming en de commerciële aantrekkingskracht van een sportorganisatie.

Feyenoord is een club die in een voortdurende tweespalt lijkt te leven. Dick Advocaat noemt het de moeilijkste club waarvoor hij ooit gewerkt heeft, omdat er altijd onrust is, zelfs als de resultaten op het veld goed zijn. Onrust in de bestuurskamer, onrust tussen sponsors en investeerders en onrust tussen supporters, die allen zonder twijfel het beste met de club voor hebben, maar er wel voor zorgen dat grote Rotterdamse multinationals zich willen niet verbinden met zo’n oncontroleerbare omgeving. Dat is jammer voor de club, de stad en voor het Nederlandse voetbal, die gebaat zijn bij een sterk Feyenoord. Hand in hand kameraden, je wenst het iedereen in Rotterdam toe.

De grote betrokkenheid bij voetbal zorgt voor emotionele uitschieters van vreugde en verdriet, zoals we afgelopen weekend hebben gezien bij de verschillende play-off wedstrijden. Betaald Voetbal Organisaties zijn over het algemeen kleine MKB-bedrijven met de publicitaire aandacht van een multinational. Hoe kun je een club besturen en ervoor zorgen dat supporters het gevoel hebben dat ze op enige manier invloed kunnen uitoefenen op het beleid?

Daar zijn verschillende modellen voor. Clubs als het Portugese Benfica en het Spaanse Barcelona hebben leden (socio’s) die een jaarlijks lidmaatschap betalen en kunnen stemmen over belangwekkende onderwerpen, zoals de keuze voor een president/voorzitter of de deelname aan nieuwe competities zoals de Super League. Er zijn clubs zoals Ajax waar een ledenraad bestaande uit leden van de vereniging Ajax invloed kunnen uitoefenen op het beleid. Bij andere clubs zit er een afgevaardigde van de supporters in een bestuursorgaan, die de beschikking heeft over een onvervreemdbaar Gouden Aandeel waarmee bijvoorbeeld het logo, de speellocatie en de clubkleuren kunnen worden beschermd tegen vijandelijke overnames. In Duitsland gaat men nog verder, daar moeten voetbalclubs altijd ten minste 51% van het volledige stemrecht in bezit moet hebben (op enkele uitzonderingen na zoals Bayer Leverkussen en VfL Wolfsburg).

Er zijn ook verschillende pogingen geweest om een voetbalclub volledig door supporters te laten besturen. Zoals het Engelse Ebbsfleet United, waarvan fans een aandeel konden kopen en direct invloed kregen op de organisatie, het aanstellen van trainers, het aantrekken van spelers en het aangaan van partnerships met bedrijven. In Duitsland was er een soortgelijk initiatief bij SC Fortuna Köln en ook in Nederland zijn er mensen die aan dergelijke initiatieven hebben gewerkt. Tot op heden komen dit soort bestuursvormen niet tot wasdom.

Voorlopig blijft het bij oplossingen zoals Chelsea dat deed als gevolg van het Super League debacle: vanuit de supportersgroepen worden drie fans uitgenodigd om Board Meetings bij te wonen. Het lijkt op de rol van een Ondernemingsraad zoals wij die kennen, die gehoord en geconsulteerd wordt bij bepaalde ingrijpende vraagstukken.

De grote vraag is of een dergelijke constructie voor de bühne is en of het stand houdt in het enorme financiële krachtenveld waarin een internationale topvoetbalclub zich beweegt. In ieder geval weten bestuurders nu wel waartoe supporters in staat zijn. Enkele excessen daargelaten, is dat geen slechte ontwikkeling.

Op 26 mei 2021 ging het in BNR Zakendoen Over sport & geld over de invloed van supporters. De podcast van de uitzending met Thomas van Zijl en Marcel Beerthuizen kun je terugluisteren via deze link.

Over OVerstappen

Het is breaking nieuws in Nederland als er iets met de Formule 1 gebeurt en dat was op maandag 17 mei het geval. Toen werd bekend dat na negen jaar de uitzendrechten van de Formule 1 van Ziggo Sport overgaan op een nieuwe speler: NENT Group. De Nordic Entertainment Group betaalt een veelvoud van het bod van Ziggo Sport en verwierf de uitzendrechten voor Nederland voor een periode van ten minste drie jaar.

Formule 1 is heet in Nederland en dat heeft alles te maken met de successen van Max Verstappen. Jarenlang was Lewis Hamilton als coureur van het team van Mercedes oppermachtig, maar dit seizoen is het spannender dan ooit. Ziggo Sport haalt het ene na het andere record met uitzendingen van Grands Prix die meer dan 2,8 miljoen kijkers trekken.

Na negen jaar wordt Ziggo Sport aan de kant gezet. De zender heeft een geweldige programmering opgetuigd rond de opkomst van Max Verstappen. Scheidend directeur Will Moerer wordt bedankt voor alle goede zorgen, maar Formule One Management, nota bene onderdeel van Liberty Media dat eigendom is van Liberty Global dat ook de eigenaar is van Ziggo in Nederland, verkocht de rechten aan de hoogste bieder. FOM heeft zijn eigen business case die nog steeds geen zwarte cijfers schrijft. Voor sentiment is geen ruimte.

NENT Group is sinds 2019 genoteerd aan de beurs van Stockholm. Het media- en entertainmentbedrijf beschikt over tv-zenders, radiostations, streaming video platformen en tal van productiebedrijven en is in meer dan 8 landen actief: Zweden, Denemarken, Noorwegen, Finland, Estland, Letland, Litouwen, IJsland en Polen. De beursgang heeft voor investeringsbudget gezorgd dat wordt ingezet om rechten te kopen, content te ontwikkelen en nieuwe territoria in Europa te veroveren met Nederland als eerstvolgende landje. Dat zal gebeuren door middel van streaming video/OTT-platform Viaplay.

De sportzenders die NENT Group beheert, lijken qua portfolio op het aanbod van Ziggo Sport. In Zweden biedt met een totaalpakket met films & series, sport en kinderprogrammering aan voor zo’n € 45 per maand. NENT heeft aangegeven dat het kanaal dat F1 gaat uitzenden in Nederland voor een ‘reasonable price’ zal worden aangeboden. Wat het pakket gaat omhelzen is nog niet duidelijk, maar het bedrijf is druk bezig andere sportrechten te verwerven.

NENT Group wil de investering uiteraard zo snel mogelijk terugverdienen en gaat proberen de Nederlandse F1-liefhebber tot een abonnement te bewegen. De kans is groot dat Olav Mol en Jack Plooij worden ingezet om die kijker te trekken. Ziggo Sport had een samenwerkingsovereenkomst met Max Verstappen en ik kan me voorstellen dat NENT datzelfde zal doen.

Kan de F1-fan nog op een andere manier naar de trainingen en kwalificaties kijken? Dit jaar kon dat ook met de F1TV app, voor € 64,99 per seizoen, maar deze app zal volgend jaar niet langer beschikbaar zijn in ons land. Er is ook een mogelijkheid om via het basispakket van KPN en Ziggo naar een aantal F1-races op RTL Duitsland te kijken. Deze commerciële zender zendt dit seizoen 4 races uit die gratis te bekijken zijn. Of dat volgend jaar ook zo is, is nog niet duidelijk.

Ziggo Sport verliest volgend seizoen een enorme kijkerstrekker, maar de zender heeft nog steeds een interessant portfolio aan sportrechten met voetbal, tennis, rugby, Amerikaanse sporten en Nederlandse sporten zoals hockey, handbal en volleybal. Met de komst van een nieuwe speler ontstaat er een nieuwe dynamiek op het gebied van sportrechten waar niet alleen Ziggo Sport en ESPN mee te maken krijgen, maar ook de NOS, RTL en SBS.

Wellicht haalt ook de Eredivisie (het contract met Disney/ESPN loopt af in de zomer van 2025) voordeel uit de nieuwe situatie op de Nederlandse sportmarkt aan het ontstaan is, waarbij het niet ondenkbaar is dan ook andere partijen (Facebook, Amazon en misschien ook Apple en Netflix) zullen meedoen in de strijd om de rechten van de meest bekeken sportcompetitie van ons land.

In BNR Zakendoen ‘Sport en Geld’ ging het op 19 mei over OVerstappen, een verwijzing naar de reclamecampagne die Ziggo in 2016 maakte met Max Verstappen in de hoofdrol. De uitzending met Thomas van Zijl en Marcel Beerthuizen kun je terugluisteren via deze link.

Over voorbeeldgedrag

Op 16 april presenteerden de KNVB, Eredivisie CV en Coöperatie Eerste Divisie de resultaten van een onafhankelijk PwC-onderzoek over de maatschappelijke impact van het betaald voetbal. De directeuren van de drie organisaties waren in jubelstemming, want de resultaten waren zonder meer indrukwekkend. Ruim 8,2 miljoen Nederlanders zijn liefhebber van betaald voetbal, gemiddeld besteed men 11 uur per week aandacht aan dit onderwerp, dat volgens de ondervraagden bijdraagt aan het hebben van een sociaal netwerk. Naast de maatschappelijke impact is er ook een economische impact van € 2 miljard per jaar. Met recht kan worden gesteld dat voetbal de belangrijkste bijzaak is in het leven van veel mensen. In de livestream van de presentatie van het rapport was er veel aandacht voor de vele maatschappelijke projecten die BVO’s uitvoeren. De directeuren vonden het jammer dat het kabinet zo weinig oog heeft voor de rol van voetbal in een wereld waar sport en bewegen juist veel belangrijker zijn geworden. Volgens scheidend directeur Gudde komt dat onder meer ‘omdat de bewindslieden nog nooit een trainingspak hebben gedragen’.

Voetbal heeft een enorme invloed, maar ook een voorbeeldfunctie. Noblesse oblige. Betaald voetbal is een grote inspiratiebron voor groot en klein en gedrag op het hoogste niveau wordt tot bij de allerkleinsten geïmiteerd, op en naast het veld. Alle aandacht voor voetbal brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee en vooral het besef wat je invloed is en kan zijn.

Helaas gedraagt de voetbalwereld zich daar niet altijd naar. Een oproep van de Engelse Premier League om haat en racisme op social media aan de kaak te stellen door middel van een lang weekend-boycot werd door tal van sportorganisaties overgenomen, zoals UEFA, FIFA, FIFPro en ook enkele coureurs uit de Formule 1. De KNVB deed niet mee. Eerst was de boodschap van de KNVB ‘dat dergelijke misstanden hier niet voorkomen’. Met het schaamrood op de kaken werd het toen ‘maar we praten binnenkort met Facebook dus gaan we nu niet boycotten’ en daar kwam ook nog het halfslachtige excuus bij dat Ajax dat weekend wel eens kampioen zou kunnen worden. Daar waar de KNVB in het WK 2022 Qatar-dossier op voortvarende wijze het voortouw neemt, laat men hier een kans liggen om misstanden aan de kaak te stellen. Uiteraard is niemand verplicht mee te doen, maar zorg dan in ieder geval voor een helder en consistent verhaal.

Ook Feyenoord-trainer Dick Advocaat liet zich niet van zijn grootste kant zien. Hij kon het niet over zijn hart verkrijgen om in de aanloop naar de Klassieker in de Kuip een erehaag voor de kersverse kampioen te maken ‘omdat het geen gewoonte is’ terwijl allerlei clubs dat in het verleden wel deden. Een erehaag is niet protocollair vastgelegd, maar een gentleman heeft geen protocol nodig om een sportief gebaar te maken, een gebaar dat de uitdrukking is van hoe rivaliserende clubs met elkaar omgaan (zoals er op bestuursniveau een goed en respectvol contact is).  Erehaag maken en daarna over tot de orde van de dag, door met volle energie en strijd een vaak minder gemotiveerde kampioen te verslaan. Het liep heel anders in Rotterdam.

Kan het anders? Er zijn veel voorbeelden uit de sportwereld die een inspiratiebron zijn voor de samenleving. Dat staat misschien wel het beste beschreven in het boek ‘Legacy’ dat schrijver James Kerr schreef over de cultuur van de All Blacks, het schier onverslaanbare rugbyteam van Nieuw-Zeeland. Vijftien lessen in een boek dat als ondertitel heeft: ‘What the All Black can teach us about the business of life.” Een aanrader hoe je een winnende cultuur kunt bouwen en onderhouden.

Er zijn meer goede voorbeelden uit het rugby. Zoals de regel dat alleen de aanvoerder met de scheidsrechter praat. Dat zou men gelijk in het voetbal kunnen invoeren, om te beginnen bij Paris Saint-Germain.

In Portugal is er een ander fenomeen, oorspronkelijk bedacht om spelverruwing in het jeugdvoetbal tegen te gaan dat nu langzaam aan het opschuiven is naar de hoogste prof divisies. Het gaat om de Witte Kaart, die de scheidsrechter kan uitdelen vanwege een sportief gebaar of een sportieve actie. Even wennen dat de kaart niet geel of rood is, maar het zorgt voor positieve aandacht en zet spelers, trainers en toeschouwers aan het denken.

Een ander aansprekend voorbeeld is Manchester United-speler Juan Mata die zijn eigen goede doel Common Goal is begonnen. Mata doneert 1% van zij salaris in een fonds dat allerlei projecten ondersteunt om sociaal-maatschappelijke misstanden aan te pakken. Inmiddels hebben spelers als Serge Gnabry, Timo Werner, Pernille Harder, Paulo Dybala en Liverpool-coach Jürgen Klopp zich bij het fonds aangesloten en doneren ook zij tenminste 1% van hun salaris.

Het aanpassen van spelregels in een conservatieve sport als voetbal zou veel tijd kosten vanwege de bestaande governance. Maar je hebt geen spelregels of reglementen nodig om je voorbeeldig te gedragen; je kunt als club bepalen zelf dat je je aan bepaald gedrag zult houden. Sporters zijn geen koorknapen en in het heetst van de strijd kan er van alles gebeuren; het gaat er veel meer om dat je zelf initiatief neemt en het heft in handen neemt als zaken beter kunnen.

Dat slecht gedrag ook tot commercieel verlies kan lijden, is duidelijk naar voren gekomen in Manchester waar United een sponsorship van meer dan € 230 miljoen zag afketsen vanwege de oproer onder supporters als gevolg van het voornemen van de club tot de Super League toe te treden. Supporters dreigen sponsors van de club te boycotten. Het was de reden voor het bedrijf The Hut Group om de aanstaande sponsordeal voor hun merk Myprotein af te blazen.

Voor de belangrijkste bijzaak in het leven is het hoofdzaak dat men zich bewust is van de machtige positie die men heeft. Misstanden wordt steeds minder gepruimd onder supporters en sponsors, reden voor allerlei clubs om een eigen tegengeluid te organiseren. Voetbal als voorbeeld, zelfs in Den Haag kunnen ze daar iets van leren.

De podcast van de uitzending van BNR Zakendoen #sporteconomie met Thomas van Zijl en Marcel Beerthuizen kun je hier terugluisteren.

Over NFT’s

Het verzamelen van plaatjes en bijzondere items heeft in de sportwereld een nieuwe dimensie gekregen door de opkomst van NFT’s. NFT staat voor Non-Fungible Token, dat is een crypto grafische vastlegging van uniek items of momenten waarbij gebruik wordt gemaakt van blockchain technologie.

NFT’s verschijnen in allerlei vormen. CryptoKitties waren een van de eerste NFT’s, uitgebracht door het het Canadese bedrijf Dapper Labs. Inmiddels zijn er kunstwerken, Tweets, muziekwerken en videogame characters als NFT uitgebracht en verkocht.

Ook de sportwereld heeft de commerciele mogelijkheden van NFT’s ontdekt. Het meest aansprekende voorbeeld op dit moment zijn de NBA Top Shots. Het gaat hierbij om bijzondere momenten uit het basketbal die door liefhebbers, investeerders en speculanten kunnen worden gekocht op het door Dapper Labs ontwikkelde platform. Er zijn unieke NFT’s, zoals de Genesis Ultimate Tier van een dunk van LeBron James die inmiddels al meer dan $ 200.000 heeft opgebracht.

Je kunt ook NBA Top Shots van een dollar kopen waarvan er tienduizend ‘unieke’ exemplaren zijn. De sales van deze nieuwe vorm van sportplaatjes komt overeen met de wijze waarop dat in games als Fortnite en FIFA wordt gedaan: met Packs, Drops en speciale limited editions. Fans worden opgeroepen hun fan-ship duidelijk te maken met hun eigen unieke collectie. De NBA verleent haar officiële licentie aan de momenten, een deel van de opbrengst gaat naar de speler en zijn club. Het is een vorm van marketing waar de Amerikaanse sport in excelleert. NBA Top Shots is in oktober 2020 gelanceerd en inmiddels is via dit platform meer dan $ 400 miljoen omgezet.

De interesse is ook beïnvloed door Covid-19. De aandacht voor digitale marktplaatsen is enorm toegenomen, er is kapitaal, er zijn fans en er is de kans dat jouw verzameling meer waard kan worden, zeker als een eerstejaars ‘Rookie’ later uitgroeit tot een wereldspeler. Overigens is er ook een hausse in de traditionele papieren sportplaatjes. Unieke exemplaren verwisselen voor miljoenen dollars van eigenaar.

NFT’s zijn een nieuwe manier om specifieke items in geld om te zetten, vandaar dat de sportwereld hierop duikt. Ook in Nederland verschijnen de eerste initiatieven, o.a. van het platform Momentible.

Is dit een tijdelijke opleving, een ‘bubble’ die op zeker moment gaat ontploffen? De blockchain zorgt in ieder geval voor de uniciteit van het specifieke token. Hoelang de gebruikte technologie (dat is bij Top Shots de blockchain van de Ethereum munt) blijft bestaan, weet niemand. Het verzamelen van sportmemorabilia is al meer dan honderd jaar oud en bijzondere exemplaren behouden altijd hun waarde. Place your betts…

De podcast van de uitzending van BNR Zakendoen over NFT’s vind je hier.

Over wilde competities

Het starten van een nieuwe competitie in het voetbal is wereldnieuws, met name door de gevoelens die het losmaakt bij veel mensen. Alle media doken op de voetbaloorlog die de Super League heeft veroorzaakt.

Het zorgt ook voor veel vragen. Is zo’n nieuwe competitie een unicum in de sport? Wat zijn argumenten om eraan te beginnen? Welke sentimenten roept het op? Wat ging er mis bij de Super League? Misschien wel de belangrijkste vraag: wat gaat dit voor de toekomst van het voetbal betekenen?

Het starten van een eigen, wilde competitie is zeker niet nieuw in de geschiedenis van de sport. Al in 1895 waren er 21 Noord-Schotse rugbyteams die een eigen competitie begonnen.

Ook in Nederland woedde er ooit een voetbaloorlog. We hebben er de Eredivisie aan te danken. Voetballen voor geld was verboden, de KNVB vond dat ordinair. In andere landen werden spelers wel betaald en Nederlandse topspelers wilden ook wat geld kunnen verdienen met hun sport. Het leidde tot de oprichting van de Nederlandse Beroeps Voetbal Bond geïnitieerd door een aantal Amsterdamse zakenlieden. Al snel waren er tien clubs die in een eigen competitie speelden. De spelers die voor die clubs uitkwamen, werden door de KNVB geschorst en mochten niet langer voor Oranje uitkomen. De spelers en de initiatiefnemers hielden voet bij stuk, steeds meer goede amateurspelers maakten de overstap. Ook het publiek kwam massaal kijken en de KNVB zag tot haar schrik dat de eigen topcompetities daar de dupe van werden. De KNVB ging overstag; het betaald voetbal was officieel geworden.

Er zijn nog vele andere voorbeelden van sporters en teams die hun eigen weg insloegen: in het tennis, schaatsen, zwemmen, darts, basketbal, wielrennen en Formule 1 bijvoorbeeld. Als je je die initiatieven analyseert, kun je drie redenen benoemen waarom er aan zo’n wilde competitie wordt begonnen:

Het gaat om sporters die geld willen verdienen en een eigen competitie starten omdat men niet betaald mag worden of men slecht betaald wordt,

Het gaat om atleten, clubs of teams die ontevreden zijn over de wijze waarop de koepelorganisatie hun sport organiseert. Er is dan met name onvrede op commercieel terrein,

En/of er is sprake van investeerders die financieel gewin zien en die een aantal partijen overhalen mee te doen.

Een breakaway leidt niet altijd tot succes. Schaatsinitiatieven uit de jaren 70, zoals de ISSL en de WISO hebben het niet gered, ondanks de deelname van de absolute toppers als Ard Schenk en Kees Verkerk. Het trok geen publiek, de investeerders hadden geen diepe zakken, binnen no time gingen die projecten failliet.

De investeerders achter de Super League hebben wel enorme diepe zakken. Toch ging het mis. Wat ging er allemaal fout?

De timing was belabberd: midden in de coronacrisis, zonder enig begrip voor het feit dat iedere voetbalclub in de problemen zit en voetbalvermaak voor thuiszittende fans enorm belangrijk is.

De wijze waarop was uiterst onbehoorlijk: op vrijdag alle collega voetbalbestuurders laten weten dat er niets aan de hand is en dan op zondagnacht een persbericht verzenden en een website lanceren waarmee je iedereen overvalt: onbeschoft en onbetrouwbaar.

De communicatie was bedroevend: op geen enkele manier is uitgelegd hoe de Super League zich zou manifesteren en wat de rol van de clubs daarbij was. Door de slechte uitleg ontstond het idee dat de 12 clubs uit hun eigen nationale competitie wilden stappen. Het was zeker niet de bedoeling, dat is immers de financiële backbone van die clubs.

Er was er geen enkel mededogen met de achterblijvers, terwijl in het JP Morgan-plan ook een solidariteitsfonds is opgenomen.

De interne organisatie was totaal veronachtzaamd: als coaches en spelers, de belangrijkste iconen en spreekbuizen van de clubs, niet op de hoogte zijn van de plannen en bedoelingen en/of zich tegen het idee keren, kun je wel inpakken.

De (hypothetische) vraag is wat er gebeurd zou zijn als de communicatie en interne organisatie wel op orde zouden zijn geweest. Zeker als dat in het post-corona tijdperk zou zijn gebeurd. Zou de Super League dan ook zijn ontploft? Zouden de fans dan ook zo massaal hebben gereageerd? Welke rol zou de FIFA hebben ingenomen? Wat als…, het is een leuk gedachtenspel voor in de kroeg.

Wat ook een reflex is bij de aankondiging van zo’n wilde competitie is dat de heersende machthebbers direct gaan dreigen met verbanning uit de sport. Het is uiterst onzeker of zo’n verbanning wordt erkend in de rechtszaal.  De casus is niet volledig vergelijkbaar met die van de Super League, maar Mark Tuitert en Niels Kerstholt wisten met hun ICE Derby- initiatief de juridische macht van de internationale schaatsbond ISU te breken. Hoe het in geval van de Super League zou zijn afgelopen, weten we niet. Een extra onderwerp voor de discussie in de kroeg.

Ondertussen wordt per 2024 de nieuwe versie van UEFA’s Champions League ingevoerd. Meer deelnemers. Meer wedstrijden. Veel meer geld: van € 3 miljard naar € 5 miljard. De grote clubs van Europa, waaronder de Magnificent Twelve, hebben al jaren geleden bij de UEFA afgedwongen dat ze meer kans hebben om mee te doen en meer geld krijgen op basis van hun marktwaarde en legacy. Met als dwangmiddel dat ze anders wel eens een eigen competitie zouden kunnen starten…

Een deel van de Champion’s League opbrengsten gaat naar kleinere voetballanden, maar de nieuwe structuur zal  voor nog meer ongelijkheid gaan zorgen. Voor de Nederlandse deelnemer kunnen de minimale inkomsten stijgen van circa € 40 miljoen naar circa € 70 tot € 90 miljoen. Het zorgt voor nog meer onrust in de bestuurskamers, Champions League deelname wordt nog belangrijker, hetgeen betekent dat er meer financieel risico zal worden genomen.

In dat licht bezien klinken de recente uitlatingen van veel UEFA-bestuurders over de liefde voor het voetbal, de centrale rol van de fans en het belang van een gelijke behandeling uiterst wrang in de oren.

De UEFA is een bijzonder bolwerk met bijzondere dwarsverbanden. UEFA-voorzitter Aleksander Ceferin is de peetvader van de dochter van Juventus-voorzitter en Super League initiatiefnemer Andrea Agnelli. Dat is niet ongebruikelijk, want Michel Platini (ex-UEFA) is de peetvader van de dochter van Gianni Infantino, de huidige FIFA-voorzitter. Als je het zou verzinnen voor een script van een film over de voetbalmaffia, zou je het eruit halen omdat het te ongeloofwaardig klinkt.

De twaalf initiatiefnemers van de Super League moeten nu even op de blaren zitten. Met hangende pootjes keren ze terug in de moederschoot van de UEFA. Er zullen vast wat koppen gaan rollen. Ik ben ook benieuwd hoe het er op het kantoor van JP Morgan in New York aan toegaat.

De Super League draaide om de zekerheid van inkomsten. Doordat die zijn weggevallen en deelname aan de Champions League niet gegarandeerd is, is de toekomst voor grote clubs weer onzeker geworden.

De clubs, alle clubs, kunnen niet stil blijven zitten. Er moeten salarissen worden betaald. Nieuwe spelers worden gekocht. De behoefte aan meer komt nooit tot stilstand. Daarvoor is de wil om te winnen en financieel te groeien te groot.

Het betekent dat voetbalclubs op andere manieren op zoek gaan naar die zekerheid. Bijvoorbeeld door mediarechten op een andere manier te verdelen. Door nieuwe commerciële constructies te verzinnen. Door naar de beurs te gaan. Door nieuwe investeerders aan te trekken. Door technologie in te zetten voor nieuwe businessmodellen, bijvoorbeeld met cryptovaluta en blockchain technologie.

Het gaat allemaal gebeuren. Ook het ontwikkelen van nieuwe competitievormen. Al zal het wel even duren voordat men over een nieuwe Super League durft te beginnen. Dat voetbal de komende jaren de voorpagina’s blijft beheersen, daar kun je gerust je geld op inzetten.

Op 21 april 2021 ging het in BNR Zakendoen #sporteconomie over de Super League. Dat was overigens ook al het geval op 18 november 2020, toen Thomas van Zijl en Marcel Beerthuizen bespraken welke ontwikkelingen er op stapel stonden.

De uitzending van deze week vind je hier en die van vorig jaar hier.

Over statistieken

Statistieken spelen een steeds grotere rol in de sportindustrie. De schriftjes van de eerste ‘spotters’, in Nederland was dat bijvoorbeeld John Frederikstadt, zijn uitgegroeid tot een mondiale industrie.

Er is een brede range aan gebruikers van data: coaches uiteraard, die de input gebruiken om wedstrijden te analyseren, strategieën te ontwikkelen en het beste team te smeden, clubs en teams die het gebruiken om talenten in kaart te brengen en te volgen, bonden en koepelorganisaties die het inzetten om hun leden en de media te faciliteren, de media die de gegevens gebruiken voor verslaggeving, analyses en achtergrondverhalen, sponsors die het gebruiken om bijvoorbeeld via merkactivaties specifieke aspecten te benadrukken (die idealiter aansluiten bij de positionering of de diensten en producten) en de sportliefhebber die geïnformeerd en vermaakt wil worden met achtergronden, inzichten en (bizarre) trivialiteiten. Hoe hard rijdt een schaatser, wat is het stijgingspercentage van de wielrenner, wat is de snelheid van een sprint, wat is de afzethoek van de hoogspringer? Door de ontwikkeling van technologie zijn er enorm veel toepassingen die het verhaal van een sportprestatie interessanter maken.

Een andere grote groep van afnemers van allerlei statistische informatie zijn de aanbieders van sportweddenschappen, die de data gebruiken om quoteringen te bepalen en hun klanten van inzichten te voorzien.

Niet iedereen is enthousiast over de toenemende aandacht voor data-analyses. Er zijn genoeg trainers, coaches en analisten die vol scepsis kijken naar het gebruik van hartslagmeters, het in kaart brengen van spelprestaties en allerlei andere informatie; het zijn de mensen die walgen van de term ‘laptop-trainer’, zeker als die trainer zelf nooit een behoorlijke sportprestatie heeft geleverd; het maakt de man of vrouw achter de laptop nog verdachter in de ogen van deze ‘ontkenners’.

Een voorbeeld dat vele ogen van data-sceptici deed openen, was het gebruik van statistieken door honkbalmanager Billy Beane van de Oakland A’s. Het is bekend geworden door het geweldig boek ‘Moneyball‘ van Michael Lewis en vooral door de (geromantiseerde) Hollywood-film waarin Brad Pitt de rol van Beane speelt (Beane is ook de man die klein aandelenpercentage in AZ Alkmaar heeft).

In honkbal wordt enorm veel vastgelegd, maar die statistieken vertellen niet alles. Beane ging op zoek naar ‘diepere’ informatie, die hem zou kunnen helpen om met een beperkt salarisbudget tot de beste resultaten te komen. Het zorgde voor verhitte discussies met de scouts van zijn club, die vooral vertrouwden op de bestaande scorekaarten en hun persoonlijke inzichten. Beane zet door en met behulp van een jonge assistent lukt het hem met een team van deels afgedankte spelers 20 wedstrijden op een rij te winnen, een ongekend resultaat waarmee hij alle andere clubs met miljoenenbudgetten weet te verslaan. De aanpak van Beane heeft ervoor gezorgd dat men in het honkbal op een andere manier naar statistieken en spelers is gaan kijken.

Niet alleen coaches en managers behalen hun voordeel met de juiste statistieken. Belgisch voetbal international Kevin de Bruyne heeft dat ook gedaan. Hij huurde een team van analisten in om zijn club Manchester City te overtuigen van zijn enorme toegevoegde waarde, nu en in de toekomst. Het leverde hem een verbeterd contract op met een jaarsalaris van meer dan 18 miljoen euro. De Bruyne gaat zo’n 500.000 euro per week verdienen.

Er wordt niet alleen geanalyseerd, er wordt ook vooruit gekeken. Met behulp van Artificial Intelligence is er steeds meer aandacht voor het voorspellende vermogen van data. Het wordt bijvoorbeeld gebruikt om te voorspellen wie de meeste kans heeft om voetbalkampioen van Spanje te worden en hoeveel medailles Nederland gaat winnen op de Olympische Spelen.

Door het in kaart brengen van meer en meer data, het verkrijgen van inzicht in fysieke en mentale factoren en het vergroten van de rekenkracht van supercomputers zou het in de toekomst kunnen gebeuren dat de voorspelling en de daadwerkelijke uitkomst van een sportwedstrijd steeds dichter bij elkaar komen. Het zou het plezier in het kijken naar sport, waar onvoorspelbaarheid een van de belangrijkste elementen van de aantrekkingskracht is, behoorlijk kunnen verpesten.

Gelukkig zijn er nog steeds voldoende mysterieuze krachten die ervoor zorgen dat de ongrijpbare dynamiek van sport het nog altijd wint van de voorspellende statistiek.

De podcast van de uitzending van BNR Zakendoen #sporteconomie met Paul Laseur en Marcel Beerthuizen kun je beluisteren via deze link. Deze uitzending en alle eerdere uitzendingen zijn ook te vinden in je favoriete podcast app. Zoek dan op ‘Over sport en economie’.

Over beeldmerken

Sportclubs en logo’s: het is bron voor hoogoplopende brede maatschappelijke discussies. Wat er ook wordt gepresenteerd, bijna altijd staan meningen diametraal tegenover elkaar. Love or hate, er zit niets tussen.

Net zoals ‘gewone’ merken passen sportmerken hun logo aan in de loop van de tijd. Dat gebeurt om uiteenlopende redenen. Om eigentijds, jonger of dynamischer over te komen. Om in te spelen op technologische ontwikkelingen. Om het merk beter te beschermen tegen inbreuken. Of omdat een logo gedateerd is en niet meer past bij de tijdgeest.

Deze week presenteerde voetbalclub Internazionale uit Milaan een nieuw logo en een nieuwe naam: Inter Milano. Het doel van dit nieuwe logo is “om het Inter-merk relevant en herkenbaar te maken buiten zijn fanbase en om een jonger en internationaal publiek in staat te stellen zich te identificeren met de waarden van de club. Het nieuwe symbool past beter bij het tijdperk van entertainment.”

Puristen als Interisti David Endt zijn er niet blij mee. Wel goed te weten dat dit al het vijftiende logo is in het 113-jarige bestaan van de club.

In 2017 was concurrent Juventus hen al voorgegaan door een compleet nieuw, minimalistisch logo te presenteren dat beter geschikt is voor het digitale tijdperk en beter te herkennen op mobiele telefoons en andere apparaten. Twee jaar later gooide het management van de Oude Dame nog meer olie op het vuur door een nieuw shirt te presenteren, dat volledig afwijkt van het klassieke zwart/wit gestreepte shirt.

Arsenal veranderde het logo in 2002 omdat men het oude logo niet auteursrechtelijk kon beschermen. Rond het stadion werd allerlei merchandise verkocht met dat logo erop en geen enkel deel van die opbrengst ging naar de club.

Maatschappelijke ontwikkelingen kunnen ook een reden zijn om een beeldmerk te veranderen. Dat is het geval bij de Cleveland Indians, die mede onder druk van belangenvertegenwoordigers van Native Americans afscheid namen van het logo van Chief Wahoo.

Logo’s vertegenwoordigen een grote waarde. Het zorgt voor herkenning en staat ook symbool voor specifieke waarden die zijn gekoppeld aan dat beeldmerk: kwaliteit, betrouwbaarheid, onverzettelijkheid en onoverwinnelijkheid.

Winnen is een woord dat is gekoppeld aan de New York Yankees, de honkbalclub met het bekende NY-logo dat door allerlei mensen wordt gedragen. Velen weten niet eens dat het van een honkbalteam is maar denken dat het voor de stad New York staat. Het is waarschijnlijk het meest bekende beeldmerk van een sportteam. Ook modeontwerpers hebben zich over dit logo ontfermd, modehuis Gucci kwam met een lijn waarop het logo prominent stond afgebeeld.

De Yankees zijn volgens Forbes het meest waardevolle sportmerk ter wereld met een waarde van $ 5,25 miljard, waarvan waarde van het merk (en het logo) op zo’n 20% wordt geschat, meer dan een miljard dollar.

In Amsterdam woedt er al jaren onder supporters een discussie over het Ajax-logo. In zijn geschiedenis kent Ajax vier edities van het logo, de huidige werd in 1992 gepresenteerd. Ontworpen door oud-Ajax speler en modeman Rolf Leeser, die ook logo’s voor Borussia Dortmund en Bayern München maakte. Het huidige logo werd destijds gepresenteerd onder de noemer dat de het logo meer ‘toekomstbestendig’ zou zijn.

Een deel van de diehard fans verfoeien dit logo en willen het ‘oude’ logo van 1928 terug op het wedstrijdshirt (het is al te vinden op vrijetijdskleding die de club verkoopt). Er zijn verschillende acties gevoerd onder de naam ‘Geef Ajax zijn gezicht terug’, maar vooralsnog zonder resultaat. Fans die na 1992 zijn geboren en successen met het huidige logo hebben meegemaakt, doen er minder moeilijk over.

Maar er gloort hoop aan de horizon voor de liefhebbers van de ‘oude’ Ajax: de directie heeft aangegeven dat er iets staat aan te komen waar veel fans blij van worden. Dat zorgde voor allerlei speculaties dat het oude logo terugkomt op het thuisshirt voor het nieuwe seizoen. Eén ding is zeker: als dit gaat gebeuren, zal het shirt niet aan te slepen zijn.

De uitzending van BNR Zakendoen #sporteconomie ging op 31 maart 2021 over beeldmerken. De podcast van de uitzending met Thomas van Zijl en Marcel Beerthuizen kun je beluisteren via deze link.

Over het failliet van Financial Fair Play

In februari sanctioneerde de UEFA Premier League-club Manchester City met een boete van € 30 miljoen en twee jaar uitsluiting van deelname aan het miljardenbal UEFA’s Champions League. Aanleiding hiervoor was het overtreden van de Financial Fair Play regels, ingesteld door de UEFA in 2011 met als doel oneerlijke concurrentie te voorkomen. Inkomsten en uitgaven moeten met elkaar in balans zijn, clubs mogen slechts een beperkt verlies hebben en dat mag niet onbeperkt worden aangevuld door investeerders.

Manchester City had dat wel gedaan, zo bleek volgens de UEFA uit documenten die onder meer door Football Leaks en Der Spiegel in de publiciteit waren gebracht. Hoofdsponsor Etihad Airways zou op papier een sponsorcontract van € 80 miljoen hebben afgesloten terwijl 90% van dat bedrag werd betaald door de eigenaren, de Abu Dhabi United Group.

De straf van de UEFA betekende een enorme klap voor City: het niet deelnemen aan de Champions League zou op basis van de resultaten in het verleden zo’n € 200 miljoen inkomstenverlies opleveren. Bovendien zou de aantrekkingskracht van de club op trainer Guardiola en sterspelers enorm afnemen met een mogelijke uittocht tot gevolg.

Manchester City ging in beroep bij het internationale sporttribunaal CAS. De inzet was dus hoog voor de club, maar ook voor de UEFA die het opnam tegen een van de grote voetbalclubs in Europa. De UEFA handelt dit soort zaken normaal gesproken met eigen juristen af, maar voor deze zaak werden advocaten ingezet.

Afgelopen maandag was de uitspraak van het CAS en het leverde de wellicht ‘belangrijkste overwinning ooit’ voor Manchester City op. UEFA is in het ongelijk gesteld (de officiële uitspraak moet nog gepubliceerd worden); er waren geen overduidelijke malversaties op het terrein van sponsoring. Bovendien was een deel van de aanklacht verjaard, want ouder dan vijf jaar. City kreeg nog wel een tikje op de vingers vanwege het niet mee werken aan het onderzoek van UEFA: een boete van € 10 miljoen, die ze lachend zullen betalen, vanuit Abu Dhabi neem ik aan.

Het betekent een enorme klap in het gezicht van de UEFA, die het stigma van tandeloze tijger niet van zich af kan schudden. Concurrenten van City noemen de uitspraak onbegrijpelijk. Het is wel duidelijk dat de Financial Fair Play-vereisten hiermee onder druk komen te staan en dat ook in het voetbal gaat gelden dat wie betaalt ook alles kan bepalen. De krachtsverhoudingen in het Europese voetbal laten dat beeld overigens al jarenlang zien.

De UEFA heeft de Champions League als belangrijkste verdienmodel en wordt bij de organisatie daarvan continu onder druk gezet door de rijke clubs uit Engeland, Spanje, Duitsland, Italië en Frankrijk. Dat gaat over het aantal deelnemers uit die landen en over de verdeling van de sponsor- en mediagelden. De druk op UEFA zal nu nog meer toenemen. Voetbal gaat steeds meer op de echte (zaken)wereld lijken…

In BNR Zakendoen #sporteconomie ging het op woensdag 15 juli 2020 over het failliet van Financial Fair Play. Thomas van Zijl stelde de vragen. De podcast van de uitzending kun je terugluisteren via deze link.

Wow! Meer dan 10.000 podcast plays (and counting…)

Het voelt als een mooie mijlpaal: de podcasts van de rubriek ‘Over sport en economie’ in BNR Zakendoen zijn meer dan 10.000 keer beluisterd.

Op 28 september 2019 begon ik met het plaatsen van de uitzendingen. De samenwerking met BNR dateert al van veel eerder. De eerste uitzending was op 15 maart 2017, toen Thomas van Zijl BNR Zakendoen nog samen met Annette van Soest presenteerde.

De eerste uitzending in de podcast serie is van 3 januari 2018. Aanvankelijk kwam de rubriek tweewekelijks aan bod. Vanwege het grote aantal onderwerpen dat zich wekelijks aandient en de positieve reacties op de uitzendingen wordt ‘Over sport en economie’ vanaf 29 augustus 2018 wekelijks uitgezonden.

Inmiddels zijn we vanaf januari 2018 94 afleveringen verder. Het is een feest om de afleveringen met Thomas van Zijl te maken. Iedere week kiezen we een onderwerp dat gebaseerd is op de actualiteit en proberen we de ontwikkelingen te duiden en in perspectief te plaatsen. Thomas is scherp en snel en heeft een enorme kennis van sport en alles wat daarmee te maken heeft. Dat zorgt voor energie en plezier, althans bij de makers. Hopelijk wordt dat overgedragen op de luisteraars, die het vanzelfsprekend niet eens hoeven te zijn met wat er wordt verkondigd.

Ter viering van de 10.000ste play vermeld ik aan de hand van de analytics van platform Anchor de Top 3 van best beluisterde afleveringen. Voor de goede orde: alle uitzendingen zijn ook via de website van BNR terug te luisteren, maar die cijfers zijn niet verwerkt in onderstaand overzicht.

Het ‘Anchor’ goud gaat naar de uitzending van 27 februari 2019: ‘Over sporters en coaches die (te) veel verdienen‘. Aanleiding voor deze uitzending was het nieuwe salaris van Diego Simeone, coach van Atletico Madrid: €3,3 miljoen per maand. Hij is de best betaalde voetbaltrainer in Europa. Er zijn nog grotere verdieners zoals Leonel Messi; inmiddels € 130 miljoen per jaar, waar hij deze corona-maanden een groot deel van moet inleveren. Verdient Messi te veel of krijgt hij te weinig? Is de beloning van atleten en coaches te rechtvaardigen of is het pervers? Het is in ieder geval nogal een groot verschil met premier Rutte (€ 160.000 per jaar) of een directeur van een gemiddeld goed doel (rond de € 100.000 per jaar). In de uitzending ontspon zich een interessante discussie. Die discussie werd ook voortgezet op het internet en dan met name op LinkedIn, waar posts over de afleveringen van de rubriek worden geplaatst. De twee LinkedIn-posts over dit overwerp werden meer dan 160.000 keer gelezen, 484 keer geliked en 43 keer van commentaar voorzien. Het is een onderwerp dat altijd discussie zal oproepen. Dat was al zo in de beginjaren van de betaalde sport en dat is nog steeds zo, zeker nu we in de grootste crisis na de Tweede Wereldoorlog zitten.

Het zilver is voor de uitzending die ging ‘Over shirtsponsoring‘. Dat was op 4 september 2019. De toenemende ‘vervuiling’ van sporttenues en het lange termijn effect van dat beleid vormde de aanleiding voor dit thema. Ongetwijfeld wordt het de komende maanden nog actueler; de kans groot is dat de sport in de jacht op geld tenues en andere plekken verder gaat volplakken met allerlei grote en kleine logo’s.

De Top 3 wordt afgesloten met de uitzending van 13 februari 2019. Die ging ‘Over voetbaleconomieën‘, naar aanleiding van de jaarlijkse rapportages van Deloitte en KPMG over de financiële cijfers van het Europese voetbal.

Sport en economie gaat dus vaak over voetbal en geld. Dat is niet vreemd, want het is veruit de populairste sport, het domein waar het meeste gebeurt en waar dus ook veel van te vinden is. Maar ook allerlei andere onderwerpen kwamen aan bod. Ik zal daar de komende weken nog wat aandacht aan besteden.

‘Over sport en economie’ stopt zeker niet. Vanaf de start van de rubriek dienen de onderwerpen zich wekelijks op een presenteerblaadje aan. Dus blijf luisteren, hopelijk brengt het je informatie en inspiratie. Hoe dan ook: wordt vervolgd.