Over de Formule 1 Heineken Grand Prix van Nederland

Een voor onmogelijk gehouden project, het (opnieuw) binnenhalen van een Formule 1 Grand Prix in Nederland, is tot een succes gebracht zo bleek gisteren tijdens een perspresentatie op het Circuit Park Zandvoort.

Een prestatie die alleen door een samenbundeling van krachten kon worden gerealiseerd. Achter de schermen hebben het circuit en de bureaus TIG Sports en SportVibes de krachten gebundeld. Dat heeft gezorgd voor een aantal toonaangevende sponsors: Heineken, PON, VolkerWessels, Talpa Media, CM.com en niet te vergeten Jumbo. Daarachter staat een groot aantal partners klaar om in te stappen.

Wat kunnen we van de sponsors verwachten? Wat zijn de uitdagingen voor de organisatie? Hoe kunnen zij verschil maken? Kan dit evenement uitgroeien tot een nieuw voorbeeld van een sportevenement volgens ‘de Hollandse School’ waarin niet alleen sport maar ook cultuur en maatschappij aan bod komen? Is dit de opmaat voor meer?

In BNR Zakendoen ging het op 10 mei over de Formula 1 Heineken Dutch Grand Prix die op 3 of 10 mei wordt verreden in de Zandvoortse duinen. De vragen kwamen ook deze keer van presentator Thomas van Zijl, Maria van der Heijden, directeur van MVO Nederland, was de Zakenpartner deze uitzending, die hier te bekijken is en hier als podcast te beluisteren is.

FC Den Bosch heeft primeur met pay per point bij seizoenkaart

door: Thomas van Zijl | 8 juni 2017

Als alle stoeltjes in het stadion van FC Den Bosch bezet zijn, zitten er 8500 mensen. Maar het was de laatste jaren zelden uitverkocht huis. De fans zijn de afgelopen seizoenen dan ook niet echt verwend; dit jaar eindigde de club slechts als veertiende in de competitie. Om de trouwe supporters tegemoet te komen lanceert de club nu een nieuw systeem om de prijzen voor seizoenkaarten te bepalen: pay per point. Sportmarketeer Marcel Beerthuizen van bureau bigplans ziet er wel iets in. 

Marcel Beerthuizen noemt het idee van FC Den Bosch disruptief en waardeert het dat de club actie onderneemt. “Doe je niets, dan gebeurt er niets. Een club die ziet dat het aantal verkochte seizoenkaarten afneemt, moet een Plan B. hebben. Goed dat FC Den Bosch daar nu mee komt.”

Bij verlies gratis
In het kort ziet dat plan er als volgt uit. Een seizoenkaart heeft een basisprijs van 25 euro, per overwinning komt daar tien euro bij, voor een gelijkspel betalen supporters vijf euro. Bij een nederlaag is bezoek aan de wedstrijd gratis. In het ongunstigste geval dat FC Den Bosch alle thuiswedstrijden zou verliezen, loopt de club op papier veel inkomsten mis, maar dat risico is afgedekt. Sponsoren van de club hebben immers aangegeven garant te willen staan.

Onconventioneel is het voorstel van FC Den Bosch zeker, of het succesvol is moet blijken. Beerthuizen heeft er vertrouwen in dat de club de eigen doelstelling zal halen. “De sprong van zevenhonderd naar duizend verkochte seizoenkaarten is te realiseren. Er is niet voor niets intern onderzoek gedaan onder de eigen fans.”

Voetbal niet duur
Bovendien rekent de club door te kiezen voor dit model af, met het volgens Beerthuizen hardnekkig misverstand dat voetbal duur is. “Veel mensen zien een bezoekje aan het stadion als de ultieme sportbeleving, maar laten zich afschrikken door drie dingen: de prijs, mogelijke veiligheidsrisico’s en de vraag hoe ze aan een kaartje komen. Laat ik in ieder geval zeggen dat die prijs geen belemmering hoeft te zijn.”

Aangezien FC Den Bosch een maximumbedrag van 160 euro gekoppeld heeft aan een seizoenkaart, kost een wedstrijd voor een supporter die alle thuisduels bezoekt maximaal zo’n 8,50 euro. Ook clubs die in de Eredivisie om de titel spelen hanteren volgens Beerthuizen geen idioot hoge prijzen. “Vaak wordt aangenomen dat een seizoenkaart voor bijvoorbeeld Ajax zo goed als onbetaalbaar is, terwijl die al beginnen bij 225 euro.”

Inkomsten uit kaartverkoop
Vergeleken met andere landen is het voetbal in Nederland daarmee tamelijk goedkoop. Wie alle wedstrijden van Engelse of Spaanse topclubs wil bijwonen is aanzienlijk meer kwijt. “Inkomsten uit kaartverkoop zijn in Nederland belangrijk, maar clubs drijven er niet op. Sponsors en televisiegelden zijn in dat opzicht belangrijker. Het grote voordeel is dat stadions daardoor goed vol zitten en voetbal hier een sport voor iedereen blijft.”

Of trouwe fans van andere voetbal- of sportclubs op afzienbare termijn ook rekening moeten houden met het pay-per-pointsysteem waagt Beerthuizen te betwijfelen. Hij vermoedt dat het met name interessant kan zijn voor clubs die niet geweldig presteren en een slechte stadionbezetting hebben en iets willen terugdoen voor hun supporters. Bij zijn weten is FC Den Bosch wereldwijd de eerste die het model nu uitprobeert bij seizoenkaarten. Wel zijn er eerder clubs van naam en faam geweest die bij grootste prestaties de fans extra blij konden maken.

Gratis koffie
Zo bezocht Beerthuizen jaren terug eens een thuisduel van de legendarische Chicago Bulls in de NBA. Als zij thuisduels wonnen en meer dan honderd punten maakten, gaf sponsor Dunkin’ Donuts alle aanwezige fans gratis koffie. “Met nog ruim tijd op de klok kwam die magische grens al in zicht. Een makkie, dachten de supporters, maar de Bulls slaagden er niet in om die paar punten op het bord te krijgen. Dat leverde een flink fluitconcert op.”

In Den Bosch verwacht Beerthuizen komend seizoen bij overwinningen allesbehalve fluitconcerten. “Die seizoenkaart wordt dan weliswaar iets duurder, maar nog altijd lager dan het bedrag van het afgelopen seizoen en bovendien komt dat geld ten goede aan de club. En nog belangrijker: het betekent dat er een goede prestatie wordt geleverd en dat is voor veel fans nog altijd belangrijker dan hun portemonnee.”

Dit interview is verschenen in Sport Knowhow XL op donderdag 8 juni 2017.

 

 

Eredivisie Live is een zegen voor de sportwereld

Niet iedereen weet dat het vooral de uitzendrechten zijn waarmee de grote sportorganisaties hun geld verdienen. De inkomsten van de verkoop van uitzendrechten van de Olympische Spelen, het WK en EK Voetbal, UEFA Champions League en de voetbalclubs in Engeland, Italie en Spanje zijn vele malen groter dan de inkomsten uit sponsoring. Bovendien blijven deze inkomsten exponentieel toenemen en groeien ze veel sneller dan de inkomsten uit sponsoring. Ook als je kijkt naar de grote Amerikaanse profsporten dan zorgt de verkoop van rechten voor de voornaamste inkomsten.

De markt van sportrechten is de afgelopen jaren enorm ontwikkeld, onder andere door de tecnologische ontwikkelingen waardoor er meer mogelijkheden (tv, pay-per-view, internet, mobiel) zijn gekomen om de rechten te verkopen en er meer mogelijkheden zijn gekomen om de rechten te verpakken (alle uitwedstrijden van de favoriere club, alleen de wedstrijden van de topclubs, de mooiste goals, zelf te kiezen cameraposities et cetera).

De handel op deze markt is lucratief. Er zijn internationale makelaars die op eigen risico rechten inkopen en vervolgens met bescheiden of onbescheiden winst doorverkopen. Een ander model is dat de makelaar de rechten verkoopt in samenwerking met een sportorganisatie (de rechtenhouder) en vervolgens een commissie krijgt over het totale verkoopbedrag. Vaak heeft de makelaar daarvoor wel een garantie moeten afgeven. Het voordeel van dit laatste model is dat de meeste inkomsten terugvloeien naar de sportorganisatie, vandaar dat het ook steeds meer wordt toegepast.

Maar de toenemende behoefte van publieke en commerciele tv-stations, telecombedrijven en internetproviders aan interessant aanbod – content in jargon – om kijkers te trekken, heeft er toe geleid dat grote sportorganisaties professionals op dit terrein in dienst hebben genomen. Het controleren van de productie en verkoop van de eigen zo gewilde sportrechten maakt dat de inkomsten op dit terrein kunnen terugvloeien naar de eigen organisatie (zoals de UEFA het geld van de Champions League en de EK’s gebruikt om de sport in de minder ontwikkelde voetballanden te stimuleren) en het entertainment-product naar eigen maatstaven en wensen kan worden geproduceerd. Het is de reden dat tijdens Euro 2008 geen enkel vechtpartijtje op de tribunes of protestactie op het veld in beeld is gebracht. Met uiteraard de interessante vraag of de wereld daarmee dan enorm veel onthouden is, maar ik waag dat te betwijfelen.

Het betekent dat de beslissing van de Eredivisie-clubs om een eigen kanaal op te zetten een logische stap is, die op termijn ook niet te vermijden was geweest. Zeker toen het bod op de live-rechten strategisch en financieel niet in overeenstemming was met de verwachtingen. Een eigen kanaal zorgt zeker op lange termijn voor een verdere groei van de inkomsten.

Betalen voor voetbal is een heikel onderwerp in ons land. Want voetbal van de Eredivisie en van Oranje is voor ons allemaal en van ons allemaal, het is niet voor niets het meest geliefde en gewilde vorm van entertainment. We willen vermaakt worden in deze hoogtijdagen van de Experience Economy en we zijn ook bereid daarvoor te betalen. Voor de bioscoop, voor DVD’s, voor games, voor magazines, voor concerten, voor pretparken en ga zo maar door. We zijn inmiddels ook steeds meer gewend te betalen via credit card of nog indirecter, via de mobiele telefoon. Vermaak mag wat kosten, maar niet als het om voetbal gaat. De mislukkingen van Sport7 en Talpa hebben daar ongetwijfeld ook mee te maken.

Ondertussen hadden ruim 340.000 huishoudens een abonnement op live Eredivisie-voetbal. En verschillende onderzoeken maken duidelijk dat zeker 700.000 mensen interesse hebben in de aanschaf van een Eredivisie-kanaal.

De komende vijf jaar is iedere sportliefhebber verzekerd van de samenvattingen van de belangrijkste sportcompetitie van ons land. De echte voetbalfans die, waar ook in Nederland, meer wilen zien en er ook voor willen betalen, hoeven met Eredivisie Live geen wedstrijd meer te missen. Dat zorgt ervoor dat de Eredivisie en haar clubs hun eigen rechten maximaal kunnen vermarkten en dat de daarmee verkregen inkomsten rechtstreeks naar de clubs vloeien.

Het is vanzelfsprekend dat juist de Eredivisie deze ontwikkelingen in Nederland in gang zet. Ontwikkelingen die met interesse wordt gevolgd door andere sporten, die in de toekomst direct dan wel indirect gebruik kunnen maken van de kennis en expertise die nu door de Eredivisie wordt opgedaan.

Column verschenen in AD Sportwereld, 23 juli 2008.