Klinkende munt

Fondsenwerving in de sport is een kans voor open doel.

Een half jaar geleden hadden culturele en sportorganisaties de verwachting dat het begin 2021 wel over zou zijn met de pandemie die toen nog corona heette. Men rekende voor het nieuwe jaar op bezoekers in de zalen, op de festivals en op de tribunes. Vol vertrouwen werd er aan kopers van toegangskaarten restitutie beloofd voor het geval er onverhoopt niet geleverd kon worden. Compensatie in de vorm van vouchers, zoals de theaterwereld dat deed, maar ook als volledige terugbetaling, zoals verschillende voetbalclubs garandeerden.

De realiteit van 2021 is een andere dan gehoopt. De zalen en tribunes blijven leeg. Het zorgt voor grote problemen, in alle sectoren, maar met name in het betaald voetbal. Het eigen vermogen, als dat er al was, is ingeteerd of verdwenen. Als iedereen zijn geld terugvraagt, is het verlies niet te overzien. Eerste peilingen duiden erop dat zo’n 75% van de voetbalsupporters niet zullen terugvorderen. Er is hoop, maar onzekerheid overheerst. Had men dit kunnen voorkomen?

De liefde van supporters is groot, enorm groot. Dat gaat soms erg ver: een tattoo met het gezicht van de favoriete voorzitter of de wens om de as van je gecremeerde lichaam uit te laten strooien op een speciaal veldje van de club. Intense emotionele betrokkenheid waar geen goed doel mee kan wedijveren, al zijn er wellicht ook mensen die Greenpeace of de Rainbow Warrior op hun lichaam hebben laten tatoeëren. Diehard voetbalfans willen bij ‘hun club’ horen en daar alles voor doen. De bevestiging van hun liefde vinden ze belangrijker dan welke tegenprestatie ook. Het gaat om betrokkenheid die de ideale voedingsbodem is voor donaties. Opvallend genoeg is deze vorm van fondsenwerving in de sportwereld nauwelijks ontwikkeld.

De potentie van giften (en legaten) voor de sportwereld is niet onbekend en is bijvoorbeeld beschreven in het rapport ‘Klinkende Munt’ dat in 2017 verscheen in opdracht van NOC*NSF en de bij haar aangesloten sportbonden. Een werkgroep onder leiding van Jack de Vries achtte een percentage van 5% van de totale geef-markt haalbaar en voorzag extra inkomsten voor de sportsector van ten minste € 100 tot € 150 miljoen per jaar. Een conservatieve schatting gezien de enorme betrokkenheid van Nederlanders met sport. Met de aanbevelingen uit het rapport is echter niets gedaan.

Ontbrak de urgentie? Zeker niet. Ik wijt het aan onderschatting en een gebrek aan daadkracht. Hoewel sponsoring en fondsenwerving familie zijn, zijn het eerder neef en nicht dan broer en zus. Van oudsher focust sport zich op sponsoring. Fondsenwerving doe je er niet maar even bij. Het is een markt die groter én competitiever is, die zich enorm verdiept heeft en eigen wetten en regels kent. De sportwereld heeft verzuimd te investeren in kennis en kunde op dit terrein.

Het realiseren van extra inkomsten uit fondsenwerving kan nog steeds. Je ziet het om je heen gebeuren. Voetbalsupporters wachten niet af en nemen initiatief en ontwikkelen allerlei donatie- en crowd funding initiatieven om hun club in nood te helpen.

De op tegenprestaties gebaseerde relatie met supporters zal nooit verdwijnen. Er is een veel grotere, nog onontgonnen markt voor de sportsector. Het gaat om het ontwikkelen van een nieuwe geef-vraag waarbij het ‘in stand houden van het instituut’ centraal staat en er wordt ingespeeld op een diepe emotionele band. De basis ingrediënten voor succesvolle fondsenwerving zijn er. Het vraagt om andere manieren van beleid en communicatie, maar het is een kans voor open doel. Ik ben benieuwd wie deze als eerste inkopt.

Deze column is verschenen in De Dikke Blauwe op 25 februari 2021.

Over persoonlijke en publieke opinies

Sporters die een standpunt innemen tegen oorlogsgeweld, racisme, ongelijkheid, homofobie of andere maatschappelijke issues: het is van alle tijden, ze zijn er altijd geweest. Dit jaar is er sprake van een ongekende omvang van sporters die zich uitspreken. Hoe komt het dat steeds meer bekende atleten hun mening verkondigen? Het heeft te maken met de kijk op de wereld van nieuwe generaties. Generaties die geen genoegen meer nemen met de status quo en het gebrek aan verandering. Die genoeg hebben van leiders die de andere kant opkijken of zaken bagataliseren of zelfs verdoezelen. De rol van social media, die zorgen voor een bredere en diepere kijk op wat zich in de wereld afspeelt en waarmee werkelijk iedereen zijn boodschap kan verspreiden, heeft een onmiskenbare invloed.

Atleten die zich uitspreken en kwesties aan de kaak stellen: het kwam dit jaar al eerder aan bod in het ‘Over sport en economie’-item in BNR Zakendoen, maar door de actualiteit van week 51 kreeg deze ontwikkeling opnieuw aandacht.

Barcelona-speler en Frans international Antoine Griezmann beëindigde het contract met zijn persoonlijk sponsor Huawei, vanwege ‘het sterke vermoeden’ dat het merk herkenningssoftware aan de Chinese overheid heeft geleverd om Oeigoeren te (ver)volgen. Een bekende voetballer die zo’n statement afgeeft, het zorgt voor wereldnieuws. Het staat in schril contrast met de situatie rond Arsenal-speler Mesut Özil, die een jaar geleden aandacht vroeg voor dit Turkse volk. Anders dan bij Griezmann lijkt Özil de dupe te zijn geworden van zijn oproep, ook doordat zijn club Arsenal onder druk werd gezet door Chinese sponsors.

De loting van de kwalificatiepoules voor het WK Voetbal 2022 dat in Qatar wordt gespeeld, was aanleiding voor opiniemakers van allerlei pluimage om de spelers van Oranje op te roepen tot een boycot vanwege de barre werk- en leefomstandigheden van buitenlandse arbeiders die aan de bouw van de stadions werken. Amnesty International vind een boycot een slecht idee maar moedigt aan om juist ter plekke aandacht aan de situatie te schenken. Een opinie die de KNVB ook voorstaat. Overigens moet Oranje zich nog kwalificeren voor het zover komt.

Het was een week waarin Ajax werd geconfronteerd met een in verzekering stelling van hun speler Quincy Promes. Hoe moet je als club omgaan met zo’n crisissituatie? Wat is de invloed op de beeldvorming van de club?

BNR Zakendoen #sporteconomie ging over persoonlijke en publieke opinies in de sportwereld. De podcast van de uitzending kun je hier terugluisteren.

Over sponsors in de ban

In Amsterdam mogen sportevenementen die voor een belangrijk deel op kinderen zijn gericht niet meer door ‘ongezonde’ merken worden gesponsord. Amsterdam is in 2016 toegetreden tot de Alliantie Stop Kindermarketing ongezonde voeding, een initiatief van het Diabetesfonds, de Hartstichting en de Consumentenbond.

Amsterdam heeft eind 2018 met een aantal grote gemeenten en sportkoepel NOC*NSF, de stichting Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG) en enkele sportmarketingbureaus het Convenant Gezonde Sportevenementen ondertekend.

in 2017 besloot McDonald’s het lopende partnership met het Internationaal Olympisch Comité te beëindigen, maar liefst drie jaar (!) voor het aflopen van het contract. Vanwege andere zakelijke prioriteiten zo luidde het officiële bericht, maar de druk vanuit de publieke opinie en activistische belangengroepen zouden een voorname rol hebben gespeeld.

Coca-Cola is een merk dat ook onder druk staat van de gezondheidslobby. De Olympische sponsoring begon ooit in 1928 in Amsterdam maar onlangs verlengde de frisdrankproducent het IOC sponsorship tot en met 2032.

Kansspelmerk Unibet, de nieuwe shirtsponsor van Club Brugge, kwam ook onder vuur te liggen vanwege de verkeerde invloed op kwetsbare groepen, ondanks dat de sponsornaam niet wordt vermeld op shirts en in communicatie gericht op kinderen.

Sponsoring zorgt voor een prominente zichtbaarheid en een groot bereik is daardoor een gewild doelwit voor partijen (van eenlingen tot en met mondiale organisaties) die hun punt willen maken. Welke branches komen er in de toekomst nog meer onder een vergrootglas te liggen als het om sponsoring gaat? Alcohol? Olie? Pizzeria’s? Luchtvaartmaatschappijen? Modebedrijven?

Wat is wel en niet gezond? Wat is wel en niet duurzaam? Waar begint en stopt eigen verantwoordelijkheid van mensen? En van bedrijven? Waar verwordt bescherming tot betutteling? Waar liggen de grenzen?

In BNR Zakendoen van 17 juli ging het over sponsors in de ban. Thomas van Zijl stelde de vragen. De video van de uitzending is hier te bekijken, de podcast vind je hier.

Over Maarten van der Weijden

Vrijdag 21 juni 2019 om 17.30 uur sprong Maarten van der Weijden in het water van de Swettehaven in Leeuwarden om aan zijn 11stedenzwemtocht te beginnen. Maandag 24 juni om 19.30 uur, exact 74 uur later, finishte hij in datzelfde Leeuwarden. De 11stedenzwemtocht werd een zegetocht van ruim 195 kilometer langs 11 Friese steden. In augustus 2018 werd Van der Weijden na 163 kilometer door zijn arts uit het water gehaald.

In BNR Zakendoen van 26 juni werd aandacht besteed aan het fenomeen Maarten van der Weijden en zijn enorme drive om fondsen voor kankeronderzoek te werven. Op het moment van zijn finish stond de teller op € 3.910.763,11, een dag later op € 5,1 miljoen en de giften blijven binnenkomen op http://www.11stedenzwemtocht.nl

Wat is de formule van de Maarten van der Weijden Foundation? Wat verklaart zijn succes als fondsenwerver? Welke rol speelde was de tocht van 2018? Hoe is de Foundation georganiseerd en gefinancierd? Hoe zal het vervolg eruit gaan zien?

Thomas van Zijl stelde aan Marcel Beerthuizen, bestuurslid van de Maarten van der Weijden Foundation, vragen over een uitzonderlijke man en zijn bijzondere missie. De betrokken Zakenpartner deze uitzending was Maria van der Hoeven van MBO Nederland. De uitzending is hier te bekijken en hier als podcast te beluisteren.