Over de toekomst van het schaatsen

In het tweewekelijkse sport en economie nieuwsitem in BNR Zakendoen ging het op 28 februari 2018 over de toekomst van het schaatsen naar aanleiding van de uitspraak van Sven Kramer dat drie weken na de Olympische Spelen 97% van de schaatsers in de WW zou zitten.

De uitzending met presentatoren Thomas van Zijl en Paul Laseur is hier te bekijken en hier als podcast te beluisteren.

Schaatsen onze kampioenen na de Spelen de WW in?

Interview in Met Het Oog Op Morgen op NPORadio1 over de toekomst van het professionele schaatsen in Nederland.

Als we Sven Kramer mogen geloven hangen er donkere wolken boven het Nederlandse schaatsen. “97 procent van de Nederlandse schaatsers zit over drie weken in de WW”, zei hij in Studio SportwinterPresentator Chris Kijne praat verder over de financiële situatie van onze schaatssector met Renate Groenewold en Marcel Beerthuizen. 

Het item is hier te bekijken en te beluisteren.

Over Geld en Spelen

In BNR Zakendoen ging het op 14 februari (uiteraard) over de Olympische Spelen en commercie. Iedere twee jaar stellen journalisten dezelfde drie vragen als het over Geld en Spelen gaat:

Wat is het verdienmodel van IOC en wat gebeurt er met dat geld?

Wordt een gouden medaillewinnaar direct miljonair?

Hoe kunnen merken inhaken op het grootste sportevenement ter wereld?

Tot slot wordt er door Thomas van Zijl gevraagd naar de beste Olympische campagnes tot en met Dag 5 van de Winterspelen in Zuid-Korea. Dat zijn wat mij betreft het Samsung Smart Suit en de inhaker van Heineken op de uitleg van NBC-presentatrice Katie Couric waarom wij in Nederland zo goed kunnen schaatsen: ‘because skating is an important mode of transportation in a city like Amsterdam’.

Het interview is hier te bekijken en hier als podcast te beluisteren.

Over Piketty in het voetbal

Op 31 januari ging het in BNR Zakendoen van Annette van Soest en Thomas van Zijl over de toenemende ongelijkheid in het internationale clubvoetbal. De Deloitte Football Money League laat zien dat het verschil tussen arm en rijk exponentieel toeneemt. Hoe ontwikkelt de markt zich? Wat betekent dit voor Nederland? Kan en moet er iets gebeuren aan de steeds groter wordende kloof?

Je kunt de uitzending hier bekijken en hier te beluisteren.

Over de interesse van Facebook en Amazon in de uitzendrechten van sport

In de uitzending van BNR Zakendoen ging het op 17 januari over de grote digitale platformen zoals Facebook, Amazon en Twitter die zich gemengd hebben in de de strijd om de uitzendrechten van sportwedstrijden. De megacontracten die de Premier League afsloot met SkySports en BT Sport lopen binnenkort af en op korte termijn gaat de nieuwe tender lopen. Facebook en Amazon hebben al kenbaar gemaakt geïnteresseerd te zijn. Waarom zijn deze partijen geïnteresseerd? Wat is het verdienmodel? En wat betekent het voor de Nederlandse sport?

Het item kun je hier bekijken en is hier als podcast te beluisteren.

“Er zijn belangrijke lessen te leren van dit debacle.”

Het vakblad Sponsorreport vroeg mijn opinie over de Volvo Ocean Race-clash tussen AkzoNobel en Simeon Tienpont. Ook in het tweewekelijkse item over sport & economie bij BNR Zakendoen kwam het onderwerp aan de orde.

Opinie voor Sponsorreport

Marcel Beerthuizen van bigplans adviseert bedrijven over partnership marketing en was van 2008 tot en met 2013 adviseur van AkzoNobel voor het partnership met het Formule 1-team van McLaren.

“Wat ik uit gesprekken distilleer, is dat de twee partijen (Tienpont en AkzoNobel) niet capabel zijn gebleken dit project tot een succes te maken. Het komt over als hobbyisme van alle directbetrokkenen. Dit zeg ik terwijl de Volvo Ocean Race net is gestart. Wat de uitslag ook wordt, de negatieve publiciteit zal altijd met het project verbonden blijven, zeker in Nederland.

Alle verhalen die naar buiten komen zijn bepaald geen reclame voor sponsoring. Hopelijk kunnen we er iets van leren. Volgens mij zijn er drie belangrijke lessen te leren van dit debacle.

De eerste les gaat over de organisatie van een dergelijk ‘eenmalig’ project. Aan de ene kant staat een topsporter die maar één droom heeft: winnen met zijn eigen boot. Aan de andere kant staat een miljardenbedrijf met al zijn kennis en mogelijkheden. Per definitie zijn de verhoudingen niet gelijkwaardig. Zo moet je dat als sponsor ook benaderen.

Er zijn mensen die zeggen dat ‘wie betaalt ook bepaalt’ niet geldt in de sport. Dat klopt inderdaad voor Ziggo en Ajax. Bij projecten die voor het overgrote deel afhankelijk zijn van het geld van bedrijven (zoals in het schaatsen, wielrennen en zeilen) liggen de verhoudingen anders. Uiteraard moet een sponsor zich niet met de trainingen of wedstrijdtactiek bemoeien, maar wel degelijk met de organisatie van het totale project. Het is niet voor niets dat het woord partnership het woord sponsorship heeft verdrongen. Succesvolle cases in ons vakgebied gaan over allianties waarbij iedere partij zijn kwaliteiten inbrengt.

Les 1: In een sponsorrelatie zijn partijen nooit gelijkwaardig. Intensief samenwerken is een absolute vereiste. Benader het als sponsor niet als een leveranciersovereenkomst, die je kunt opzeggen als er niet wordt geleverd. Voor de gesponsorde geldt: beloof geen zaken die je niet waar kunt maken. Wees eerlijk over je kwaliteiten, huur de beste mensen in voor de dingen die je niet kunt of beter, betrek je sponsor bij het realiseren van je ambities.

De tweede les gaat over communicatie. De communicatie van AkzoNobel is uiterst ongelukkig geweest. De timing, de woordkeuze, het moeten terugkomen op eerdere statements; AkzoNobel stapelde fout op fout. Men heeft niet goed geanticipeerd op de verschillende scenario’s en zich vergist in de publicitaire impact van sponsoring.

Les 2: Communicatie over sponsoring is delicaat. Wees voorbereid op de meest onverwachte scenario’s. Probeer de publieke discussie te vermijden want sponsoring gaat over emotie, ratio is meestal ver te zoeken. Daarnaast wordt een sponsor al snel gezien als de grote (boze) Goliath die de kleine (sympathieke) David tracht te vermorzelen.

De derde les gaat over kennisoverdracht. AkzoNobel zou geen ervaring hebben met sponsoring, maar dat klopt niet. AkzoNobel heeft ervaring opgedaan met omvangrijke sport (Formule 1) – en maatschappelijke partnerships (Rijksmuseum, Human Cities initiative). Jarenlang heb ik AkzoNobel geadviseerd over het partnership met het Formula 1 Team Vodafone McLaren Mercedes, dat een succesvolle business case werd omdat het was gekoppeld aan de core business (verf) van het concern. Minstens zo belangrijk: het project werd gerund door een ervaren manager die het intern verkocht en collega’s in de hele wereld betrok bij de activatie. Hij is vertrokken en met hem alle kennis. Op geen enkele wijze is de organisatie bezig geweest die capaciteiten intern vast te leggen of te verspreiden.

Les 3: Besteed in interne managementtrainingen ook aandacht aan sponsoring. Zorg voor het vastleggen van processen, effectmetingen en showcases waarmee de capaciteit van de organisatie kan worden versterkt.

Mijn lessen gaan met name over AkzoNobel, terwijl Tienpont ongetwijfeld ook zaken valt te verwijten. Het is echter AkzoNobel, het miljardenbedrijf dat het al zo moeilijk heeft, dat te lichtzinnig in dit project is gestapt. Een project (de Formule 1 van het zeilen) dat de onderneming veel kan brengen.

De kracht van sponsoring is dat het merken prominent in de spotlights zet, maar daar zitten ook risico’s aan vast. Een sponsor moet er bovenop zitten en het project tot in de puntjes managen. Doe je dat niet dan loop je het gevaar dat het eens zo mooie plan in je gezicht kan ontploffen.”

Opinie gepubliceerd in de online uitgave van Sponsorreport, 7 november 2017.

Het sport & economie item in BNR Zakendoen

In BNR Zakendoen werd op woensdag 8 november aandacht besteed aan deze casus. De item is hier te beluisteren.

Een vraag aan minister Bruins over ‘nieuwe’ Olympische Spelen in 2032

Op verzoek van BNR Nieuwsradio mocht ik op de eerste officiële dag van het kabinet Rutte-III een ‘prangende’ vraag stellen aan minister Bruno Bruins, die ook sport in zijn portefeuille heeft. Ik hoefde er niet lang over na te denken. Mijn vraag ging over de Olympische Spelen. Er is namelijk een enorme kans voor Nederland.

Het IOC heeft steeds meer moeite om kandidaat-steden te interesseren voor de organisatie van het grootste evenement ter wereld. De Zomerspelen van 2024 en 2028 zijn verdeeld tussen de twee overgebleven steden Parijs en Los Angeles. De laatste keer dat het IOC in één keer twee steden aanwees voor twee verschillende Zomerspelen, was in 1921.

Olympische Spelen die miljarden kosten en waarbij de organiserende stad alle financiële risico’s draagt, passen niet meer in deze tijd. Althans niet in democratisch bestuurde landen waar de bevolking kritisch is als het om baten en lasten gaat.

Het is tijd voor nieuw elan, voor een andersoortige aanpak die is gestoeld op duurzaamheid en innovatie. IOC-voorzitter Thomas Bach is zich daar terdege van bewust.

Nederland heeft in de afgelopen jaren laten zien hoe goed het op een vernieuwende wijze evenementen kan organiseren, evenementen die geen geld hebben gekost maar hebben opgeleverd en die ook nog eens alle lof kregen van de betrokken internationale sportkoepels en Bach himself.

Met een voorbereidingstijd van 15 jaar kan Nederland gaan werken aan de ‘nieuwe’ Olympische Spelen 2032 die ons land vol in het licht zetten.

Mijn vraag aan Bruno Bruins luidde als volgt:

Geachte minister Bruins,

Nederland heeft de afgelopen jaren laten zien hoe goed het is in het organiseren van internationale sportevenementen. Zoals het EK Vrouwenvoetbal, het WK Hockey, het WK Shorttrack en het WK Beachvolleybal dat in de Haagse Hofvijver werd gehouden. Deze evenementen zorgden voor winst op allerlei terreinen en lieten zien waar een klein land groot in kan zijn.

De wereld heeft genoeg van megalomane evenementen in niet-democratische landen. Er ligt een kans voor Nederland om de Olympische Spelen in 2032 te organiseren. Olympische Spelen die duurzaam en dopingvrij zijn, die zorgen voor verbroedering en vrede en de beste reclame is die Nederland zich kan wensen.

Ziet u het als een opdracht om de Olympische vonk die er nog steeds is aan te wakkeren tot een groter vuur? Ik ben benieuwd naar uw antwoord.

Hartelijke groet, Marcel Beerthuizen

Minister Bruins vindt het “fantastisch en een wenkend perspectief”, vindt Nederland “een heel goed topsportland en dat willen we heel graag uitdragen en dat kan natuurlijk prachtig met grote evenementen”, maar wil “eerst meer kennis op de botten en dan een stapje verder kijken”.

Ik ben benieuwd. Dit naar men zegt ‘Rotterdamse’ kabinet is hopelijk van de daden.

Het BNR nieuwsitem met het antwoord van de minister kun je hier beluisteren.