Eredivisie Live is een zegen voor de sportwereld

Niet iedereen weet dat het vooral de uitzendrechten zijn waarmee de grote sportorganisaties hun geld verdienen. De inkomsten van de verkoop van uitzendrechten van de Olympische Spelen, het WK en EK Voetbal, UEFA Champions League en de voetbalclubs in Engeland, Italie en Spanje zijn vele malen groter dan de inkomsten uit sponsoring. Bovendien blijven deze inkomsten exponentieel toenemen en groeien ze veel sneller dan de inkomsten uit sponsoring. Ook als je kijkt naar de grote Amerikaanse profsporten dan zorgt de verkoop van rechten voor de voornaamste inkomsten.

De markt van sportrechten is de afgelopen jaren enorm ontwikkeld, onder andere door de tecnologische ontwikkelingen waardoor er meer mogelijkheden (tv, pay-per-view, internet, mobiel) zijn gekomen om de rechten te verkopen en er meer mogelijkheden zijn gekomen om de rechten te verpakken (alle uitwedstrijden van de favoriere club, alleen de wedstrijden van de topclubs, de mooiste goals, zelf te kiezen cameraposities et cetera).

De handel op deze markt is lucratief. Er zijn internationale makelaars die op eigen risico rechten inkopen en vervolgens met bescheiden of onbescheiden winst doorverkopen. Een ander model is dat de makelaar de rechten verkoopt in samenwerking met een sportorganisatie (de rechtenhouder) en vervolgens een commissie krijgt over het totale verkoopbedrag. Vaak heeft de makelaar daarvoor wel een garantie moeten afgeven. Het voordeel van dit laatste model is dat de meeste inkomsten terugvloeien naar de sportorganisatie, vandaar dat het ook steeds meer wordt toegepast.

Maar de toenemende behoefte van publieke en commerciele tv-stations, telecombedrijven en internetproviders aan interessant aanbod – content in jargon – om kijkers te trekken, heeft er toe geleid dat grote sportorganisaties professionals op dit terrein in dienst hebben genomen. Het controleren van de productie en verkoop van de eigen zo gewilde sportrechten maakt dat de inkomsten op dit terrein kunnen terugvloeien naar de eigen organisatie (zoals de UEFA het geld van de Champions League en de EK’s gebruikt om de sport in de minder ontwikkelde voetballanden te stimuleren) en het entertainment-product naar eigen maatstaven en wensen kan worden geproduceerd. Het is de reden dat tijdens Euro 2008 geen enkel vechtpartijtje op de tribunes of protestactie op het veld in beeld is gebracht. Met uiteraard de interessante vraag of de wereld daarmee dan enorm veel onthouden is, maar ik waag dat te betwijfelen.

Het betekent dat de beslissing van de Eredivisie-clubs om een eigen kanaal op te zetten een logische stap is, die op termijn ook niet te vermijden was geweest. Zeker toen het bod op de live-rechten strategisch en financieel niet in overeenstemming was met de verwachtingen. Een eigen kanaal zorgt zeker op lange termijn voor een verdere groei van de inkomsten.

Betalen voor voetbal is een heikel onderwerp in ons land. Want voetbal van de Eredivisie en van Oranje is voor ons allemaal en van ons allemaal, het is niet voor niets het meest geliefde en gewilde vorm van entertainment. We willen vermaakt worden in deze hoogtijdagen van de Experience Economy en we zijn ook bereid daarvoor te betalen. Voor de bioscoop, voor DVD’s, voor games, voor magazines, voor concerten, voor pretparken en ga zo maar door. We zijn inmiddels ook steeds meer gewend te betalen via credit card of nog indirecter, via de mobiele telefoon. Vermaak mag wat kosten, maar niet als het om voetbal gaat. De mislukkingen van Sport7 en Talpa hebben daar ongetwijfeld ook mee te maken.

Ondertussen hadden ruim 340.000 huishoudens een abonnement op live Eredivisie-voetbal. En verschillende onderzoeken maken duidelijk dat zeker 700.000 mensen interesse hebben in de aanschaf van een Eredivisie-kanaal.

De komende vijf jaar is iedere sportliefhebber verzekerd van de samenvattingen van de belangrijkste sportcompetitie van ons land. De echte voetbalfans die, waar ook in Nederland, meer wilen zien en er ook voor willen betalen, hoeven met Eredivisie Live geen wedstrijd meer te missen. Dat zorgt ervoor dat de Eredivisie en haar clubs hun eigen rechten maximaal kunnen vermarkten en dat de daarmee verkregen inkomsten rechtstreeks naar de clubs vloeien.

Het is vanzelfsprekend dat juist de Eredivisie deze ontwikkelingen in Nederland in gang zet. Ontwikkelingen die met interesse wordt gevolgd door andere sporten, die in de toekomst direct dan wel indirect gebruik kunnen maken van de kennis en expertise die nu door de Eredivisie wordt opgedaan.

Column verschenen in AD Sportwereld, 23 juli 2008.

De commercie heeft de sport in een onlosmakelijke houdgreep

Commercie in de sport is voor vele sportliefhebbers gelijk aan vloeken in de kerk voor een ouderling uit Staphorst. Want het zorgt voor hel en verdoemenis, brengt het wezen van de sport in gevaar en zou ons daarmee kunnen beroven van de belangrijkste bijzaak in ons leven.

De verhuizing van een betonnen pisbak naar een multifunctionele locatie? Een sporter die een bovenmodaal salaris per dag verdient? Voetbal op tv van zeven naar acht uur ’s avonds? Sportclub in handen van een succesvolle ondernemer? De introductie van een nieuw logo? Het nieuws is nog niet gepubliceerd of er is direct al een coach, journalist, cabaretier of Stichting die ons attent maakt op het naderende onheil. Want zoals het is, moet het altijd blijven. Dat is niet conservatief, maar dat heet traditie.

Als je met wat meer distantie naar het onderwerp kijkt, zie je dat commercie in de sport ouder is dan de weg naar Rome. In de klassieke oudheid ontvingen succesvolle atleten ruime beloningen voor hun prestaties van overheden die daarmee de publieke opinie wilden beinvloeden. Al in het begin van de vorige eeuw werden wielrenners gesponsord door op publiciteit beluste ondernemers. In 1953 betaalde de toenmalige NTS na veel gemor 500 gulden aan de KNVB voor de uitzendrechten van de wedstrijd Nederland – België. Niemand minder dan Johan Cruijff (sportmarketeer avant la lettre) weigerde in 1974 te spelen in een oranje shirt met drie strepen vanwege zijn contract met Puma. En de nieuwe stadions die koud en kil zouden zijn, blijken direct bij opening al te klein te zijn.

Sport en commercie is dus al eeuwenlang voer voor identieke, vaak hoogoplopende discussies. Ondertussen heeft de commercie de sport in een houdgreep. Topsport is entertainment, een industrie waarin miljarden omgaan en vooral de regels van Wall Street het spel bepalen.

Column verschenen in AD Sportwereld, 1 april 2008.

180!

Jelle

Ik kijk naar Lakeside sinds de 80-er jaren. Toen het nog Embassy heette, met Eric Bristow en the King of Bling Bobby George.

Ooit kocht SBS de rechten voor een schamele 5000 gulden en keken meer dan een miljoen Nederlanders naar de winnende Raymond van Barneveld.

Dat was in 1998.

Maar gisteren was toch wel een ongekend hoogtepunt. Twee Hollanders op het finalepodium. De uitzendrechten zijn lang niet zo goedkoop meer (de BBC is wakker geworden). Eurosport zond het toernooi uit in 71 landen. Zelfs in Thailand heeft Jelle al fans.

Volgens SBS keken meer dan 5 miljoen landgenoten (marktaandeel 54,4% voor 20-49) naar Snelle Jelle en de naast hem wel erg dik ogende Barney. Balkenende had genoten op de bank, zo liet hij the Young Matador weten. Op de BBC wisten ze te melden dat Queen Beatrix ook zat te kijken.

Mooie tijden voor sponsor Keukenconcurrent en het café waar het allemaal begon. In Brabant verdringen Boxtel, Vlijmen en Alphen elkaar om alle aandacht te krijgen. Over citymarketing gesproken! Er liggen vast nog wat mooie gemeentelijke sportpenningen voor Jelle in het verschiet.

De manager glom van oor tot oor. Wat gaat er nog allemaal komen?

Jelle flights en andere metalen (piercings!). Jelle Klaasen merchandising. Optredens, evenementen, interviews. Een contract met SBS?

Zijn website is al onbereikbaar. Hoe snel kan het gaan? Van nobody tot BN-er in 5 darts-partijen. Maar vandaag moet hij eerst nog met de boot terug naar Nederland.

Geplaatst op Molblog, 16 januari 2006.