Over sport als laboratorium

Topsport is een high performance omgeving waar de beste getrainde mensen ieder detail onder de loep nemen om verschil te maken. Het is een interessante testomgeving met als doel inzichten te verkrijgen en innovaties te ontwikkelen die ten goede komen aan alle betrokken partijen zoals atleten, sponsors en de samenleving.

Meestal staan sport en sporters centraal in onderzoek, soms de supporters. Onder de naam Field Lab was de wedstrijd NEC – de Graafschap een testopstelling met verschillende bubbels voetbalsupporters. Geen ‘uitverkocht huis’; 1.153 van de 1.500 beschikbare kaarten werden verkocht. Niet iedere geïnteresseerde fan wilde zich volledig laten volgen, want niet alleen de looplijnen in het stadion, ook de bewegingen van de ‘proefkonijnen’ enkele dagen na de wedstrijd werden gemonitord. De supporters die er waren, deden dat om hun club aan te moedigen maar ook ‘om het landsbelang te dienen’. Over zes weken zijn de testresultaten beschikbaar.

Formule 1 wordt ook wel het laboratorium van de automobielindustrie genoemd. Talrijke innovaties vonden via de F1 hun weg naar de auto’s in het dagelijkse verkeer. Zoals zuinige motortechniek, verbeteringen van brandstofinspuiting, aerodynamische vormgeving en koplampen met laser.

Deze week werden verschillende bolides gepresenteerd voor het nieuwe F1-seizoen. Met een opvallend detail: de auto’s rijden niet meer zo hard als vorig jaar. Niet sneller, sneller, sneller, maar langzamer. Een stijlbreuk vanwege twee redenen. De Covid-19 crisis heeft grote financiële impact op de teams, daarom is besloten de racewagens van 2020 te hergebruiken. De tweede reden heeft met de belangen van bandensponsor Pirelli te maken. De racewagens waren het afgelopen seizoen zo snel geworden, onder meer door een verbeterde aerodynamica, dat dit zijn weerslag had op de banden. Vanwege de vrees voor ‘ontploffende banden’ zijn de regels door racefederatie FIA aangepast en hebben de bouwers de vormgeving van de auto moeten aanpassen.

Een sport waar het nog wel steeds sneller gaat, is de atletiek. Nike heeft de zogenaamde Vaporfly-technologie ontwikkeld, waarbij loopschoenen zolen van verend schuim bevatten plus een plaat van carbon die als een soort springveer werkt. In een laboratorium-opzet in Wenen liep Eliud Kipchoge de marathon onder de twee uur. Inmiddels sneuvelen er allerlei officiële records. Doordat deze schoenen groot verschil maken en in eerste instantie beperkt beschikbaar waren, leidde dat tot kritiek uit allerlei hoeken.

De mondiale koepelorganisatie World Athletics besloot de schoenen niet te verbieden voor de wedstrijdsport. Wel zijn er nieuwe regels vastgelegd over bijvoorbeeld de dikte van de zolen en de omvang van de carbonplaat. Een andere vereiste is dat de betreffende schoenen (inmiddels hebben meerdere merken een soortgelijke technologie toegepast) voor iedereen beschikbaar moeten zijn. Een loffelijk streven, in de praktijk krijgen de toppers onder de gesponsorde atleten al eersten de beschikking over de nieuwste modellen.

Over de bewering van atleten dat de nieuwe schoenen de uitstraling en aantrekkingskracht van de sport zouden ondermijnen, heeft voorzitter Sebastian Coe een duidelijke mening. Hij wijst op de geschiedenis van zijn sport waarbij er altijd vooruitgang is gerealiseerd: door betere ondergronden, trainingsmethodieken, voeding, schoenen et cetera. Lord Coe, overigens jarenlang een Nike-atleet die zijn verbintenis moest opgeven toen hij voorzitter werd, vindt dat innovatie niet moet worden verstikt en dat vernieuwing een onlosmakelijk deel van de sport is.

De geschiedenis leert dat in veel gevallen de sport achter de ontwikkelingen aanholt. Of het nu om de verende hardloopschoenen, de klapschaats of zwempakken met extra drijfvermogen gaat: meestal komen koepelorganisaties pas in actie als de vernieuwing heeft plaatsgevonden en terugdraaien een moeilijke optie is geworden.

Ook in de schaatssport werd er recent volop geëxperimenteerd. In dit geval door schaatsbaan Thialf dat door het verdraaien van luchtroosters rond de baan voor een soort rugwind heeft gezorgd. Tegen alle logica in regende het wereldrecords op de laaglandbaan in Heerenveen. De twijfel over de haalbaarheid van deze records en het feit dat de rugwind varieerde tijdens de verschillende ritten, zorgden voor ophef. Thialf bagatelliseert de discussie, NOC*NSF Technisch Directeur Maurits Hendriks gaf aan een onderzoek in te stellen. Of na dit onderzoek de gereden wereldrecords blijven staan, lijkt niet erg waarschijnlijk.

Topsport is een aantrekkelijk laboratorium. Vanwege de publicitaire aantrekkingskracht is het voor sponsors buitengewoon interessant om een inhoudelijke bijdrage aan vooruitgang te kunnen leveren. Als een sponsor zijn kennis en mensen inzet voor innovatie, is dat een prachtig en tastbaar bewijs van de capaciteiten en betekenis van het bedrijf.

DSM was enkele jaren geleden Partner in Sport van NOC*NSF en zette haar expertise in voor innovatie, bijvoorbeeld voor snowboarden en zeilen. Na enkele jaren afwezigheid is DSM weer terug in de sport. De multinational is naamgevend hoofdsponsor geworden van de wielerploeg van Iwan Spekenbrink, die nu Team DSM heet.

In lijn met de purpose van het bedrijf wil DSM een grotere maatschappelijke betrokkenheid realiseren op het gebied van een gezondheid voor mensen en de planeet. De sponsor wil de renners van haar ploeg uitgebreid laten profiteren van innovaties op het gebied van voeding, materialen, gezondheid en veiligheid.

Sneller, hoger, sterker: zo luidt het credo van de Olympische Spelen. Details worden steeds belangrijker en maken het verschil tussen goud en de rest. Sport is een laboratorium voor vernieuwing waarbij de grens tussen vooruitgang en vals spel soms moeilijk te trekken is. Hoe zorg je voor vernieuwing zonder dat het oneerlijk wordt? Het bewaken van een gelijk speelveld is een belangrijke factor. Duidelijke spelregels zijn daarbij van belang. Deelnemers en toeschouwers moeten het gevoel hebben dat iedereen dezelfde kansen heeft.

Dat is een loffelijk streven, maar topsport is in essentie oneerlijk. Winst wordt niet alleen bepaald door talent, maar ook door je afkomst en waar je woont. Sport moet continu op zoek naar die balans tussen vooruitgang en een ‘level playing field‘. Het is eerlijk gezegd een mission impossible.

De belangrijkste factor is uiteindelijk het publiek, de partij waar betaalde sport om draait. Wanneer sport zijn onvoorspelbaarheid verliest, wanneer fans afhaken, dan ontstaan pas de echte grote problemen.

BNR Zakendoen #sporteconomie ging op 24 februari 2021 over sport als laboratorium. De podcast van de uitzending vind je via deze link. Hij is ook te vinden op vele andere podcast platformen. Zoek dan onder ‘Over sport en economie’.

Klinkende munt

Fondsenwerving in de sport is een kans voor open doel.

Een half jaar geleden hadden culturele en sportorganisaties de verwachting dat het begin 2021 wel over zou zijn met de pandemie die toen nog corona heette. Men rekende voor het nieuwe jaar op bezoekers in de zalen, op de festivals en op de tribunes. Vol vertrouwen werd er aan kopers van toegangskaarten restitutie beloofd voor het geval er onverhoopt niet geleverd kon worden. Compensatie in de vorm van vouchers, zoals de theaterwereld dat deed, maar ook als volledige terugbetaling, zoals verschillende voetbalclubs garandeerden.

De realiteit van 2021 is een andere dan gehoopt. De zalen en tribunes blijven leeg. Het zorgt voor grote problemen, in alle sectoren, maar met name in het betaald voetbal. Het eigen vermogen, als dat er al was, is ingeteerd of verdwenen. Als iedereen zijn geld terugvraagt, is het verlies niet te overzien. Eerste peilingen duiden erop dat zo’n 75% van de voetbalsupporters niet zullen terugvorderen. Er is hoop, maar onzekerheid overheerst. Had men dit kunnen voorkomen?

De liefde van supporters is groot, enorm groot. Dat gaat soms erg ver: een tattoo met het gezicht van de favoriete voorzitter of de wens om de as van je gecremeerde lichaam uit te laten strooien op een speciaal veldje van de club. Intense emotionele betrokkenheid waar geen goed doel mee kan wedijveren, al zijn er wellicht ook mensen die Greenpeace of de Rainbow Warrior op hun lichaam hebben laten tatoeëren. Diehard voetbalfans willen bij ‘hun club’ horen en daar alles voor doen. De bevestiging van hun liefde vinden ze belangrijker dan welke tegenprestatie ook. Het gaat om betrokkenheid die de ideale voedingsbodem is voor donaties. Opvallend genoeg is deze vorm van fondsenwerving in de sportwereld nauwelijks ontwikkeld.

De potentie van giften (en legaten) voor de sportwereld is niet onbekend en is bijvoorbeeld beschreven in het rapport ‘Klinkende Munt’ dat in 2017 verscheen in opdracht van NOC*NSF en de bij haar aangesloten sportbonden. Een werkgroep onder leiding van Jack de Vries achtte een percentage van 5% van de totale geef-markt haalbaar en voorzag extra inkomsten voor de sportsector van ten minste € 100 tot € 150 miljoen per jaar. Een conservatieve schatting gezien de enorme betrokkenheid van Nederlanders met sport. Met de aanbevelingen uit het rapport is echter niets gedaan.

Ontbrak de urgentie? Zeker niet. Ik wijt het aan onderschatting en een gebrek aan daadkracht. Hoewel sponsoring en fondsenwerving familie zijn, zijn het eerder neef en nicht dan broer en zus. Van oudsher focust sport zich op sponsoring. Fondsenwerving doe je er niet maar even bij. Het is een markt die groter én competitiever is, die zich enorm verdiept heeft en eigen wetten en regels kent. De sportwereld heeft verzuimd te investeren in kennis en kunde op dit terrein.

Het realiseren van extra inkomsten uit fondsenwerving kan nog steeds. Je ziet het om je heen gebeuren. Voetbalsupporters wachten niet af en nemen initiatief en ontwikkelen allerlei donatie- en crowd funding initiatieven om hun club in nood te helpen.

De op tegenprestaties gebaseerde relatie met supporters zal nooit verdwijnen. Er is een veel grotere, nog onontgonnen markt voor de sportsector. Het gaat om het ontwikkelen van een nieuwe geef-vraag waarbij het ‘in stand houden van het instituut’ centraal staat en er wordt ingespeeld op een diepe emotionele band. De basis ingrediënten voor succesvolle fondsenwerving zijn er. Het vraagt om andere manieren van beleid en communicatie, maar het is een kans voor open doel. Ik ben benieuwd wie deze als eerste inkopt.

Deze column is verschenen in De Dikke Blauwe op 25 februari 2021.

Over SPACs in de sport

Special Purpose Acquisition Companies oftewel SPACs bestaan al geruime tijd, maar zijn de laatste maanden aan een enorme opmars bezig. Ook in de sportwereld worden steeds meer SPACs ingezet.

Een SPAC is een beleggingsinstrument. Investeerders leggen geld in en met dat kapitaal wordt een beursnotering verkregen. Vervolgens gaat het management van de SPAC op zoek naar niet-beursgenoteerde bedrijven om mee te fuseren. Dat bedrijf krijgt de beursnotering zonder de kosten en moeite die traditioneel bij een beursgang horen. De SPAC-beleggers, ook wel sponsors genoemd, krijgen een minderheidsbelang in het bedrijf meestal zo’n 20%. De SPAC-beheerders krijgen twee jaar de tijd om een geschikte fusie-kandidaat te vinden. De inleggers van het geld worden meegenomen in de besluitvorming en krijgen indien gewenst hun geld terug als de tijd is verstreken of zij zich niet kunnen verenigen met de geplande fusie.

SPAC’s bestaan al jaren maar winnen aan populariteit en worden in de VS veelvuldig ingezet, ook voor investeringen in de sportwereld. Sport wordt gezien als een nog onontgonnen markt waarbij investeerders willen kapitaliseren op waardevermeerdering van sportorganisaties en aan sport gelieerde ontwikkelingen, zeker als er combinaties worden gemaakt met technologie. Zo zijn er succesvolle SPACs op het terrein van sportweddenschappen (DraftKings), fitness en gaming. De Amerikaanse sportwereld staat open voor deze vorm van investeren, zeker ook door de negatieve financiële impact van de Covid-19 pandemie. Organisaties zoals de NBA en de MLS passen hun interne regels aan om de mogelijkheden te verruimen. Sportpersoonlijkheden zetten hun bekendheid en invloed in om SPACs te vullen zoals Colin Kaepernick, Shaquille O’Neal en Alex ‘A-Rod’ Rodriquez.

Er komen steeds meer voorbeelden. Liberty Media, eigenaar van de Formule 1 en de Atlanta Braves, heeft een SPAC van $ 500 miljoen voor investeringen in de mediawereld. RedBall, een investeringsvehikel van bankier Gerry Cardinale en honkbal manager Billy Beane hebben een SPAC van $ 575 miljoen gecreëerd om te investeren in sportteams of in sport gespecialiseerde media of bedrijven die sportdata analyseren. Beane nam vorig jaar op persoonlijke titel een belang van 5% in voetbalclub AZ en heeft ook een belang in de Engelse club Barnsley.

Voor een sportorganisatie is het voordeel dat je niet hoeft te voldoen aan alle (vaal langdurige) beslommeringen die bij een beursgang (IPO) horen zoals het ontwikkelen van een prospectus en het houden van road shows. Bovendien weet je wie de investeerders achter de SPAC zijn en brengen zij mogelijk ook specialistische kennis in. Voor beleggers zijn SPACs interessant omdat ze zo de kans krijgen om te participeren in interessante beursintroducties.

Er zijn niet alleen maar voordelen. Ieder bedrijf dat naar de beurs gaat moet zich houden aan alle wettelijke bepalingen over informatieoverdracht en communicatie. Zeker voor een sportorganisatie vraagt dat om aanpassingen in het beleid. Ajax, de enige beursgenoteerde voetbalclub in Nederland weet daar alles van, al kan je beursnotering soms ook een excuus zijn om je achter te verschuilen.

SPACs zijn populair omdat de beurs gouden tijden kent en koersen zich gunstig ontwikkelen. Niet voor niets zeggen analisten op Wall Street dat ze meer mensen met een SPAC kennen dan met Covid. Wat zal er gebeuren als de beurzen gaan dalen? Amerikaans onderzoek naar SPACs leert dat de beurskoersen van SPACs gemiddeld een derde lager staan dan het moment van introductie.

Het lijkt een kwestie van tijd tot SPACs zich op de Nederlandse sportmarkt gaan richten. Zoals bij AZ of bij Feyenoord, dat hard op zoek is naar vreemd kapitaal. Beursgang of niet, een SPAC kan ook een interessante manier zijn om met financiers met interesse in de sportwereld in contact te komen.

BNR Zakendoen #sporteconomie ging op 17 februari over SPACs in de sport. De uitzending kun je terugluisteren via onderstaande link.

Over LV

Op 10 februari was LV het onderwerp van BNR Zakendoen #sporteconomie. LV staat in dit geval niet voor Louis Vuitton, Las Vegas, Letland of livermorium. Het Lijdend Voorwerp was de 55e editie van de Super Bowl, het grootste eendaagse sportevenement in de Verenigde Staten met een week vol activiteiten in de plaats delict. Dat was dit keer Tampa Bay in Florida, eveneens de thuisbasis van een van de finalisten, de Tampa Bay Buccaneers. Voor het eerste speelde een finalist in het thuisstadion. Aanvankelijk zou het evenement zich in Los Angeles afspelen (de locatie wordt al jaren eerder gekozen), maar de bouw van een nieuw stadion in LA heeft vertraging opgelopen. De NFL koos voor Tampa Bay al alternatief.

De staat Florida en de league eigenaar NHL waren overeengekomen dat er 25.000 mensen naar de wedstrijd mochten komen kijken, een derde van de stadioncapaciteit. Onder de toeschouwers 7.500 ingeënte zorgverleners. Het stadion werd verder gevuld met foam-borden die voor $ 150 konden worden gekocht en waarvan een deel naar een goed doel in Tampa Bay ging. Het zorgde voor een aanblik van een vol stadion. Overigens waren er strikte protocollen voor publiek en spelers.

Een SuperBowl is een evenement waar het draait om cijfers en records, niet alleen sportief maar ook commercieel. Wie waren dit jaar de winnaars en verliezers?

De Tampa Bay Buccaneers wonnen van de Kansas City Chiefs, die ook in 2020 in de finale stonden en toen wonnen.

Quarterback en Greatest Of All Time Tom Brady won van Patrick Mahones (volgens velen de nieuwe G.O.A.T., waaronder zijn eigen club die hem vorig jaar een 10-jarig contract van meer dan een half miljard dollar gaven). Van de negen Super Bowl finales die Brady speelde, won hij er zeven, een ongelofelijk record. De inmiddels 43-jarige Brady denkt nog niet aan stoppen.

De wedstrijd tussen de eigenaren werd gewonnen door de familie Glazer, die van de familie Hunt wonnen. De Glazers kennen we ook als eigenaren van Manchester United. In 1995 kochten zijn de NHL-franchise in Tampa voor $ 192 miljoen. Inmiddels wordt de waarde van de club op $ 1,2 miljard geschat.

Er waren ook winnaars en verliezers onder gokkers en gokbedrijven. De hoogste inzet van $ 2,5 miljoen dollar ging verloren, maar er was ook een winnaar die bij BetMGM $ 2,3 miljoen had ingezet op de Buccaneers. In totaal werden er 7,6 miljoen weddenschappen afgesloten, 63% meer dan vorig jaar . Dat komt omdat in steeds meer staten sportweddenschappen zijn toegestaan. Het hadden nog veel meer wedjes kunnen zijn, maar backend provider Kambi had technische problemen waardoor allerlei spelers van onder meer DraftKings, Penn National en BetRivers hun weddenschap niet konden plaatsen.

Technische problemen waren er ook bij de streaming video service van uitzendorganisatie CBS, die dit jaar de rechten had voor de uitzending op lineaire en non-lineaire platformen. In totaal keken er 5,7 miljoen mensen per minuut via streaming video, een nieuw record, 65% meer dan in 2020. Het totaal aantal kijkers viel tegen: het waren er 96 miljoen, 6 miljoen minder dan vorig jaar. Volgens analisten had dit verschillende oorzaken: de impact van Covid-19, waardoor er geen gebruikelijke feesten en partijen waren waarbij mensen normaal gesproken samen naar de wedstrijd kijken, en het gebrek aan spanning in de wedstrijd. Het record aantal kijkers naar de finale werd in 2015 gerealiseerd: 114 miljoen.

Circa 30% van de inwoners van de VS (328 miljoen mensen) heeft gekeken in 46.2 miljoen huishoudens. In perspectief: als Oranje ver komt in een groot voetbaltoernooi, kijkt zo’n 60 tot ruim 70% van de Nederlandse bevolking naar die wedstrijden. Tijdens het reguliere American Football-seizoen was er ook al een daling van de kijkersaantallen van 7%, een ontwikkeling waar meer sporten mee geconfronteerd worden.

De Big Game-commercials waren er vanzelfsprekend dit jaar ook weer. De inkoopkosten waren weer gestegen, zo’n $ 5,5 miljoen dollar voor een commercial van 30 seconden. Enkele grote vaste adverteerders hadden besloten dit jaar geen commercials uit te zenden om hun geld te besteden aan de (communicatieve) bestrijding van de Covid-19 pandemie. Het was voor het eerst sinds 1983 dat Budweiser geen commercial uitzond tijdens een Super Bowl.

De grote winnaar onder de adverteerders was volgens het Amerikaanse publiek de spot van Rocket Mortgage, het bedrijf dat ook de titel ‘Official Mortgage Supplier van de NHL’ draagt. Een grappige commercial met de bekende SNL-komiek Tracey Morgan in de hoofdrol met als thema ‘Certain is better than pretty sure’. Ook de 5’ (!) seconden commercial van r/wallstreetbets werd met applaus ontvangen.

Jeep had al 10 jaar geprobeerd om Bruce Springsteen in een commercial te krijgen. Het was eindelijk gelukt en dat resulteerde in een verhaal over the ReUnited States of America, over verbinding in een verdeeld land met een bijdrage van The Boss in tekst en muziek. Het leek wel een speech van Joe Biden. Op Twitter had 55% van de 27.000 posts over de commercial een negatief sentiment. In een poll van het reclamevakblad Ad Age werd de TV-commercial door meer dan de helft van de lezers als ‘te prekerig’ beoordeeld.

Er was nog een connectie met Joe Biden. Deze Super Bowl werd ingeleid met een gedicht van Amanda Gorman, die eerder de aandacht op zich vestigde met een overweldigend optreden tijdens de inauguratie ceremonie van de nieuwe president van de Verenigde Staten.

Ook social media zorgde voor nieuwe records. Volgens Brandwatch werden adverteerders 916.000 keer genoemd in tweets, zo’n 3.800 per minuut. De Pepsi Half Time Show met zanger The Weeknd in de hoofdrol kreeg veel positieve respons op de sociale kanalen. Naast de vergoeding die hij kreeg van sponsor Pepsi had de artiest zelf $ 7 miljoen geïnvesteerd in zijn show.

Wat viel er verder op? CBS zette meer camera’s in dan ooit. Opvallend was de inzet van de zogenaamde Sony Venice Cam. Deze camera geeft een scherp beeld van het onderwerp dat in beeld is, waarbij de achtergrond onscherp wordt. Dat zorgt voor een ‘cinematografisch’ effect en geeft een gevoel van diepte. Het is een techniek die veel in de game-industrie wordt gebruikt, o.a. in de NHL-game Madden. Ik zag dit beeld ook al gebruikt worden in uitzendingen van de Spaanse La Liga. Ongetwijfeld gaan we dit steeds vaker zien.

Een ander opvallende feitje en tekenend voor deze tijd: voor het eerst was er een vrouwelijk scheidsrechter in de finale.

Wat ook opvalt, in een wat breder perspectief, is de enorme hausse die is ontstaan rond zeldzame sportplaatjes. Er worden enorme bedragen voor betaald die soms tot in de miljoenen lopen, niet alleen voor collector’s items uit het verleden maar ook voor recente plaatjes. Voor het Panini Prizm Rookie-plaatje van Patrick Mahones werd $ 9.500 betaald, $ 2.000 meer dan voor een Rookie-plaatje van Tom Brady. Zo heeft Mahones toch nog iets ‘gewonnen’ in een verder voor hem teleurstellend weekend.

Een verlieslijdend jaar – Covid-19 kost de American Football van de NFL $ 4 miljard aan omzet – werd met een groots spektakel afgesloten. Nu is het voor de liefhebbers wachten tot september, als het nieuwe seizoen weer begint.

In BNR Zakendoen #sporteconomie ging het over de 55e editie van de Super Bowl. De podcast van de uitzending kun je terugluisteren via deze link.

Over negen nullen en meer

In de sportwereld is er een zogenaamde Three Commas Club. Dit door Forbes Magazine in benoemde elite gezelschap bestaat uit actieve atleten die meer dan een miljard dollar hebben verdiend. Het zijn golfer Tiger Woods, bokser Floyd Mayweather Jr., basketballer en ‘nieuw lid’ LeBron James en de voetballers Cristiano Ronaldo en Lionel Messi.

Deze sporters hebben hun vermogen op verschillende manieren vergaard. Mayweather met name door het aandeel in de verkoop van de PPV (Pay-Per-View) rechten van zijn partijen. Voor de andere sporters is het een combinatie van salaris, bonussen en commerciele deals waaronder sponsoring en endorsements (ambassadeursschappen bijvoorbeeld in social media posts).

De bijdrage uit commerciele deals is meestal groter dan de opbrengst uit salarissen. Daar is een uitzondering op en dat is Lionel Messi. Het was een publiek geheim dat Messi € 100 miljoen euro per jaar zou verdienen, sinds dit weekend weten we de exacte bedragen.

De Spaanse krant El Mundo maakte het contract van Messi openbaar met daarbij het bedrag dat hij in vier jaar kan verdienen: € 555.237.619, opgebouwd uit een jaarsalaris van € 128 miljoen, tekengeld van € 115 miljoen en additionele bonussen van € 77 miljoen. Volgens de krant heeft de Argentijn als 93% van het totale bedrag op zijn rekening staan.

Het zijn astronomische bedragen die hun gelijke niet kennen. Dat geldt ook voor het talent van de voetballer Messi. Een uitzonderlijke atleet die zijn geld meer dan waard is volgens oud- en aankomend Barcelona-voorzitter Joan Laporta. Een derde van de inkomsten van de club (dit jaar € 750 miljoen vanwege corona, de verwachting was aanvankelijk dat de club in 2020 de grens van € 1 miljard zou overtreffen) komen direct voort uit de aanwezigheid van Messi. Sportieve resultaten op het veld in nationale en internationale competities, toernooien en oefenwedstrijden leveren geld op, plus de aantrekkingskracht op fans/toeristen, sponsors, social media volgers en kopers van shirtjes en andere merchandise. Bij acht van iedere tien shirtjes die er via de kanalen van Barcelona worden verkocht, staat de naam Messi achterop gedrukt. Messi is een mondiale superster met een enorme aantrekkingskracht en commerciele waarde.

Ondanks al die inkomsten staat de club Barcelona zwaar onder druk; de schuld is opgelopen tot meer dan een miljard, als gevolg van mismanagement in de afgelopen jaren plus de impact van corona. Spelers van Barcelona leverden 70% van hun salaris in; of dat ook voor Messi geldt, is niet bekend.

Is een speler zoveel geld waard? Het is een discussie die iedere keer oplaait als er dit soort bedragen in de media verschijnen. Messi is de belangrijkste acteur in een miljardenindustrie, de speler die iedereen wil zien spelen en het is dan ook niet meer dan logisch dat hij daar een deel van krijgt. Het is ook goed te beseffen dat niemand Barcelona heeft gedwongen om deze bedragen te betalen. De club wilde hem kennelijk koste wat kost behouden. Uitzonderlijk talent is schaars, de markt is enorm groot en zit vol kapitaalkrachtige partijen.

De andere leden van de Negen Nullen Club verdienen hun geld voornamelijk naast het veld. LeBron James (huidig jaarsalaris $ 31,4 miljoen) verdiende van dat miljard meer dan $ 700 miljoen met sponsorcontracten en endorsements. Zo was hij 18 jaar verbonden aan Coca-Cola maar stapt hij nu over naar het Mountain Dew van concurrent Pepsi. Overigens tekende James al een levenslang contract met Nike dat hem op termijn ook meer dan een miljard oplevert.

Overigens stijgen de salarissen ook in de Verenigde Staten. Patrick Mahomes, de quarterback van de Kansas City Chiefs, de winnaar van de SuperBowl 2020 die ook het aankomende weekend in de finale staat, tekende vorig jaar een tienjarig contract voor $ 503 miljoen. De kans is groot dat hij binnen enige tijd toegang krijgt tot de herenclub van de drie komma’s. Het zal echt nog wel even duren voordat vrouwen die status bereiken.

In de Amerikaanse sport zijn er zogenaamde salary caps om ervoor te zorgen dat de uitgaven van clubs niet onverantwoord zijn en vooral om ervoor te zorgen dat de kapitaalkrachtigste clubs (uit de grote steden) al het talent wegkopen. In sporten waar geen promotie- en degradatieregeling is, is het voor de aantrekkingskracht van belang dat er een gelijk speelveld is. Het effect van die salarisplafonds zijn beperkt, doordat er allerlei uitzonderingen zijn. De National Basketball Association heeft een zogenaamde soft salary cap, waarbij bepaalde spelers die free agent (transfervrij) worden wel een hoger salaris mogen krijgen dan de ‘cap’ toestaat. Om dat te compenseren moet de club een zogenaamde luxury tax betalen. Het zijn met name het draftsysteem (slecht presterende clubs mogen de beste telanten contracteren) en het play-off systeem die ervoor zorgen dat kleinere clubs kans maken ver te komen in een kampioenschapsrace.

Salarisplafonds kennen we niet in de grote Europese sporten. De vraag is of zo’n plafond juridisch haalbaar zou zijn op grond van Europese wetgeving over vrij verkeer van werknemers en mededinging.

De excessieve beloning van Messi & co. zorgen voor rumoer en discussie. Het zijn onderwerpen waarover iedereen wil mee praten. Is er ook een downside? Zorgen de enorme salarissen ervoor dat fans afhaken van hun favoriete sport, club of speler?

Voor de mensen die toch al niet veel op hebben met sport, zijn de miljoenenbedragen aanvullend en overtuigend bewijs van de perverse wereld die sport in hun ogen is. Het is immers maar een spelletje, een hobby. Fans zijn veel minder kritisch en kunnen begrip op brengen voor de beloning van een superster die geadoreerd wordt. Het gevoel dat jouw club ook echt van jou is, staat borg voor een verbondenheid die levenlang duurt.

Sport en heel veel geld: sinds het bestaan van betaalde sport is er discussie over beloning en de ‘waarde’ van een mens. Het is een onderwerp van alle tijden. We kunnen er over blijven praten en dat is ook wat zovelen bindt en verbindt met sport.

De podcast van de uitzending van BNR Zakendoen #sporteconomie met Thomas van Zijl en Marcel Beerthuizen kun je terugluisteren via deze link.