Over een keerpunt in de geschiedenis

Wat zal de invloed zijn van het sportjaar 2021 op de toekomst van de sport.? In de uitzending van BNR Zakendoen Sport & Geld deden we een poging te bepalen hoe de ervaringen met de grote sportevenementen die al hebben plaatsgevonden – EURO 2020, de Tour de France, Wimbledon, de Olympische Zomerspelen 2020 – de toekomst zullen beïnvloeden.

Wat valt erop als we die verschillende evenementen met elkaar vergelijken? De grote overeenkomst was uiteraard de enorme invloed van Covid-19 waardoor EURO 2020 en de Spelen een jaar werden uitgesteld. Voor het oog van de televisiekijker zagen de Ronde van Frankrijk en Wimbledon er redelijk vertrouwd uit. Publiek op de tribunes en langs het parcours en weinig uitvallers door het virus. Dat laatste gold ook voor EURO 2020. Het lukte de organisatie met strenge protocollen voor alle betrokkenen het virus grotendeels buiten de deur te houden.

Het toernooi werd gespeeld in 11 landen en de spelregels ter plekke werd bepaald door de lokale overheid. Propvolle stadions in Hongarije bijvoorbeeld. In andere landen was er minder bezetting op de tribunes, maar werd gedurende het toernooi steeds meer publiek toegelaten zoals op Wembley.

Bij de Olympische Spelen, het evenement met de meeste internationale deelnemers en officials, was de impact van het virus het grootst, ook voor TeamNL. Het ontbreken van publiek op de tribunes zorgde voor een andere beleving voor de kijker. Die werd wel geraakt door nieuwe sporten als skateboarden, klimmen en surfen, toegevoegd aan het programma met als doel jonge doelgroepen te betrekken. In Tokio was er volop aandacht voor de mentale druk op atleten, een onderwerp dat dit jaar al vaker aan de orde kwam.

De aandacht tijdens sportevenementen voor sociaal-maatschappelijke bespraken we al eerder in BNR Zakendoen #sporteconomie. De grote sportevenementen zijn een dankbaar platform voor allerlei sociaal-maatschappelijke en politieke boodschappen. De culturele druk die er op allerlei betrokkenen wordt uitgeoefend, wordt steeds groter. Sport, maatschappij en politiek zijn eenvoudigweg niet te scheiden en dat is dat jaar overduidelijk geworden. Het is op zich een gezonde ontwikkeling die tot ongezonde/ongewenste uitwassen gaat leiden.

Wat zullen de ervaringen van deze sportzomer voor de toekomst betekenen? In ieder geval een toename van juridische clausules in samenwerkingsovereenkomsten waarbij rekening wordt gehouden met de (economische) impact van bijvoorbeeld pandemieën en de risico’s die daaraan verbonden zijn.

Door de onverwachte overval van corona, de invloed daarvan op de (sport)wereld, het verplaatsen van evenementen en het besef van de maatschappelijke rol die de grote financiers van sport (mediabedrijven, sponsors) hebben, hebben deze bedrijven zich aan hun afspraken gehouden. Er is er wel enige compensatie geweest (meestal in de vorm van extra tegenprestaties).

Mediabedrijven en sponsors op internationaal en nationaal niveau hebben substantiële extra kosten moeten maken. Grote sponsors hebben reclamecampagnes moeten vernietigen of aanpassen vanwege de veranderde omstandigheden. De Amerikaanse omroep NBC is geconfronteerd met tegenvallende kijkcijfers van de Spelen in de VS, waardoor er adverteerders terugbetaald moesten worden. Als een van de redenen voor die tegenvallende cijfers werd het ontbreken van publiek op de tribunes genoemd.

Profit organisaties zullen zich gaan indekken tegen dit soort calamiteiten en de (financiële) gevolgen daarvan, die bovendien moeilijk te verzekeren zijn. Bij de grote evenementen liggen de contracten veelal voor meerdere jaren vast, maar dat het sportjaar 2021 een grote invloed zal hebben op de verhouding tussen rechtenhouders en mediabedrijven en sponsors staat voor mij vast.

In de Andere Tijden Sport-uitzending van 2041 zal ongetwijfeld nog nauwkeuriger worden gereconstrueerd wat de impact van het sportjaar 2021 zal zijn geweest.

De podcast van de uitzending van BNR Zakendoen Sport en Geld onder leiding van Thomas van Zijl met Marcel Beerthuizen kun je beluisteren via deze link.