Over negen nullen en meer

In de sportwereld is er een zogenaamde Three Commas Club. Dit door Forbes Magazine in benoemde elite gezelschap bestaat uit actieve atleten die meer dan een miljard dollar hebben verdiend. Het zijn golfer Tiger Woods, bokser Floyd Mayweather Jr., basketballer en ‘nieuw lid’ LeBron James en de voetballers Cristiano Ronaldo en Lionel Messi.

Deze sporters hebben hun vermogen op verschillende manieren vergaard. Mayweather met name door het aandeel in de verkoop van de PPV (Pay-Per-View) rechten van zijn partijen. Voor de andere sporters is het een combinatie van salaris, bonussen en commerciele deals waaronder sponsoring en endorsements (ambassadeursschappen bijvoorbeeld in social media posts).

De bijdrage uit commerciele deals is meestal groter dan de opbrengst uit salarissen. Daar is een uitzondering op en dat is Lionel Messi. Het was een publiek geheim dat Messi € 100 miljoen euro per jaar zou verdienen, sinds dit weekend weten we de exacte bedragen.

De Spaanse krant El Mundo maakte het contract van Messi openbaar met daarbij het bedrag dat hij in vier jaar kan verdienen: € 555.237.619, opgebouwd uit een jaarsalaris van € 128 miljoen, tekengeld van € 115 miljoen en additionele bonussen van € 77 miljoen. Volgens de krant heeft de Argentijn als 93% van het totale bedrag op zijn rekening staan.

Het zijn astronomische bedragen die hun gelijke niet kennen. Dat geldt ook voor het talent van de voetballer Messi. Een uitzonderlijke atleet die zijn geld meer dan waard is volgens oud- en aankomend Barcelona-voorzitter Joan Laporta. Een derde van de inkomsten van de club (dit jaar € 750 miljoen vanwege corona, de verwachting was aanvankelijk dat de club in 2020 de grens van € 1 miljard zou overtreffen) komen direct voort uit de aanwezigheid van Messi. Sportieve resultaten op het veld in nationale en internationale competities, toernooien en oefenwedstrijden leveren geld op, plus de aantrekkingskracht op fans/toeristen, sponsors, social media volgers en kopers van shirtjes en andere merchandise. Bij acht van iedere tien shirtjes die er via de kanalen van Barcelona worden verkocht, staat de naam Messi achterop gedrukt. Messi is een mondiale superster met een enorme aantrekkingskracht en commerciele waarde.

Ondanks al die inkomsten staat de club Barcelona zwaar onder druk; de schuld is opgelopen tot meer dan een miljard, als gevolg van mismanagement in de afgelopen jaren plus de impact van corona. Spelers van Barcelona leverden 70% van hun salaris in; of dat ook voor Messi geldt, is niet bekend.

Is een speler zoveel geld waard? Het is een discussie die iedere keer oplaait als er dit soort bedragen in de media verschijnen. Messi is de belangrijkste acteur in een miljardenindustrie, de speler die iedereen wil zien spelen en het is dan ook niet meer dan logisch dat hij daar een deel van krijgt. Het is ook goed te beseffen dat niemand Barcelona heeft gedwongen om deze bedragen te betalen. De club wilde hem kennelijk koste wat kost behouden. Uitzonderlijk talent is schaars, de markt is enorm groot en zit vol kapitaalkrachtige partijen.

De andere leden van de Negen Nullen Club verdienen hun geld voornamelijk naast het veld. LeBron James (huidig jaarsalaris $ 31,4 miljoen) verdiende van dat miljard meer dan $ 700 miljoen met sponsorcontracten en endorsements. Zo was hij 18 jaar verbonden aan Coca-Cola maar stapt hij nu over naar het Mountain Dew van concurrent Pepsi. Overigens tekende James al een levenslang contract met Nike dat hem op termijn ook meer dan een miljard oplevert.

Overigens stijgen de salarissen ook in de Verenigde Staten. Patrick Mahomes, de quarterback van de Kansas City Chiefs, de winnaar van de SuperBowl 2020 die ook het aankomende weekend in de finale staat, tekende vorig jaar een tienjarig contract voor $ 503 miljoen. De kans is groot dat hij binnen enige tijd toegang krijgt tot de herenclub van de drie komma’s. Het zal echt nog wel even duren voordat vrouwen die status bereiken.

In de Amerikaanse sport zijn er zogenaamde salary caps om ervoor te zorgen dat de uitgaven van clubs niet onverantwoord zijn en vooral om ervoor te zorgen dat de kapitaalkrachtigste clubs (uit de grote steden) al het talent wegkopen. In sporten waar geen promotie- en degradatieregeling is, is het voor de aantrekkingskracht van belang dat er een gelijk speelveld is. Het effect van die salarisplafonds zijn beperkt, doordat er allerlei uitzonderingen zijn. De National Basketball Association heeft een zogenaamde soft salary cap, waarbij bepaalde spelers die free agent (transfervrij) worden wel een hoger salaris mogen krijgen dan de ‘cap’ toestaat. Om dat te compenseren moet de club een zogenaamde luxury tax betalen. Het zijn met name het draftsysteem (slecht presterende clubs mogen de beste telanten contracteren) en het play-off systeem die ervoor zorgen dat kleinere clubs kans maken ver te komen in een kampioenschapsrace.

Salarisplafonds kennen we niet in de grote Europese sporten. De vraag is of zo’n plafond juridisch haalbaar zou zijn op grond van Europese wetgeving over vrij verkeer van werknemers en mededinging.

De excessieve beloning van Messi & co. zorgen voor rumoer en discussie. Het zijn onderwerpen waarover iedereen wil mee praten. Is er ook een downside? Zorgen de enorme salarissen ervoor dat fans afhaken van hun favoriete sport, club of speler?

Voor de mensen die toch al niet veel op hebben met sport, zijn de miljoenenbedragen aanvullend en overtuigend bewijs van de perverse wereld die sport in hun ogen is. Het is immers maar een spelletje, een hobby. Fans zijn veel minder kritisch en kunnen begrip op brengen voor de beloning van een superster die geadoreerd wordt. Het gevoel dat jouw club ook echt van jou is, staat borg voor een verbondenheid die levenlang duurt.

Sport en heel veel geld: sinds het bestaan van betaalde sport is er discussie over beloning en de ‘waarde’ van een mens. Het is een onderwerp van alle tijden. We kunnen er over blijven praten en dat is ook wat zovelen bindt en verbindt met sport.

De podcast van de uitzending van BNR Zakendoen #sporteconomie met Thomas van Zijl en Marcel Beerthuizen kun je terugluisteren via deze link.

Over voetbal en faillissementen

Kan een voetbalclub als Barcelona, vorig jaar door in Deloitte’s Money League uitgeroepen tot de voetbalclub met de grootste omzet ter wereld, failliet gaan? Spaanse media schrijven dat Barcelona financieel in enorm zwaar weer terecht is gekomen.

De omzet van de club was in 2019 € 840 miljoen en de verwachting was dat men dit jaar door de € 1 miljard grens zou gaan. Ook voor Barcelona heeft Covid-19 ervoor gezorgd dat 2020 volledig anders loopt dan verwacht. Het wegblijven van toeristen en het spelen van wedstrijden zonder publiek heeft waarschijnlijk nergens zo’n grote financiële impact als bij de club in Catalonië. Het kost de club minstens € 154 miljoen.

Barcelona heeft een buitenproportioneel salarishuis wat 69% van de begroting inneemt. Met een jaarsalaris van € 100 miljoen exclusief bonussen neemt superster Lionel Messi een groot deel voor zijn rekening. De club is, na een eerdere salariskorting in het voorjaar, wederom met alle spelers in overleg over een salarisverlaging van 30%. Dit moet € 190 miljoen opleveren en zou een voorlopige redding betekenen. Frenkie de Jong heeft zijn contract verlengd voor een naar verluidt 30% lager jaarsalaris.

De grote vraag is of Barcelona überhaupt failliet kan gaan? Het is niet bekend hoe groot de totale schuld van de club is; die wordt geschat tussen de € 500 miljoen en € 1 miljard. Het belang van voetbal en de verwevenheid met de bancaire sector is in Spanje dermate groot dat geen bank het failliet van een populaire club op zijn naam wil hebben. Bovendien zijn er nog genoeg andere manieren om geld te verdienen, zoals via de naamgeving van het nieuw te bouwen Nou Camp. De opbrengst zou eerst naar onderzoekers van het corona-vaccin gaan, nu lijkt de clubkas een betere optie om te overleven.

In Nederland zijn de afgelopen decennia verschillende voetbalclubs failliet verklaard. SC Veendam was de laatste in 2013, HFC Haarlem (2010) een van de bekendste. Ingeval van faillissement komen de gespeelde wedstrijden te vervallen en worden alle contracten ontbonden. Als een bewindvoerder of curator weigert de spelerscontracten te laten gaan, hebben zij volgens de CAO de mogelijkheid hun contract met een opzegtermijn van zes weken te laten beëindigen via de Arbitragecommissie KNVB Betaald Voetbal.

De licentie van de failliete club valt direct terug aan de KNVB waardoor een doorstart niet mogelijk is. In andere landen kan een club failliet gaan en kort daarna doorstarten met licentie én clubhistorie. De grootste verandering zit dan in de naam, waarvan bijvoorbeeld letters worden gewijzigd. Zo veranderde AC Fiorentina, failliet verklaard in 2002, in ACF Fiorentina. De club werd destijds wel teruggeplaatst naar de Serie C2 maar speelt inmiddels weer in de Serie A.

In BNR Zakendoen #sporteconomie ging het op 11 november over voetbal en faillissementen. De podcast van de uitzending kun je hier terugluisteren.

Over sport, oorlog en vrede

Dit jaar herdenken en vieren we 75 jaar bevrijding. In BNR Zakendoen #sporteconomie van 6 mei ging het over sport, oorlog en vrede.

Bij de ontwikkeling van de sport hebben oorlog en politiek centraal gestaan. Aanvankelijk was sportbeoefening bij de oude Grieken, de grondleggers van de klassieke Olympische Spelen, voorbehouden aan adellijke mannen, maar vanwege de behoefte aan getrainde soldaten kwamen er sportscholen die zich richten op de fysieke ontwikkeling van de bevolking.

De Romeinse heersers, de bedenkers van panem et circenses (brood en spelen) gebruikten (sportieve) evenementen om het volk vermaak te bieden en af te leiden van de dagelijkse misère. De toenmalige atleten waren niet alleen maar slaven en sommige van hen werden goed beloond. De wagenmenner Gaius Diocles, van Spaanse afkomst, werd multimiljonair door zijn sport en wordt beschouwd als de best verdienende atleet aller tijden.

Ook voor de grondlegger van de moderne Olympische Spelen, de Fransman Pierre de Coubertin, was een oorlog (de Frans-Pruisische) de basis voor het ‘herintroduceren’ van de Olympische Spelen als een internationaal sportevenement dat de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling moet bevorderen en voor verbroedering tussen alle volkeren zorgt. Met als adagium ‘meedoen is belangrijker dan winnen’.

Er zijn mooie voorbeelden hoe sport kan zorgen voor verbroedering, ook in tijden van oorlog en conflict. Zoals de atleten en officials van de gezworen vijanden Noord- en Zuid-Korea die tijdens de openingsceremonie van de Winterspelen van 2018 gezamenlijk onder één vlag het stadion betraden. Een vrouwelijke Korea-combinatie nam deel aan het ijshockeytoernooi.

Een. ander mooi voorbeeld van (tijdelijke) verbroedering in de meest barre en gewelddadige omstandigheden is het spontane partijtje voetbal dat Engelse en Duitse soldaten tegen elkaar speelden tussen de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog. De Britse retailer Sainsburry maakte daar 100 jaar na dato een prachtige commercial over.

Oorlogen en gewapende conflicten zijn vaak van invloed geweest op sportevenementen zoals de Olympische Spelen. In 1956 nam Nederland niet deel aan de Spelen van Melbourne als protest tegen de inval van de Sovjet-Unie in Hongarije. Ook andere Spelen, zoals die van 1980 en 1984, werden beïnvloed door de wereldpolitiek.

Het effect van het boycotten van Spelen is onbewezen, maar dat sport en politiek alles met elkaar te maken hebben valt niet te ontkennen. Ook nu nog is sport, net als bij de Romeinen, een te belangrijk instrument voor machtshebbers om aandacht te trekken of juist voor afleiding te zorgen.

De uitzending met Thomas van Zijl en Marcel Beerthuizen kun je hier terugluisteren.

Voor meer verhalen over de geschiedenis van sport in tijden van oorlog: https://sportgeschiedenis.nl/

Over sporters en coaches die (te?) veel verdienen

Het gemiddelde salaris van een Eredivisie speler is € 281.000 bruto per jaar. Van een speler uit de Keuken Kampioen Divisie is het ongeveer € 25.000, minder dan een modaal salaris. Let wel, dit zijn gemiddelden, er zijn grote verschillen tussen het ‘linker en het rechter rijtje’.

In de absolute top van de sport gaat het om andere bedragen. Lionel Messi verdient € 100 miljoen per jaar. Nummer 1 op de Forbes-lijst van beste betaalde entertainers in 2018 (waar naast filmsterren, muzikanten, tv-persoonlijkheden en modellen ook sporters ook onder vallen) is bokser Floyd Mayweather met $ 285 miljoen.

Het nieuwe salaris van Atlético Madrid coach Diego Simeone zorgde ervoor dat de aloude discussie over de beloning van sporters nieuw leven werd ingeblazen. De Argentijnse oefenmeester gaat € 3,3 miljoen verdienen, per maand wel te verstaan. Hij is daarmee de best betaalde voetbaltrainer in Europa. Simeone verdient meer dan de best betaalde speler in zijn team, Antoine Griezmann, die € 35 miljoen per jaar verdient.

Als je het vergelijkt met mensen die een veel grotere verantwoordelijkheid hebben, zoals premier Rutte (€ 160.000 per jaar) of een directeur van een gemiddeld goed doel (rond de € 100.000 per jaar) dan zijn de verschillen absurd.

De centrale vraag in BNR Zakendoen van 27 februari: verdienen sporters en coaches te veel? Is hun beloning te rechtvaardigen? Presentator en sportkenner Thomas van Zijl leidde de discussie. Merlin Melles was de Zakenpartner deze uitzending.

De uitzending kun je hier bekijken en hier beluisteren.

De man van 99 miljoen euro

Gareth Bale verkast voor 99 miljoen euro van Tottenham Hotspur naar Real Madrid en wordt daarmee de duurste voetballer aller tijden. Een interview met Sander de Heer en Wendy Beenhakker van De Heer Ontwaakt op Radio 2 vind je hier. Een interview met Pim Sedée van RTL Nieuws vind je hier.

 

Fairtrade in voetbal bestaat niet

De kassa rinkelt in Madrid. Kaká 65 miljoen euro, Cristiano Ronaldo 93 miljoen euro. De Portugees gaat negen miljoen euro per jaar verdienen, ruim 170.000 euro per week. Fiorentino Pérez, de voorzitter van Real Madrid, is nog niet uitgewinkeld. Ondanks een schuld van 500 miljoen euro.

Het leidt tot interessante discussies in kranten, kantoren en kroegen. Die concentreren zich op drie vragen. Vraag 1: “Wanneer stopt het nou een keer?” Vraag 2: ‘Waarom moeten die spelers zoveel verdienen?”. Vraag 3: “Kan het wel terugverdiend worden?”.

Het antwoord op de eerste vraag is simpel: het stopt nooit. Daarvoor is voetbal een te grote en te belangrijke industrie geworden. Iedere keer zullen investeerders de grenzen verleggen. Overigens kan daar wel wat tijd overheen gaan. Tot afgelopen week was Zinedine Zidane de duurste voetballer. Dat record dateert van acht jaar geleden, toen diezelfde Pérez namens Real Madrid 75 miljoen euro voor de Fransman betaald. Dat leverde toen veel minder discussie op. Maar in 2001 was er nog geen crisis.

Zijn de salarissen excessief? De beste Amerikaanse basketballers, honkballers en American football-spelers verdienen meer dan 20 miljoen euro per jaar, in een markt met een vergelijkbare omvang als die van Europa. Tiger Woods verdient 90 miljoen euro per jaar en is binnenkort de eerste sportmiljardair. F1-coureur Fernando Alonso casht 30 miljoen euro per seizoen. Topacteurs als Tom Hanks, Will Smith en Tom Cruise krijgen meer dan 15 miljoen dollar per film. Naast een gage eisen de acteurs een percentage van de kaartverkoop en verkoop van merchandising, waardoor het honorarium voor een film soms de 50 miljoen te boven gaat. Topvoetballers zijn wereldsterren die mensen naar de theaters en voor de buis trekken. Zij hebben recht op een aandeel van de miljarden die in voetbal omgaan.

Of de investeringen in Kaká en Ronaldo kunnen worden terugverdiend, is moeilijker te beantwoorden. De nieuwe spelers zorgen voor een stijging in de verkoop van merchandising. Er worden jaarlijks meer dan 6 miljoen Real-shirtjes verkocht. Het stimuleert de verkoop van abonnementen op Real Madrid TV, het satelliet kanaal van de club. Het verhoogt het prijzengeld voor de deelname aan demonstratiewedstrijden en toernooien. Het bereiken van de laatste ronden in de Champions League levert tientallen miljoenen op, maar sportieve resultaten zijn niet gegarandeerd. Er zijn onzekere factoren, zoals tegenvallende prestaties door gebrek aan teamgevoel en de kans op blessures. Kortom, op korte termijn verdient Real het geld niet terug. Het ontbrekende deel valt onder de post ‘marketing’. De aankopen bevestigen de status van Real Madrid als grootste voetbalclub van de wereld en versterkt daarmee de waarde van het merk.

Is het ook goed voor het voetbal? Eerlijk is het in ieder geval niet. In Duitsland mogen clubs geen spelers kopen met geleend geld. In Nederland wordt de begroting van een club nauwlettend gecontroleerd en hun handelingsvrijheid daarmee beperkt. In Italië en Spanje ontbreekt iedere controle en worden enorme schulden gepermitteerd. Het pleit voor de invoering van een internationaal licentiesysteem, waarbij de clubs worden beoordeeld en mogen handelen op basis van hun financiële status. UEFA-voorzitter Michel Platini schermt met de invoering van zo’n systeem. Tot op heden heeft de UEFA vooral veel geroepen en nog niet veel geregeld, bang als men is voor de macht van de Europese topclubs die geen boodschap hebben aan nivellering. Ook in voetbal worden de rijken steeds rijker. Fairtrade in voetbal bestaat niet.

Column verschenen in AD Sportwereld, 18 juni 2009.