Over de Tour de France Édition Covid-19

In de tweede week van de Tour de France besteedde BNR Zakendoen #sporteconomie aandacht aan deze bijzondere editie.

Het evenement is van een dermate groot economisch belang voor organisator Amaury Sport Organization (A.S.O.), de wielerploegen, sponsors én de Franse overheid dat het evenement hoe dan ook moest doorgaan. In maart werd er nog gesproken over een editie zonder publiek, maar inmiddels staan er weer drommen mensen in de finish-straten en langs de hellingen waar de renners passeren. Met het verzoek aan de fans om mondkapjes te dragen, maar dat verzoek wordt lang niet door iedereen opgevolgd.

Afgelopen maandag was de eerste rustdag en ook de Covid-19 testdag voor meer dan 800 renners, stafleden en andere mensen betrokken bij de organisatie. Renners bleken niet besmet maar Tour-directeur Christian Prudhomme wel. Hij moet nu een week in quarantaine. Of de Franse eerste minister Jean Castex die afgelopen weekend met Prudhomme (met mondkapjes) in de jurywagen zat ook besmet is, zal snel blijken.

Een ploeg wordt uit de Tour gezet als ten minste twee mensen besmet zijn met het virus. Dat zou regelrechte ramp voor het team en het aanzien van het evenement betekenen. De sponsors van de teams zijn voor tenminste 65% van hun rendement afhankelijk van de Tour de France.

Het businessmodel van het professionele wielrennen verandert maar niet. Het geld wordt verdiend door de organisatoren van evenementen, die dat gefinancierd krijgen uit de verkoop van tv-rechten, sponsoring en (als dat nog lukt) bijdragen in cash en vooral in natura van overheden. De ploegen moeten het van sponsors hebben. Het is een businessmodel dat al 50 jaar zo functioneert en dat volgens oudgedienden als Brian Cookson en John Lelangue van Lotto-Soudal niet zou hoeven te veranderen. Moderne teameigenaren zoals Richard Plugge denken daar anders over, maar het lukt maar niet om alle ploegen zover te krijgen om alle gezamenlijke belangen te verenigen en te verdedigen. Ook vanuit de renners, ook in deze sport de acteurs waar het allemaal om draait, stellen zich niet eensgezind op. Tot die tijd blijft er een enorme afhankelijkheid van sponsors en dat is een wankele basis voor een duurzaam beleid. Met Jumbo heeft Plugge c.s. een investeerder die het belang van een lange termijn aanpak onderkent, een visie die ook nog eens wordt beloond met resultaten. Inmiddels komt het budget van de wieler- en schaatsploeg boven de € 20 miljoen uit, maar ploegen als Ineos Grenadiers en AG2R Citroën steken daar budgettair nog (ver) bovenuit.

In totaal zorgt een Tour per team volgens de ASO voor € 66 miljoen aan mediawaarde . Een bedrag dat erg positief berekend lijkt te zijn, maar dat in ieder geval een indicatie geeft van het grote bereik van de Tour de France.

Het evenement zorgt jaarlijks voor 24.000 uur televisie in 190 landen, waarbij 60 zenders de etappes live in beeld brengen. Dagelijks kijken dan wereldwijd zo’n 10,5 miljoen mensen live naar La Grande Boucle.

In Nederland blijven de kijkcijfers naar de NOS-uitzendingen en achtergrond-programma De Avondetappe ongeveer op het niveau van vorig jaar, ondanks dat er nu geen vakantieperiode is. De gemiddelde leeftijd van de kijker is hoog, zoals dat in algemene zin geldt voor lineaire televisie.

Vanuit verschillende hoeken is er roep om kortere etappes, andere vormen van verslaglegging en meer storytelling op social media.

Ook voor wielrensponsors geldt dat merkactivatie een cruciaal onderdeel is om tot maximaal rendement te komen. In Nederland valt de speciale merchandise-lijn van de HEMA op, opvallende wielershirts in maten voor volwassenen en kinderen. De retailer die ook winkels in het wielergekke België heeft, sloot een vierjarige overeenkomst met Team Jumbo-Visma. Onder de paraplu van ‘HEMA is fan van fietsen’ worden de shirts verkocht en waren binnen korte tijd online uitverkocht. Eind volgende week zijn de shirts weer te koop in een aantal winkels.

De uitzending van BNR Zakendoen onder leiding van Thomas van Zijl is terug te luisteren via deze link. Dat kan ook via de site van BNR of via je favoriete podcast app. Zoek dan op ‘Over sport en economie’.

Over de Tour de France

De Tour de France staat deze weken volop in de belangstelling en dat heeft alles te maken met de Nederlandse successen.

Organisator ASO heeft laten onderzoeken dat La Grande Boucle een mondiale bekendheid van 89% heeft, na de Olympische Spelen en het WK Voetbal (beide 90%) en voor de Champions League (83%) en de NBA (73%).

De cijfers van het evenement zijn indrukwekkend: er rijden 40 nationaliteiten in het peloton dat ieder jaar zo’n 3.500 kilometer aflegt met in de afgelopen 10 jaar etappes in 10 landen, 10 tot 12 miljoen mensen langs het parcours, 950 uur televisie, cumulatief zo’n 2,5 miljard tv- en digitale kijkers in 190 landen en meer dan een half miljard volgers op social media. Tezamen met de grote en nog steeds groeiende groep van vrijetijdswielrenners, is het wielerdomein interessant voor sponsors. Toch haken de grote multinationals nog niet aan.

In BNR Zakendoen van presentator en wielerliefhebber Thomas van Zijl doken we in de laatste week van de Tour van 2019 in de wereld van het fietsen. Het ging over de commerciële ontwikkelingen, het ontbrekende transfersysteem in het wielrennen in het kader van de mogelijke overstap van Tom Dumoulin en over al dan niet noodzakelijke aanpassingen aan het format van wedstrijden.

De Zakenpartner deze uitzending was Eline Leijten van Plugify. De video van de uitzending vind je hier, de podcast vind je hier. Tot slot nog een andere kijktip: volg oud-TdF winnaar Sir Bradley Wiggins (@bradwiggins) op Instagram.

Over de sponsoring van evenementen

In BNR Zakendoen ging het op woensdag 15 augustus over de sponsoring van evenementen. Aanleiding daarvoor was de BinckBank Tour, de grootste meerdaagse etappekoers van België en Nederland die van 13 tot en met 19 augustus wordt verreden. Waarom kiezen bedrijven voor de sponsoring van evenementen? Zorgen de Nederlandse wielersuccessen voor meer interesse van sponsors? Waarom zijn steden en provincies geïnteresseerd in grote wielerevenementen? Wat levert dat eigenlijk op?

BNR stelde de vragen. De uitzending is hier terug te luisteren. De podcast vind je hier.

Competitie tot in de rechtzaal

Een kleine greep uit het nieuws op de sportpagina’s in de afgelopen week: “De wereldzwembond FINA is bezweken onder politieke en juridische druk. De omstreden zwempakken zijn toch goedgekeurd.” “De president van de FIA Max Mosley kondigt gerechtelijke stappen aan tegen de acht ‘piratenteams’ die de Formule 1 dreigen te verlaten.” “De Nederlandse basketbalbond gaat in beroep tegen de uitspraak van haar eigen tucht- en geschillencommissie van de basketbalbond in de slepende dopingaffaire rond de Amsterdam-speler Orien Greene.” “Wielerploeg Quick-Step neemt juridische stappen tegen het besluit van de ASO, de organisator van de Tour de France, om renner Tom Boonen uit te sluiten van deelname aan de Tour.” “De voorzieningenrechter heeft het besluit van de KNVB om de licentie van Fortuna Sittard in te trekken teniet gedaan. De KNVB schikt zich in het vonnis en gaat niet in beroep.”

Steeds vaker domineert het recht de sportpagina’s. Het is een logisch gevolg van de toenemende (economische) belangen in de sport en het inkomensperspectief dat sport mensen biedt. Men neemt geen genoegen met de interne verenigingsrechtelijke en tuchtrechtelijke regels die zijn vastgelegd in reglementen en statuten. Het gelijk wordt gezocht bij iedere mogelijke instantie, waar ook ter wereld. Redelijkheid en billijkheid spelen geen rol meer; het gaat om keiharde competitie in de rechtszaal met als enige inzet het eigen belang. Het is een ontwikkeling die niet te stuiten is en die van invloed is op de beleving van sport.

Het levert verwarring op. Tot op het laatste moment blijft onduidelijk welke sporters of teams zullen deelnemen aan competities en toernooien. Weken na het spelen van de laatste play-off wedstrijd is nog steeds niet bekend wie er basketbalkampioen van Nederland is geworden. In dit geval gaat de bond zelfs in beroep tegen een uitspraak van een van haar eigen organen.

Er zullen steeds meer financiële claims komen. Manager Patrick Lefevere van de Quick-Step ploeg wil miljoenen eisen van de ASO als Tom Boonen wordt uitgesloten van deelname aan de Tour de France: “De sportieve en economische schade voor de ploeg en de sponsors is bij de afwezigheid van Tom in de grootste koers van het jaar niet te overzien.”

Bonden, teams en sporters moeten meer budget besteden aan juridische zaken. Met name bij de sportbonden legt dit, door het gebrek aan financiële middelen, een extra druk op de organisatie. Bonden zullen daardoor capituleren en toegeven aan de belangen van de kapitaalkrachtigen, zoals de FINA dat nu heeft gedaan in de zwempakkenkwestie. Het devalueert de sport, nu atleten en coaches morren, behaalde wereldrecords niet meer voor vol worden aangezien en media (l’Equipe) besluiten geen aandacht meer te besteden aan het zwemmen.

Een cynicus zal zeggen dat iedere vorm van publiciteit goed is voor de bekendheid. Fans haken heus niet af door juridische commotie. Maar bij buitenstaanders (de potentiële fans en klanten) zal het de indruk wekken van een janboel.

De immer voortschrijdende commercialisering zorgt er voor dat er nog veel meer rechtszaken gaan komen. De gemeente Amsterdam versus de gemeente Rotterdam over het gastheerschap van de Olympische Spelen 2028? De Jeu de Boules Bond versus NOS Studio Sport omdat het WK weer niet live wordt uitgezonden? Anton Geesink versus NOC*NSF over de opvolgingsprocedure van Erica Terpstra? Er staat ons nog veel spektakel te wachten. Binnenkort op Eredivisie Live: Sport Court TV.

Column verschenen in AD Sportwereld, 2 juli 2009.

Over geld en reputaties

Ook de sportwereld werd de afgelopen weken beheerst door de ontwikkelingen op de financiële markten. Van de bijna 1 miljard euro die jaarlijks aan sponsoring wordt besteed, komt ruim 20% van banken, verzekeringsbedrijven en creditcard maatschappijen. Alle media stortten zich de afgelopen week dan ook op de vraag wat de economische meltdown gaat betekenen. Daar waar tien jaar geleden in deze omstandigheden rigoureus een streep door het sponsoringbudget zou worden gezet omdat sponsoring een bijzaak was, is dat nu niet het geval. Een groot aantal financials heeft het marketingbeleid zelfs gecentreerd rondom sportsponsoring. Voor ING is dat Formule 1 en voetbal (100 miljoen euro per jaar), voor Rabobank wielrennen, hockey en paardensport (40 miljoen euro per jaar), voor Aegon schaatsen en voetbal (20 miljoen per jaar), voor ABN AMRO tennis en hockey (10 miljoen euro per jaar) en voor Fortis – het merk dat in Nederland gaat verdwijnen – voetbal en hardlopen (8 miljoen per jaar). Afgezien van het feit dat er veelal sprake is van langlopende contracten die niet kunnen worden ontbonden, is sponsoring voor deze bedrijven een belangrijk strategisch instrument dat weloverwogen wordt ingezet.

Verandert er dan niets? Jazeker wel. Alle bedrijven zullen het komende jaar zorgvuldiger omgaan met hun investeringen en dat geldt uiteraard ook voor sponsoring. De grote, gevestigde sponsorprojecten hebben het minst te vrezen. De bezuinigingen die er gaan komen, zullen vooral kleinere projecten treffen die een minder groot publiek bereiken en moeite hebben te bewijzen wat de effecten van de sponsoring zijn. De belangrijkste uitdaging voor merken uit de financiële sector is de relatie met bestaande en potentiële klanten te versterken en het beschadigde imago te herstellen. Het sponsorproject dat daar een passend antwoord op heeft, blijft in business.

Maar opportunisme onder sponsors zal nooit verdwijnen. Neem Delta Lloyd, dat op het allerlaatste moment besloot 5 miljoen euro te investeren in een tweedehands boot in de Volvo Ocean Race. Impulsief, niet voorbereid, zonder plan. Men is al tevreden als de naam voldoende wordt genoemd in de media. Wat er ook gebeurt. Het lijkt op slim koopmanschap. Maar het heeft alles in zich van een fiasco, dat op geen enkele wijze past bij een onderneming die als kwalitatief en professioneel gezien wil worden. Delta Lloyd noch de zeilsport is gebaat bij deze impulsiviteit.

Zo onvoorbereid als Delta Lloyd in een niet ongevaarlijk project stapt, zo gedegen organiseert Rabobank haar eigen wielerploeg. Na de affaire Rasmussen besloot de bank niet af te haken, zoals vele wielersponsors deden. De Rabo-ers hebben zich het loffelijke streven gesteld de sport echt schoon te krijgen. Helaas blijft de ontmanteling van de wielersport maar doorgaan. Deze week werd bekend dat Bernhard Kohl is betrapt op het gebruik van doping tijdens de afgelopen Tour de France. Er zijn meer verdachte renners. Het is onthutsend te zien hoe een wereldsport om het leven wordt gebracht door haar eigen sporters. Hoe lang nog wil Rabobank geassocieerd worden met een sport die wordt gedomineerd door oplichters en fraudeurs en waarvan het publiek zich aan het afkeren is?

Column verschenen in AD Sportwereld, 16 oktober 2008.