Over verjonging

Deze maand maakte het IOC het sportprogramma voor de Olympische Spelen van Parijs 2024 bekend. Met een opvallende toevoeging, namelijk ‘breaking’ (breakdancing). Ook de Olympische noviteiten skateboarding en klimmen die in Tokio voor het eerst op het programma staan, keren terug in de Franse hoofdstad. Ook surfen is voor de tweede keer opgenomen; dat vindt echter 15.000 kilometer van Parijs plaats, in de wateren rond Tahiti.

Breaking is de enige nieuwe sport in Parijs. Tientallen andere verzoeken werden afgewezen, waaronder parkour, oceaan roeien en squash dat al jaren lobbyt voor een Olympische status en zelfs Roger Federer had ingezet. Tevergeefs. Karate en honkbal/softbal verdwijnen ook van het programma, populaire sporten in Azië die op voorspraak van het Japanse organisatiecomité waren toegevoegd aan Tokio 2020.

Waarom dan wel breaking? Het IOC heeft verschillende beweegredenen. Allereerst wil men een jonger publiek trekken. De gemiddelde leeftijd van de kijker naar de Spelen is gestegen naar 53 jaar. In de commercieel belangrijke doelgroep 18-49 jaar nam het kijkersaandeel met 25% af. Het IOC wil ook dat de Spelen genderneutraal worden (met 50% mannelijke en 50% vrouwelijke deelnemers), een grotere aantrekkingskracht op jongeren uitoefenen en een meer stedelijke (urban) uitstraling krijgen. Ook wil men de kosten voor het organiseren van de Spelen verlagen: dat betekent minder deelnemers, minder medaille evenementen in bepaalde sporten en de toevoeging van evenementen die zonder al te grote investeringen kunnen worden georganiseerd. Het Place de la Concorde in hartje Parijs wordt de locatie voor de wedstrijden in breaking, klimmen en 3×3 basketbal.

De wil tot verjonging wordt ook aangejaagd door belangrijke partners. Zoals het Amerikaanse NBC, dat $ 7,75 miljard betaalde voor de uitzendrechten van de Spelen voor de periode 2021 – 2032. NBC sloot al licentiecontracten met Snapchat, Buzzfeed en Twitter om het bereik onder jongeren te vergroten. Ook de grote sponsors van het IOC juichen de ontwikkeling toe, evenals de gaststeden die meer invloed hebben gekregen op het programma en graag alle groepen in de samenleving willen betrekken.

Werkt die strategie? Een geslaagd voorbeeld is beachvolleybal dat sinds 1996 onderdeel is van de Olympische Spelen. Het beachvolleybal-format met snelheid, spektakel, muziek en dans heeft allerlei sporten positief beïnvloedt en dat geldt ook voor het eigen indoor-volleybal.

Met de Japanse Spelen (hopelijk) in aantocht, zal er steeds meer aandacht komen voor skateboarding. Nederland heeft onder meer in Keet Oldenbeuving een aansprekend talent. SkateKeet wordt al enige tijd gevolgd voor een documentaire die moet eindigen met een slotakkoord in Tokio. Of het tot meer skaters zal leiden is de vraag; meestal leiden sportsuccessen niet tot extra sportdeelname weten we uit onderzoek van onder meer Maarten van Bottenburg. Tot meer aandacht en volgers in de media zal het ongetwijfeld wel leiden.

Ik vind het een goede ontwikkeling dat het IOC mee surft op de golven van maatschappelijke ontwikkelingen en niet vastgeroest zit in traditionele governance modellen die veel sportorganisaties kenmerkt en die verandering in de weg staat. De strategie van het IOC is voor een groot deel commercieel ingegeven, maar het is hoopvol dat men durft te veranderen. De toekomst van de Spelen staan op het spel, aangezien men steeds afhankelijker wordt van de financiering door private organisaties. Een niet onbelangrijke bijvangst is dat de Olympische droom om alle mensen te verbinden door de verjonging een nieuwe impuls krijgt.

In BNR Zakendoen #sporteconomie van 23 december 2020 ging het over verjonging. De podcast van de uitzending kun je terugluisteren via deze link.

Over sporters op een podium

Het Internationaal Olympisch Comité verbiedt sporters om nadrukkelijk hun mening te verkondigen tijdens de Olympische Spelen. In regel 50 van het olympisch handvest staat dat politieke en religieuze gebaren net als raciale propaganda niet worden getolereerd op de Spelen.

Sebastian Coe, voorzitter van de internationale atletiekorganisatie World Athletics en een prominent sportbestuurder, juicht het juist toe dat sporters het moment van de medaille-ceremonie gebruiken om de aandacht op misstanden te vestigen door bijvoorbeeld te knielen. De Brit vindt dat er ruimte moet zijn voor politieke uitingen. “Atleten zijn nu eenmaal onderdeel van deze wereld en ze willen uiting geven aan de wereld waarin ze leven. Voor mij is het helemaal prima als ze dat willen doen.”

De meest sportkoepels zoals FIFA en UEFA kennen soortgelijke verbodsbepalingen als het IOC, maar gaven blijk van begrip voor de wereldwijde protesten naar aanleiding van de dood van George Floyd.

In de Bundesliga werden spelers die aandacht schonken aan Black Lives Matter niet bestraft met bijvoorbeeld een gele kaart. Andere sportorganisaties besloten tot het uitbrengen van een gezamenlijk statement, zoals de Engelse Premier League waar alle spelers voor aanvang van de wedstrijd knielden. In de Formule 1 droegen alle coureurs een BLM t-shirt, maar was het een persoonlijke beslissing om wel of niet te knielen voor de race.

Het IOC wil niet speculeren over wat er gaat gebeuren als atleten volgend jaar tijdens de Spelen besluiten om bijvoorbeeld te knielen bij het volkslied. Men liet wel eerder dit jaar weten in gesprek te gaan met atleten naar aanleiding van de Black Lives Matters-protesten.  

In september riep de Braziliaanse beachvolleybalster Carol Solberg in een interview na afloop van een medaille-uitreiking “En om het niet te vergeten, weg met Bolsonaro.”. Het zorgde voor enorme discussie in Brazilië en de Braziliaanse volleybalbond dreigde met schorsing en een boete van € 15.000. Solberg zou met haar uitspraak de regels van de volleybalbond hebben overtreden, waarin sporters worden verboden hun mening via de media te uiten als die het imago van de Braziliaanse volleybalbond en sponsors kunnen schaden. Solberg kreeg uiteindelijk een berisping van het Braziliaans Hooggerechtshof voor Sportrecht. Opvallend was wel dat twee volleyballers en een voetballer die zich pro-Bolsenaro hadden geuit, niet werden beschimpt of bestraft.

Sport en politiek zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het organiseren van een groot sportevenement is vaak gebruikt om dictatoriale regimes te promoten. De Spelen zijn ingezet in discussies over oorlogen en conflicten. Sporters gebruikten al eerder het podium van de Spelen om aandacht te trekken voor een maatschappelijke kwestie, met het Black Power-gebaar van Tommie Smith en John Carlos tijdens de Spelen van 1968 als het meest bekende voorbeeld. Het werd een wereldberoemd moment dat het IOC paradoxaal genoeg ook zelf gebruikt ter promotie van de Olympische Spelen.

Sporters zijn rolmodellen en kunnen mensen inspireren en ook aandacht trekken voor ‘een zaak’. Of dat een goede of slechte zaak is, is aan het oordeel van de sporter. Zij hebben tal van mogelijkheden om hun mening te verkondigen. In interviews, persconferenties en op social media bijvoorbeeld. Zoals LeBron James dat deed in een post-match interview na afloop van de NBA Finals waarin hij dieper inging op zijn standpunten over Black Lives Matter. Volgens James gaat het om ‘strenght in numbers’: als je het samen doet, kun je echt iets veranderen. Ook sponsors verkondigen steeds vaker hun mening en houden zich, anders dan enkele jaren geleden, niet langer afzijdig van maatschappelijke kwesties.

Is een podium-ceremonie tijdens de Olympische Spelen ook zo’n uitgelezen moment? De geschiedenis leert van wel (zie 1968). Toch ben ik van mening dat het IOC moet voorkomen dat de medaille-ceremonie de plek wordt voor allerlei politieke, religieuze of maatschappelijke uitingen. Voordat je het weet, wordt het een ratjetoe van allerlei particuliere meningen, hoe wezenlijk die soms ook kunnen zijn.

Laat het Olympische podium de plek zijn voor inspiratie en verbinding in plaats van aanleiding te geven voor de steeds verder toenemende intolerantie, polarisatie en haat. Uiteraard moeten kwesties aan de kaak kunnen worden gesteld en moet iedereen zijn mening kunnen verkondigen. De sport (atleten, teams, bonden, sportkoepels, fans, sponsors) heeft genoeg kanalen en momenten, ook tijdens de Spelen, om haar mening te verkondigen en verschil te maken.

In BNR Zakendoen #sporteconomie ging het op 14 okober 2020 over sporters op een podium. De podcast van de uitzending is terug te luisteren via deze link.

Over sport en nationaliteit

Het promotieonderzoek van Joost Jansen aan de Erasmus Universiteit was aanleiding voor het onderwerp van BNR Zakendoen #sporteconomie op 8 juli. Onder de titel ‘Wie kan de natie vertegenwoordigen?’ promoveerde Jansen op een onderzoek naar ‘het wijdverspreide idee dat landen in toenemende mate vertegenwoordigd worden door atleten die geboren zijn in andere landen’. Aanleiding voor het onderzoek van Jansen was de commotie over de ‘Plastic-Brits’. TeamGB had bij de ’thuisSpelen’ in Londen 61 atleten met een migratieachtergrond. Zij werden door de Daily Mail als namaak-Britten weggezet.

Het lijkt erop dat de controverse over ’topsport-migranten’ toeneemt. Globalisering en migratie zouden het gevoel versterken dat er steeds meer sporters voor een ander land uitkomen dan hun geboorteland. Jansen komt tot de conclusie dat dit niet het geval is op basis van onderzoek naar elf zogenaamde ‘immigratielanden’. In 1948 was het 7 procent, bij de laatste Spelen was dat 9 procent. De Nederlandse Olympische afvaardigingen hebben een wat hoger percentage, o.a. door de aanwezigheid van sporters uit voormalige koloniën.

Volgens Jansen is het aandeel van migrerende sporters op de Olympische Spelen aan het afnemen. De belangrijkste oorzaken om uit te komen voor een ander land hebben naast migratie van bijvoorbeeld vluchtelingen te maken met werk, studie, liefde of familieband.

Er zijn ook sporters die vanwege de grootte ’topsportersdichtheid’ besluiten voor een ander land uit te komen, zoals de schaatsbelg Bart Veldkamp en de schaatscanadees Ted-Jan Bloemen. ‘Economische’ sportmigranten zijn er eveneens, zoals Keniaanse atleten die door Qatar zijn genaturaliseerd. Jansen heeft deze cijfers niet kunnen onderzoeken, maar volgens hem gaat het om een begrijpelijk maar ook te verwaarlozen aantal atleten.

Het is bij vele Olympische sporten veel eenvoudiger om ‘over te stappen’ dan bij bijvoorbeeld voetbal. Het IOC hanteert een overstappauze van ongeveer drie jaar, maar het kan ook sneller gaan. In het voetbal heeft FIFA bepaald dat een speler die eenmaal is uitgekomen voor een A-elftal van een land niet meer voor een ander land kan uitkomen, iets dat in het verleden niet zo strikt was geregeld. Daarbij is er wel een ruime interpretatie van nationaliteit: er kan gekozen worden uit het land waar de speler (m/v) woont/speelt, maar ook uit de geboortelanden van ouders en grootouders.

Een ander interessant aspect van is de beleving van prestaties van sporters. Hebben Nederlanders een ander gevoel bij een Tour-zege van de Slovaak Primo Roglic die voor het Nederlandse Team Jumbo-Visma rijdt dan bij het aandeel van Dusan Tadic aan de successen van Ajax?

Volgens Team Jumbo-Visma directeur Richard Plugge is dat gevoel identiek, maar ik betwijfel dat. Het gevoel van betrokkenheid is in mijn ogen groter bij de teamsport voetbal met een club met een lange traditie. Ik denk dat dat ook voor sponsors geldt, al zal niemand dat uitspreken. Misschien is het een interessant onderwerp voor een vervolgonderzoek van Joost Jansen.

Een andere meer filosofische vraag is de toekomstige rol van nationaliteit in de sport. Exceptionele Oranje-prestaties zorgen voor saamhorigheid, verbinding en geluk. Maar je kunt je ook voorstellen dat de Olympische Spelen uitgroeien tot een evenement waar de sportprestaties centraal staan, geleverd door de beste atleten in de betreffende tak van sport. Als we daarvoor juichen, is dat niet het optimale bewijs van verbroedering?

In BNR Zakendoen #sporteconomie van 8 juli 2020 ging het over sport en nationaliteit. De podcast van de uitzending is terug te luisteren via deze link.

Over sport, oorlog en vrede

Dit jaar herdenken en vieren we 75 jaar bevrijding. In BNR Zakendoen #sporteconomie van 6 mei ging het over sport, oorlog en vrede.

Bij de ontwikkeling van de sport hebben oorlog en politiek centraal gestaan. Aanvankelijk was sportbeoefening bij de oude Grieken, de grondleggers van de klassieke Olympische Spelen, voorbehouden aan adellijke mannen, maar vanwege de behoefte aan getrainde soldaten kwamen er sportscholen die zich richten op de fysieke ontwikkeling van de bevolking.

De Romeinse heersers, de bedenkers van panem et circenses (brood en spelen) gebruikten (sportieve) evenementen om het volk vermaak te bieden en af te leiden van de dagelijkse misère. De toenmalige atleten waren niet alleen maar slaven en sommige van hen werden goed beloond. De wagenmenner Gaius Diocles, van Spaanse afkomst, werd multimiljonair door zijn sport en wordt beschouwd als de best verdienende atleet aller tijden.

Ook voor de grondlegger van de moderne Olympische Spelen, de Fransman Pierre de Coubertin, was een oorlog (de Frans-Pruisische) de basis voor het ‘herintroduceren’ van de Olympische Spelen als een internationaal sportevenement dat de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling moet bevorderen en voor verbroedering tussen alle volkeren zorgt. Met als adagium ‘meedoen is belangrijker dan winnen’.

Er zijn mooie voorbeelden hoe sport kan zorgen voor verbroedering, ook in tijden van oorlog en conflict. Zoals de atleten en officials van de gezworen vijanden Noord- en Zuid-Korea die tijdens de openingsceremonie van de Winterspelen van 2018 gezamenlijk onder één vlag het stadion betraden. Een vrouwelijke Korea-combinatie nam deel aan het ijshockeytoernooi.

Een. ander mooi voorbeeld van (tijdelijke) verbroedering in de meest barre en gewelddadige omstandigheden is het spontane partijtje voetbal dat Engelse en Duitse soldaten tegen elkaar speelden tussen de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog. De Britse retailer Sainsburry maakte daar 100 jaar na dato een prachtige commercial over.

Oorlogen en gewapende conflicten zijn vaak van invloed geweest op sportevenementen zoals de Olympische Spelen. In 1956 nam Nederland niet deel aan de Spelen van Melbourne als protest tegen de inval van de Sovjet-Unie in Hongarije. Ook andere Spelen, zoals die van 1980 en 1984, werden beïnvloed door de wereldpolitiek.

Het effect van het boycotten van Spelen is onbewezen, maar dat sport en politiek alles met elkaar te maken hebben valt niet te ontkennen. Ook nu nog is sport, net als bij de Romeinen, een te belangrijk instrument voor machtshebbers om aandacht te trekken of juist voor afleiding te zorgen.

De uitzending met Thomas van Zijl en Marcel Beerthuizen kun je hier terugluisteren.

Voor meer verhalen over de geschiedenis van sport in tijden van oorlog: https://sportgeschiedenis.nl/

Over het uitstellen van de Olympische Spelen

De vlam blijft in Japan. En ook volgend jaar is de officiële naam ‘Olympische Spelen Tokio 2020’. Dat zijn de enige twee zekerheden (?) nadat het IOC dinsdag jl. besloot het grootste evenement ter wereld uit te stellen.

De cijfers van de Spelen

De cijfers van het grootste sportevenement ter wereld op een rij. Om te beginnen met de cijfers van Japan. Naast de lokale organisatiekosten van € 6 miljard heeft de Japanse overheid nog eens zo’n € 20 miljard euro in de infrastructuur geïnvesteerd.

Het organisatiebudget moet gedekt worden door lokale sponsors en kaartverkoop en een bijdrage van het IOC aan het Local Organizing Committee (LOC). De lokale sponsorwerving was erg succesvol en heeft € 3 miljard opgebracht. De kaartverkoop moet voor € 750 miljoen zorgen. De bijdrage van het IOC aan het LOC is ook € 750 miljoen.

De cijfers van het IOC

Het Internationaal Olympisch Comité weet alles van het vermarkten van hun product. De belangrijkste bronnen van inkomsten zijn uitzendrechten en sponsoring. De uitzendrechten voor deze Olympiade zijn verkocht voor € 4 miljard. De belangrijkste mediapartner is het Amerikaanse NBC dat voor de periode tussen 2011 en 2020 voor drie Zomerspelen en twee Winterspelen een contract met een waarde van € 4 miljard overeenkwam. Het tweede belangrijke netwerk is Discovery Networks (waar o.a. Eurosport onder valt) die de Europese rechten voor twee Zomer- en twee Winterspelen voor € 1,3 miljard kocht

Dan is er nog het sponsorprogramma van het IOC. De totale fee van de 14 TOP sponsors is opgeteld zo’n € 1,8 miljard per Olympiade. TOP sponsors betalen gemiddeld € 100 miljoen voor vier jaar. De contracten worden veelal voor een langere periode overeengekomen. Er zijn sponsors die een deel in kind (in natura) betalen door het leveren van producten en diensten. Partijen die hun producten mogen verkopen tijdens de Spelen, zoals Coca-Cola, betalen meer. Coke is al sinds Amsterdam 1928 aan de Spelen verbonden. Onlangs verlengde het frisdrankmerk de sponsorovereenkomst voor de periode na Tokio en stond daarbij ook een nieuwe partij toe in de categorie ‘non-alcoholic beverages‘. Het zuivelbedrijf China Mengniu Dairy is van 2021 tot en met 2032 toegetreden als de officiële zuivelsponsor van de Spelen. Beide bedrijven betalen tezamen naar schatting € 2,75 miljard in de komende twaalf jaar.

De gevolgen van het uitstel voor Japan

Het berekenen van de financiële impact van het uitstellen van de Spelen is een complexe zaak. De Kansai University heeft berekend dat het uitstel van de Olympische en Paralympische Spelen de Japanse overheid ongeveer € 5,4 miljard gaat kosten.

De huizen die het Olympisch dorp vormen waren al verkocht en zouden na de Paralympische Spelen worden opgeleverd. Dat moet dus worden opgelost. Ander onderdak van 11.000 atleten en begeleiders zal niet eenvoudig te organiseren zijn. Uitstel ligt hier ook voor de hand. Dan is er nog de impact op het toerisme. Effectenhuis Nomura Securities schatte de opbrengsten uit toerisme door de Spelen op circa € 2 miljard. De vraag is of de aantrekkingskracht van de Spelen op toeristen zal afnemen. Het is niet ondenkbaar dat er een trend ontstaat dat mensen veel minder intercontinentaal gaan reizen. Japan is overigens niet afhankelijk van toerisme, dat 0,8% van het BBP uitmaakt.

De gevolgen van het uitstel voor het IOC

Het IOC zegt over een noodfonds van een miljard te beschikken om de gevolgen van het uitstel te kunnen opvangen. Men heeft zich daarnaast voor € 20 miljoen verzekerd tegen calamiteiten. Er zijn meer partijen die dat hebben gedaan. De Duitse verzekeraar Müncher Ruck heeft volgens eigen zeggen honderden miljoenen euro’s aan annuleringsverzekeringen afgesloten. Of verzekeraars ook tot uitkering zullen overgaan, hangt af van specifieke polisvoorwaarden. En van de draagkracht van het conglomeraat van betrokken verzekeraars. Het verzekeringsdossier is hoe dan ook voer voor advocaten en juristen.

De gevolgen van het uitstel voor uitzendorganisaties

NBC-eigenaar Comcast kan zich vinden in het uitstel, maar wel met het verzoek de Spelen in de zomer te laten plaatsvinden en niet in de lente van 2021, wat volgens de laatste berichten een reële optie is. Het mediabedrijf had al 90% van de spotzendtijd verkocht voor meer dan € 1 miljard. Daarnaast zouden de Spelen deze zomer worden gebruikt voor de lancering van OTT streaming video dienst Peacock. Discovery geeft aan geen problemen te hebben met de aanpassing en verschuift zijn plannen door naar volgend jaar.

De gevolgen van het uitstel voor sponsors

Het verschuiven van de Spelen is voor de meeste sponsors het beste van alle kwaden. Campagnes waren al ontwikkeld en ingekocht, voor een groot deel zal ook dit worden doorgeschoven, als zal de verplaatsing voor een andere, wellicht meer ingetogen boodschap vragen. Datzelfde geldt voor de lokale Japanse sponsors. Kapitaalvernietiging is er zonder meer.

Voor de sponsors van lokale Olympische comité’s is het ingewikkelder. De meeste sponsorcontracten lopen af aan het einde van dit jaar, terwijl een belangrijk deel van de tegenprestaties (associatie, exposure, activaties en hospitality) niet zijn geleverd. Dat kan worden doorgeschoven en waarschijnlijk zullen sponsors daarmee genoegen nemen, ook omdat veel sportkoepels (en de bij hun aangesloten bonden) financieel onder druk komen te staan. Grote bedrijven zullen zich solidair tonen, zolang hun bedrijfsresultaten dat toelaten. Voor NOC*NSF wordt het een uitdaging de rechten van bestaande sponsors te vermengen met bedrijven die zich verbinden met het sponsorprogramma voor de periode 2021 – 2024, dat nog in ontwikkeling is.

In de Verenigde Staten is dit een groter probleem, omdat sponsoring van Team USA vanaf 2021 is gekoppeld aan de Olympische Spelen Los Angeles 2028. Zo loopt het contract met luchtvaartmaatschappij United Airlines af en gaat het nieuwe contract met concurrent Delta Airlines in op 1 januari 2021.

De gevolgen van het uitstel voor de sportwereld

Dan is er nog die andere grote uitdaging: het invullen van de sportkalender tot en met de nieuwe datum voor de Openingsceremonie. Wat gebeurt er kwalificaties, wat gebeurt er met reeds geplande mondiale evenementen in 2021 zoals het WK Atletiek en het WK Zwemmen? Wordt Tokio 2020 in 2021 in de lente of in de zomer gehouden? Er is gelukkig duidelijkheid over het uitstel. Maar er is nog heel veel te doen voor alle betrokken partijen. Het is een enorme driedimensionale puzzel met allemaal losse stukjes die op elkaar van invloed zijn.

Resultaat: een totale reset die alle bestaande verander-agenda’s overbodig maakt?

Het coronavirus zou wel eens voor een complete reset van de sportwereld kunnen zorgen. Een andere kijk op kalenders, andere organisatiestructuren, nieuwe business modellen, nieuwe samenwerkingsvormen tussen organisaties, overheden en bedrijfsleven. Het is nog te vroeg om te speculeren, niet om erover na te denken.

Luister terug. Of beter: luister alles terug

In BNR Zakendoen van 25 maart 2020 werden de effecten van het uitstellen van de Olympische Spelen geduid. De uitzending met Thomas van Zijl en Marcel Beerthuizen is terug te luisteren via deze link of via het BNR-platform.

De podcasts van alle uitzendingen van BNR Zakendoen Over sport en economie vind je hier of via je favoriete podcast app.

Over sponsors die spanning oproepen

Een stad die de Olympische Spelen mag organiseren, sluit een overeenkomst met het IOC waarin allerlei bepalingen zijn vastgelegd. Een deel van die bepalingen gaat over het omarmen en beschermen van de TOP-sponsors van het IOC. Zo is er controle op buitenreclame en het luchtruim om ‘aanvallen’ van concurrenten te voorkomen. Het is dan ook opvallend als de burgemeester van een Olympische gaststad laat weten dat een partner van IOC niet welkom is. Dat is wat er gebeurd is in Parijs, ‘host’ van de Olympische Spelen in 2024. Per brief liet burgemeester Anne Hildalgo aan het IOC weten niet blij te zijn met Airbnb als sponsor van de Olympische Spelen.

Airbnb doet dat volgens topman Joe Gebbia om ervoor te zorgen dat de Spelen voor iedereen toegankelijk, duurzaam en inclusief worden. Het IOC is ook erg blij met de nieuwe sponsor, die $500 miljoen betaalt. Volgens Hidalgo zorgt Airbnb er juist voor dat er meer woningspeculatie komt, de huizenprijs wordt opgedreven en de ‘gewone’ Parijzenaar geen huis meer kan kopen. Ook denkt zij dat de hoteliers in de Franse hoofdstad er last van gaan krijgen en die zijn het daar mee eens. De brief lekte uit (vanzelfsprekend, want wat blijft er nog geheim vandaag de dag) en werd via Le Monde wereldnieuws. Donkere wolken boven Parijs dus. Hoe het afloopt? Moeilijk te zeggen, maar de kans dat de dienstverlening van Airbnb aan banden wordt gelegd ligt voor de hand.

Sponsors die spanning oproepen, het gebeurt steeds vaker, of het nu in Parijs, Londen, Pamplona of Eindhoven is.

In BNR Zakendoen van 20 november 2019 ging het over sponsors die spanningen oproepen. Erwin Mooibroek was de presentator deze middag, Désirée van Boxtel was de side-kick. Hier zijn de linkjes naar de uitzending: video en podcast.

Over Regel 40

In BNR Zakendoen ging het op 10 juli over de beruchte Regel 40 van het IOC, die Olympische atleten verbiedt reclame te maken voor hun persoonlijke sponsors tijdens de Olympische Spelen. Wat is de achtergrond van deze regel? Wat gaat er veranderen? Wat zal dat betekenen voor de Nederlandse Olympiërs? Wat is de te verwachten impact van deze regel op het TOP- sponsor programma van het IOC en wat betekent dat voor de registratie van de Spelen in de toekomst?

Thomas van Zijl leidde de discussie. De uitzending vind je hier, de podcast staat hier.

Over NOC*NSF en TeamNL

Het afscheid van NOC*NSF preses André Bolhuis was aanleiding om in het Sport & Economie-item van BNR Zakendoen aandacht te besteden aan de commerciële stand van zaken bij de sportkoepel.

Wat voor een voorzitter was Bolhuis? Wat kunnen we van zijn opvolger Anneke van Zanen verwachten? Hoe staat het met de sponsoring van NOC*NSF en hun propositie TeamNL? Waarom haken partijen af? Wat kan er beter? Wat staat ons op dit terrein nog te wachten de komende 428 dagen voor de opening van de Olympische Spelen 2020 in Tokio?

Thomas van Zijl leidde het interview, dat hier te bekijken is. De podcast van de uitzending vind je hier. Alle uitzendingen zijn ook te volgen via jouw favoriete podcast platform. Zoek op ‘Over sport en economie’.

Over vrouwen in de sport

Internationale Vrouwendag (8 maart 2019) was de aanleiding om in BNR Zakendoen van 13 maart in te zoomen op vrouwen in de sport, zowel op het veld als naast het veld.

De Nederlandse sport is een grote mate afhankelijk van het succes van vrouwen; bij de Olympische Spelen 2016 in Rio de Janeiro kwamen 6 van de 8 gouden medailles en 12 van alle 19 medailles van vrouwen. Ook in de bestuurskamers neemt de invloed van vrouwen toe: de voorgestelde opvolger van NOC*NSF-voorzitter André Bolhuis is Anneke van Zanen.

Op het gebied van sponsoring van vrouwenvoetbal is er een verschuiving in doelstellingen van de bedrijven: van het aanvankelijke en meer softe ‘tonen van maatschappelijke betrokkenheid’ gaat het nu om concrete commerciële doelstellingen. UEFA ontwikkelde een separate propositie voor vrouwenvoetbal en sloot een zevenjarige deal met VISA ondersteund door een eigen videoplatform en campagnes onder het motto #WePlayStrong.

Met de WK Vrouwen in Frankrijk in aantocht blijft de interesse in de voetbalvrouwen van Oranje blijft groeien: ING, Staatsloterij en Calvé komen met WK-activaties en er staat een partnership met een grote retailer op stapel.

Als het om prijzengeld gaat is er in meer dan 70% van de sporten gelijkheid. Op het gebied van salariëring en commercie zijn een nog grote verschillen. In de Forbes Top 100 bestbetaalde atleten kwam in 2018 geen enkele vrouw voor. Daarvoor is de commerciële waarde (uitzendrechten, sponsoring, ticketing) van veel sporten nog te laag. Voor verdere groei is het versterken van die waarde een belangrijke uitdaging.

De uitzending werd gepresenteerd door Paul Laseur, de Zakenpartner was deze middag Jill Dierikx.

De uitzending is hier te bekijken. De podcast vind je hier, evenals alle andere uitzendingen van het wekelijkse sporteconomie item.