Over nieuwe financieringsmodellen

De gevolgen van Covid-19 hebben voor een schreeuwende behoefte aan geld in de sportwereld gezorgd. Aan de andere kant is er meer geld dan ooit van allerlei investeringsvehikels, die steeds vaker hun ogen op de sportwereld laten vallen, omdat er op allerlei manieren nog groei mogelijk is. Uitzendrechten, collectief of individueel, en talent (de atleten) dienen vaak als onderpand, want uiteraard willen investeerders zekerheid voor het geld dat ze inzetten.

Bekende investeringsmaatschappijen als Silverlake & Partners, KKR en CVC Capital en banken als het Japanse SoftBank zie je in allerlei sporten opduiken. Ondanks de enorme budgetten die er beschikbaar zijn, is er ook huiver of zelfs wantrouwen bij partijen. Dat is onder meer gevoed door het mislukte Super League initiatief, waarbij de rol van investeerders dominant en ondoordacht was. Ook de veelal lange termijncontracten (soms van 20 of 30 jaar met als onderpand uitzendrechten) hebben een te lange, niet overzienbare horizon waardoor partijen afhaken, zie de huidige discussie die La Liga met Real Madrid en FC Barcelona voert. Deze clubs vinden de verkoop van 10% van de uitzendrechten aan CVC Capital voor $ 1,25 miljard voor een periode van 30 jaar veel te lang. Het zou hen kunnen beperken in het uitventen van hun individuele rechten. De enorm snelheid van technologische en maatschappelijke ontwikkelingen maken het onmogelijk om in te schatten of dit een goede deal is, vandaar dat de twee Spaanse topclubs de deal willen blokkeren. In de grote sportcompetities in de Verenigde Staten hebben allerlei restrictieve maatregelen ingevoerd om de macht van investeerders te beperken.

Een andere ontwikkeling is de vorm van factoring die in het voetbal steeds grotere vormen aanneemt door het bedrijf 23 Capital. Tegen een percentage van de totale som, staan zij garant voor de betaling van bijvoorbeeld transfersommen. 23 Capital is bijvoorbeeld betrokken geweest bij de transfer van Frenkie de Jong van Ajax naar Barcelona. De betaling aan Ajax is zeker gesteld en de Spaanse club kon die aankoop in termijnen betalen.

Nieuwe financieringsvormen met cryptovaluta, blockchain constructies en SPAC’s kwamen al eerder aan bod in BNR Zakendoen Sport & Geld. Op het gebied van cryptovaluta zijn er twee partijen die opvallen. In Nederland is dat het bedrijf Knaken.nl, een platform voor de handel in cryptocurrencies, dat in 2020 sponsor werd van Sparta en nu ook cryptocurrency partner van Ajax en Feyenoord is geworden.

Internationaal is er het bedrijf Socios.com, dat speciale tokens maakt voor de meer dan 40 sportorganisaties waarmee ze zich hebben verbonden zoals Juventus, Barcelona en PSG en maar ook met vechtsport- en Formule 1-teams. Dit bedrijf pakt door en zijn nu ook shirtsponsor geworden van Inter Milan en Valencia, voor bedragen van zo’n € 20 miljoen per jaar, volgens eigen zeggen om hun betrokkenheid bij het voetbal tot uitdrukking te brengen. Socios.com wordt gefinancierd door het bedrijf Chiliz met op de achtergrond Maltese investeerders uit de gokmarkt. Ze zeggen overigens dat hun businessmodel nu al enorm winstgevend is dat er geen extern geld nodig is voor hun investeringen. Er wordt met de nodige argwaan naar de ontwikkeling van dit bedrijf gekeken, achterdocht waarmee allerlei cryptovaluta te maken hebben. De toekomst zal uitmaken hoe financieel solide en stabiel dit model is.

In verschillende voetbal economieën zijn er voetbalclubs beursgenoteerd, in Nederland geldt dat voor Ajax. Het gaat om veel gevallen om zogenaamde volksaandelen, waarbij met name supporters wat aandelen kopen en er verder weinig met het fonds gebeurt. Veel professionele investeerders laten de beursgenoteerde voetbalbedrijven links liggen, maar het investeringsfonds MAPFRE AM Behavioral Fund ziet juist enorme kansen en investeert in beursgenoteerde voetbalclubs zoals Ajax en Olympique Lyonnais. Volgens MAPFRE mijden veel professionele investeerders de voetbalwereld omdat de psychologische druk te hoog is onder meer door de invloed van resultaten op het veld en blessures. MAPFRE investeert in allerlei industrieën en zien de voetbalwereld als een ondergewaardeerde sector waar nog genoeg winst te behalen is. De clubs die zij selecteren moeten een sterk opleidingsinstituut hebben, verzekerd zijn van goed management, een trackrecord hebben op het gebied van het verkopen van spelers voor een hoge prijs en het kopen van nieuwe spelers tegen een lagere prijs en bij voorkeur ook het stadion in eigen beheer hebben. Dat geldt voor Olympique Lyonnais en de bestuurders van het fonds hebben ook veel vertrouwen in Ajax, ondanks dat de club de Johan Cruijff ArenA nog niet in eigen beheer heeft.

De geldnood bij Feyenoord is algemeen bekend en het management van de club onderzoekt en ontwikkelt allerlei nieuwe vormen van financiering. In juni lanceerde de clubs de Feyenoord Accelerator. De Rotterdamse club heeft goede ervaringen opgedaan met het bedrijf Verloning.nl. Dit is een joint partnership waarbij Feyenoord zichtbaarheid en toegang tot de database heeft ingebracht en het bedrijf een deel van de groei inbrengt die zij door de samenwerking met de voetbalclub hebben gerealiseerd. Deze ervaring heeft geresulteerd in de opzet van Feyenoord Accelerator waarbij Feyenoord specifieke rechten inbrengt en scale-ups een deel van hun groei of een aandelenpercentage inbrengen. Zeker voor bedrijven die na een autonome groei een volgende stap moeten maken kan dit interessant zijn, bijvoorbeeld op het terrein van naamsbekendheid, het versterken van het merk, lead generation onder de honderden zakenrelaties van Feyenoord en het werven van personeel. De eerdergenoemde samenwerking met Knaken.nl is ook gebaseerd op de gedachte van Feyenoord Accelerator.

Deze ontwikkelingen zijn niet een tijdelijke trend maar zullen we blijven terugzien. De sport is onverzadigbaar als het om geld gaat en de ontwikkelingen in de sportwereld zorgen voor verdere groei. Het onstaan van nieuwe financieringsmodellen is geen hype maar een logische ontwikkeling die in de komende jaren verder zal evolueren.

De podcast van de uitzending van BNR Zakendoen Sport & Geld van 11 augustus 2021 met Paul van Liempt en Marcel Beerthuizen kun je terugluisteren via deze link. Hier vind je alle uitzendingen van BNR Zakendoen #sporteconomie.

Over NL League

De NL League moet het nieuwe organisatiemodel van het Nederlands betaald voetbal gaan worden. In eerste instantie gaat het om de bundeling van de Eredivisie CV (ECV) en Coöperatie Eerste Divisie (CED), op een later moment (medio 2025) is het plan hier de Pure Energie Eredivisie Vrouwen en twee esports competities (de KPN eDivisie en de Keuken Kampioen Divisie Esports Predator Fan Competitie) aan toe te voegen.

Het betaald voetbal neemt het heft in eigen hand en wil minder afhankelijk zijn van de KNVB. Een dergelijke structuur is al ingevoerd in een aantal grote en kleine Europese voetballanden. Dat de clubs geen invloed hadden op de besluitvorming van de beëindiging van het door corona getroffen seizoen 2019/2020 en de RvC van de ECV een nieuwe invulling kent bestaande uit zes directeuren van Eredivisieclubs, heeft hier mede voor gezorgd. Naast de uitbating van de media- en commerciële rechten, die al in handen waren van de organisaties, gaat de nieuw te vormen League NL zich ook buigen over de competitie-indeling, licentiezaken en de arbitrage (inclusief VAR). Voor de KNVB resteren Oranje, de OranjeLeeuwinnen en alle andere vertegenwoordigende elftallen, de tuchtrechtspraak en het amateurvoetbal.

Het bestaande governance-model van de Eredivisie stond vooruitgang in de weg. Voor een verandering was een meerderheid van 5/6 van de 18 stemmen (clubs) nodig, hetgeen betekende dat 3 clubs ieder initiatief konden dwarsbomen. Het heeft verschillende initiatieven zoals een nieuwe opzet van de competitie geblokkeerd.

Het doel van NL League is de aantrekkingskracht van het Nederlandse Betaald Voetbal te vergroten, het niveau te verbeteren en uit te groeien tot de zesde voetbaleconomie van Europa. Voor de meeropbrengst van de nieuwe structuur zijn verschillende scenario’s uitgewerkt, waarbij het meest optimale scenario uitgaat van € 100 miljoen extra inkomsten, die o.a. moet komen van koepelsponsors, partnerships met kansspelbedrijven en de verkoop van internationale en nationale mediarechten. Het lopende contract met ESPN eindigt aan het einde van het seizoen 2024/2025. Er zijn hooggespannen verwachtingen van opbrengst van de live- en samenvattingsrechten vanwege de toegenomen concurrentie tussen allerlei verschillende mediabedrijven. Overigens zullen ook de kosten gaan toenemen, omdat er veel meer werkzaamheden moeten worden verricht door de nieuwe werkorganisatie.

Van de 34 Nederlandse BVO’s stemden er 30 voor het idee om de NL League te gaan opzetten. Naast de Graafschap en MVV Maastricht stemden ook Ajax en Feyenoord tegen. Ajax is het eens met een nieuwe opzet en de herverdeling van binnenlandse inkomsten, maar kan zich niet vinden in de afdracht van 5% van de opbrengst van de deelname aan internationale bekercompetities. Deze afdracht was wel opgenomen als onderdeel van de veranderagenda, maar Van der Sar c.s. willen dat niet continueren.

De clubs hebben zich ten minste een jaar gegeven om de nieuwe structuur uit te werken. Het zou moeten leiden tot een zogenaamd one tier board, een bestuursmodel waarbij bestuurders en toezichthouders gezamenlijk opereren. Dit one tier board zou moeten bestaan uit vier vertegenwoordigers van de clubs, een onafhankelijk voorzitter, twee onafhankelijke leden en de directeur van de organisatie. De reikwijdte van het mandaat dat de leden van dit orgaan krijgen, is cruciaal om daadwerkelijk tot verandering te komen. Daarbij is de medewerking van Ajax en Feyenoord onontbeerlijk, de twee clubs die voor de grootste aantrekkingskracht van de Eredivisie zorgen. Om voor een optimale samenwerking én meeropbrengst te komen, is ook een ondersteunende rol van de KNVB van belang. Daar zijn alle clubs zich ook van bewust, het ligt in de lijn van de verwachtingen dat er op termijn compromissen zullen worden gesloten.

In BNR Zakendoen #sporteconomie van 7 juli 2021 ging het over de NL League. De podcast van de uitzending met Thomas van Zijl, Marcel Beerthuizen en Zakenpartner Ilona Haaijer kun je beluisteren via deze link.

Over voorbeeldgedrag

Op 16 april presenteerden de KNVB, Eredivisie CV en Coöperatie Eerste Divisie de resultaten van een onafhankelijk PwC-onderzoek over de maatschappelijke impact van het betaald voetbal. De directeuren van de drie organisaties waren in jubelstemming, want de resultaten waren zonder meer indrukwekkend. Ruim 8,2 miljoen Nederlanders zijn liefhebber van betaald voetbal, gemiddeld besteed men 11 uur per week aandacht aan dit onderwerp, dat volgens de ondervraagden bijdraagt aan het hebben van een sociaal netwerk. Naast de maatschappelijke impact is er ook een economische impact van € 2 miljard per jaar. Met recht kan worden gesteld dat voetbal de belangrijkste bijzaak is in het leven van veel mensen. In de livestream van de presentatie van het rapport was er veel aandacht voor de vele maatschappelijke projecten die BVO’s uitvoeren. De directeuren vonden het jammer dat het kabinet zo weinig oog heeft voor de rol van voetbal in een wereld waar sport en bewegen juist veel belangrijker zijn geworden. Volgens scheidend directeur Gudde komt dat onder meer ‘omdat de bewindslieden nog nooit een trainingspak hebben gedragen’.

Voetbal heeft een enorme invloed, maar ook een voorbeeldfunctie. Noblesse oblige. Betaald voetbal is een grote inspiratiebron voor groot en klein en gedrag op het hoogste niveau wordt tot bij de allerkleinsten geïmiteerd, op en naast het veld. Alle aandacht voor voetbal brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee en vooral het besef wat je invloed is en kan zijn.

Helaas gedraagt de voetbalwereld zich daar niet altijd naar. Een oproep van de Engelse Premier League om haat en racisme op social media aan de kaak te stellen door middel van een lang weekend-boycot werd door tal van sportorganisaties overgenomen, zoals UEFA, FIFA, FIFPro en ook enkele coureurs uit de Formule 1. De KNVB deed niet mee. Eerst was de boodschap van de KNVB ‘dat dergelijke misstanden hier niet voorkomen’. Met het schaamrood op de kaken werd het toen ‘maar we praten binnenkort met Facebook dus gaan we nu niet boycotten’ en daar kwam ook nog het halfslachtige excuus bij dat Ajax dat weekend wel eens kampioen zou kunnen worden. Daar waar de KNVB in het WK 2022 Qatar-dossier op voortvarende wijze het voortouw neemt, laat men hier een kans liggen om misstanden aan de kaak te stellen. Uiteraard is niemand verplicht mee te doen, maar zorg dan in ieder geval voor een helder en consistent verhaal.

Ook Feyenoord-trainer Dick Advocaat liet zich niet van zijn grootste kant zien. Hij kon het niet over zijn hart verkrijgen om in de aanloop naar de Klassieker in de Kuip een erehaag voor de kersverse kampioen te maken ‘omdat het geen gewoonte is’ terwijl allerlei clubs dat in het verleden wel deden. Een erehaag is niet protocollair vastgelegd, maar een gentleman heeft geen protocol nodig om een sportief gebaar te maken, een gebaar dat de uitdrukking is van hoe rivaliserende clubs met elkaar omgaan (zoals er op bestuursniveau een goed en respectvol contact is).  Erehaag maken en daarna over tot de orde van de dag, door met volle energie en strijd een vaak minder gemotiveerde kampioen te verslaan. Het liep heel anders in Rotterdam.

Kan het anders? Er zijn veel voorbeelden uit de sportwereld die een inspiratiebron zijn voor de samenleving. Dat staat misschien wel het beste beschreven in het boek ‘Legacy’ dat schrijver James Kerr schreef over de cultuur van de All Blacks, het schier onverslaanbare rugbyteam van Nieuw-Zeeland. Vijftien lessen in een boek dat als ondertitel heeft: ‘What the All Black can teach us about the business of life.” Een aanrader hoe je een winnende cultuur kunt bouwen en onderhouden.

Er zijn meer goede voorbeelden uit het rugby. Zoals de regel dat alleen de aanvoerder met de scheidsrechter praat. Dat zou men gelijk in het voetbal kunnen invoeren, om te beginnen bij Paris Saint-Germain.

In Portugal is er een ander fenomeen, oorspronkelijk bedacht om spelverruwing in het jeugdvoetbal tegen te gaan dat nu langzaam aan het opschuiven is naar de hoogste prof divisies. Het gaat om de Witte Kaart, die de scheidsrechter kan uitdelen vanwege een sportief gebaar of een sportieve actie. Even wennen dat de kaart niet geel of rood is, maar het zorgt voor positieve aandacht en zet spelers, trainers en toeschouwers aan het denken.

Een ander aansprekend voorbeeld is Manchester United-speler Juan Mata die zijn eigen goede doel Common Goal is begonnen. Mata doneert 1% van zij salaris in een fonds dat allerlei projecten ondersteunt om sociaal-maatschappelijke misstanden aan te pakken. Inmiddels hebben spelers als Serge Gnabry, Timo Werner, Pernille Harder, Paulo Dybala en Liverpool-coach Jürgen Klopp zich bij het fonds aangesloten en doneren ook zij tenminste 1% van hun salaris.

Het aanpassen van spelregels in een conservatieve sport als voetbal zou veel tijd kosten vanwege de bestaande governance. Maar je hebt geen spelregels of reglementen nodig om je voorbeeldig te gedragen; je kunt als club bepalen zelf dat je je aan bepaald gedrag zult houden. Sporters zijn geen koorknapen en in het heetst van de strijd kan er van alles gebeuren; het gaat er veel meer om dat je zelf initiatief neemt en het heft in handen neemt als zaken beter kunnen.

Dat slecht gedrag ook tot commercieel verlies kan lijden, is duidelijk naar voren gekomen in Manchester waar United een sponsorship van meer dan € 230 miljoen zag afketsen vanwege de oproer onder supporters als gevolg van het voornemen van de club tot de Super League toe te treden. Supporters dreigen sponsors van de club te boycotten. Het was de reden voor het bedrijf The Hut Group om de aanstaande sponsordeal voor hun merk Myprotein af te blazen.

Voor de belangrijkste bijzaak in het leven is het hoofdzaak dat men zich bewust is van de machtige positie die men heeft. Misstanden wordt steeds minder gepruimd onder supporters en sponsors, reden voor allerlei clubs om een eigen tegengeluid te organiseren. Voetbal als voorbeeld, zelfs in Den Haag kunnen ze daar iets van leren.

De podcast van de uitzending van BNR Zakendoen #sporteconomie met Thomas van Zijl en Marcel Beerthuizen kun je hier terugluisteren.

Over de onuitputtelijke vraag naar sportverhalen

Op de dag na Prinsjesdag gingen de Algemene Beschouwingen van de wereld van sport en economie over een andere koning. ‘Content is king’ is een in de sportwereld gebruikte uitdrukking om het financiële belang van exclusieve informatie en (beeld)materiaal te benadrukken.

De opkomst van video on demand-platformen als Netflix, Amazon Prime, Disney+ en de toenemende groei van streaming videodiensten als YouTube, Vimeo en Facebook Watch zorgen voor een concurrentiestrijd om de allerbeste content te vergaren. ‘Sticky’ content trekt (betalende) kijkers en adverteerders. Deze mediabedrijven hebben ook de aantrekkingskracht van sport ontdekt.

Deze week werd bekend dat Feyenoord een overeenkomst sluit met Disney+ voor het maken van een meerdelige serie over de club. Het entertainmentbedrijf zou daar € 3 miljoen voor betalen. De eerste opnamen zijn afgelopen weekend gemaakt. Ook in Utrecht wordt gefilmd. FC Utrecht heeft zelf een productiemaatschappij ingeschakeld om een serie of documentaire te maken over het 50-jarige jubileumjaar van de club. De rechten van deze productie zijn nog niet verkocht. Nieuw is het niet: twee jaar geleden bood Netflix Team Sunweb € 2 miljoen voor een serie over het team en zijn toenmalige kopman Tom Dumoulin.

Series als The Last Dance en Sunderland ‘Til I Die zijn de aansprekend voorbeelden die kijkers over de hele wereld beroeren. De serie over Sunderland, er zijn er inmiddels twee gemaakt, werd door een website prachtig omschreven: ‘Seeing a club in such utter turmoil despite clearly being loved the community is impossible to turn away from. It’s a car crash in slow motion.’. Als je dacht dat het niet erger kon, gebeurt het alsnog bij de Engelse voetbalclub. Fascinerend en tenenkrommend tegelijk, als een page-turner die je niet kunt wegleggen.

Is dit een volledige nieuwe ontwikkeling? Nee, maar voorbeelden uit het verleden kenden een andere verschijningsvorm: als film, tv-docu, video of DVD. ‘Daar hoorden zij engelen zingen’, ‘Goud’, ‘Team Blanco’: allemaal prachtige voorbeelden van ‘embedded journalism’ in de kleed- en bestuurskamers van de sport.

Mijn persoonlijke favoriet is de met een Oscar gelauwerde documentaire ‘When we were kings’ over The Rumble in the Jungle tussen Foreman en Ali. Leuk detail: de oplettende kijker ziet ook de jonge journalist Kees Jansma in beeld verschijnen.

Betekent het dat de camera’s elke dag draaien voor deze producties? Meestal wordt een beperkt aantal draaidagen afgesproken (bijvoorbeeld 10) en komen de camera’s ook te voorschijn op spannende/beslissende momenten. Het spreekt voor zich dat hoe meer beeldmateriaal er wordt gemaakt, des te beter de makers het/hun verhaal kunnen vertellen.

Het betekent ook dat deuren open moeten die voor anderen gesloten blijven. Het is het kijkje achter de schermen, waar de gewone fan niet komt, die het speciaal en aantrekkelijk maakt. Trainers en spelers moeten daarmee instemmen, het kan ook voor extra druk zorgen.

Voor sponsors is het een interessante aanvulling op hun sponsorship. Immers, de sponsors lopen automatisch mee in beeld. Bovendien kunnen zij, als het goed is geregeld, gebruik maken van de beelden van de serie voor (latere) verspreiding via eigen kanalen. Een productie over de bond, club of atleet die wordt gesponsord is ‘collateral advantage’ voor bedrijven, al is het niet geheel risicoloos, zeker niet voor merken die direct zijn betrokken bij het leveren van de sportprestaties. Als het goed is, heeft de sport een zeggenschap en vetorecht op het definitieve beeldmateriaal. Maar de spanning en aantrekkingskracht zit juist daar waar het schuurt.

Wat zijn droomprojecten voor zo’n serie? Het Nederlands Elftal uiteraard: er is sprake van zo’n project maar dat heeft door de coronacrisis vertraging opgelopen. Max Verstappen zal geweldige content opleveren. Nog mooier is het nu al volgen van een aanstormend talent dat de capaciteiten heeft om tot de wereldtop te behoren en dat uiteindelijk wel of net niet haalt. Moeilijk te voorspellen wie dat gaat worden. Het is dan ook iedere sportorganisatie aan te raden een contentmaker toe te voegen als vast lid van een begeleidingsteam. Het levert materiaal op dat je nu al kunt gebruiken en dat zo mogelijk in de toekomst nog veel meer waard wordt.

In BNR Zakendoen #sporteconomie ging het op 16 september 2020 over de onuitputtelijke vraag naar sportverhalen. De uitzending stond onder leiding van Thomas van Zijl, Zakenpartner was deze keer Wendy van Ierschot. De uitzending van BNR Zakendoen #sporteconomie kun je terugluisteren via deze link.

Over Ajax

Een bizarre Champions League wedstrijd met bizarre statistieken in de avond van 4 november 2019 vormde de aanleiding om op 5 november in het sporteconomie-item in BNR Zakendoen aandacht te besteden aan hoofdrolspeler Ajax.

Ajax is in ieder geval financieel de Eredivisie aan het ontstijgen en blijft grenzen verleggen, zowel op het veld als daarbuiten. Wat betekenen de Europese successen voor het merk Ajax? Hoe verhoudt de club zich tot de rest van de Eredivisie? Wat is het gevolg van de grote verschillen? Wat zijn uitdagingen en groeimogelijkheden voor Ajax? Hoe ga je als prominent merk om met je maatschappelijke rol?

Thomas van Zijl stelde de vragen vanaf de Export Beurs in Breda, Marcel Beerthuizen antwoordde vanuit de BNR-studio in Amsterdam. De video van de uitzending kun je hier terugkijken. De audio-opname is ook gepubliceerd als podcast en vind je hier.

Over opportunisme in het voetbal

In BNR Zakendoen ging het op 24 oktober over Ajax en PSV in de Champions League, het korte termijn opportunisme, over de impact van het grootste clubtoernooi ter wereld op het Nederlandse voetbal en de kansen op realisatie van de ‘verander-agenda’ van de Eredivisie.

Thomas van Zijl stelde de vragen. Zakenpartner was deze woensdag Monique Ansink van Excellent Products.

Het item is hier te bekijken en hier te beluisteren.

 

Geduld is het toverwoord voor Feyenoord

Het bureau Sport+Markt doet jaarlijks onderzoek naar de waarde van voetbalclubs in het betaalde voetbal. Er wordt onder meer gekeken naar populariteit, imago, fans en commercieel beleid. De resultaten worden gebruikt voor het verdelen van inkomsten van de Eredivisie.

Als het gaat om populariteit staat Feyenoord al jaren op de derde plaats, na Ajax en PSV en voor AZ en Heerenveen. Als je kijkt naar aantrekkingskracht van clubs onder alle voetballiefhebbers, is Feyenoord gedaald naar de zevende plek. Het is het resultaat van de tegenvallende prestaties en de voortdurende onrust bij de club. Er lijkt maar geen einde te komen aan de stroom van negatieve berichten. Na de crisis Verbeek volgde het opstappen van Boudewijn Poelmann, daarna het bericht over de geldlening van 3 miljoen om de salarissen te betalen en nu weer de polemiek met oud-voorzitter Van den Herik. Publiciteit die de reputatie schaadt en het vertrouwen ondermijnt. Het is nog geen reden voor paniek. Feyenoord is, in de terminologie van mijn vakgebied, een sterk merk. Zeker voetbalmerken kunnen wel een stootje verdragen. Maar dan moet er wel snel iets gebeuren.

Met Been en Beenhakker staat er straks een ijzersterk duo aan het technische roer. Ze kennen de club door en door, ze hebben het netwerk en de capaciteiten om spelers aan te trekken en te behouden en ze hebben het vertrouwen bij de achterban op de kuipstoeltjes en op de business seats.

Ook in de bestuurskamer zullen er nieuwe gezichten verschijnen. Een groep Rotterdamse ondernemers staat klaar om miljoenen in de club te pompen. Geld is geen probleem, maar de durfkapitalisten willen er wel iets voor terug. Aandelen en twee zetels in de Raad van Commissarissen als controlemiddel. Met het aantrekken van vreemd kapitaal slaat Feyenoord een nieuwe weg in. En alhoewel ik overtuigd ben van de goede bedoelingen van de investeerders, heb ik geleerd dat filantropie niet bestaat. Een goedlopende voetbalclub kan een interessant investeringsproject zijn, kijk maar eens naar de financiële resultaten van PSV in de afgelopen jaren. Maar als de resultaten op het veld tegenvallen, supporters morren en inkomsten stokken, dan komt er onrust die met veel emotie gepaard gaat. Dan ontstaat de aandrang tot ingrijpen, zoals ondernemers dat gewend zijn. Maar een voetbalbedrijf kent andere wetmatigheden en krachten, dat heeft Frans van Seumeren, de eigenaar van Fc Utrecht, inmiddels ervaren. Vreemd kapitaal, zeker als het verdeeld raakt, kan zorgen voor nieuwe schisma’s. En dat is wel het laatste dat Feyenoord nodig heeft.

Wat Feyenoord vooral nodig heeft, is geduld. Het geduld om vijf jaar te bouwen aan een sterke ploeg op en naast het veld. Weg met de paniekaankopen en de paniekontslagen, weg met de interne oorlogen. Geef de club een paar seizoenen de tijd om nieuwe talenten te laten ontluiken en te werken aan vaste patronen en een eigen speelwijze. Het geduld om Feyenoord 1 te laten groeien tot een sterk team dat weer kan meedoen aan de race om het kampioenschap. Want geduld wordt beloond.

Column verschenen in AD Sportwereld, 12 maart 2009.

Waar zijn de nieuwe leiders in de sport?

Het thema van deze week is leiderschap. We kunnen uiteraard niet om Barack Obama heen. De nieuwe president van de Verenigde Staten zorgt ervoor dat de boeken over leiderschap worden herschreven. Transparant, integer, kordaat: het zijn de kernwoorden van een nieuwe stijl van leidinggeven. Zou het echt waar zijn, dat een politicus in staat is de toestand in de wereld te verbeteren? Het krachtdadige optreden in Obama’s eerste week geeft in ieder geval reden tot hoop.

Leiderschap is ook een wekelijks terugkerend thema in de sport. Neem Feyenoord. Een van de mooiste voetbalmerken van Nederland staat enorm onder druk en lijkt maar niet uit het sportieve, organisatorische en financiële dal te komen. Dat vraagt om drastische maatregelen. Dat vraagt om een heldere visie. Dat vraagt om krachtig leiderschap. Maar wie is nu eigenlijk de baas in Rotterdam-Zuid? De spelers? De nieuwe trainer? Is het de nieuwe technisch directeur? Het bestuur? De fans op de tribune? De media? Of is het de algemeen directeur?

Door een waarschijnlijk goedbedoelde maar ondoordachte interventie van een lid van de Raad van Commissarissen, is algemeen directeur Eric Gudde aangeschoten wild geworden. Zijn kwaliteiten doen eigenlijk al niet meer ter zake. In de sportwereld polariseren de meningen razendsnel en worden beschuldigen vooral herhaald in plaats van onderbouwd. Het eventuele vertrek van Gudde zou de volgende vorm van kapitaalsvernietiging betekenen, terwijl de club juist nu gebaat is bij een vaste koers.

De situatie bij Feyenoord is illustratief voor tal van sportorganisaties. De KNSB is op zoek naar een nieuw organisatiemodel omdat de oude verenigingsstructuur al jarenlang zorgt voor zwalkend beleid. NOC*NSF werkt aan een nieuw fundament voor de organisatie, nadat na jarenlange interne strubbelingen werd besloten afscheid te nemen van Directeur Topsport Marcel Sturkenboom.

Het besturen van een sportorganisatie, die qua grootte tot het Midden- en vooral Klein Bedrijf behoren, is complex. De emotie van sport, de enorme betrokkenheid en de publieke belangstelling maken menige sportorganisatie tot een slangenkuil waar achterdocht, eigen belang en korte termijn politiek regeren.

De oorzaak van organisatorische ellende bij sportorganisaties komt veelal voort uit de rolverdeling tussen het dagelijkse management en het bestuur. Daar waar er in het bedrijfsleven een duidelijke afbakening is tussen de werkzaamheden van de professionals en de taken van de toezichthouders, zijn de bestuursleden bij een sportorganisatie veel intensiever betrokken bij de dagelijkse praktijk. Meestal met de beste bedoelingen, al speelt eigen profilering of de wil om macht uit te oefenen vaak een rol. Maar het gebrek aan afstand leidt op de korte of lange termijn altijd tot problemen, omdat verwarring ontstaat en het gezag van het management ondermijnd wordt.

Door het grote aantal nationale en internationale sportmanagement-opleidingen komen er steeds meer professionals die gewend zijn aan het managen van sport. Het probleem zit vooral aan de kant van de bestuurders. De waslijst van bestuursleden die met een beschadigd imago de sport verlaten is enorm. Toch is er iedere keer weer een wachtlijst van geïnteresseerde gegadigden voor de ontstane vacatures, die aangetrokken worden door het klatergoud en die kansen zien in de uitdagende wereld van de sport. De grote kunst is de mensen te kiezen die bereid zijn hun kennis, vaardigheden en netwerk ter beschikking te stellen, maar wel op de achtergrond blijven opereren. Die voldoen aan het profiel van de nieuwe leiders: transparant, integer en kordaat. Helaas bestaat daar geen opleiding voor.

Column verschenen in AD Sportwereld, 29 januari 2009.

Wie koopt Haarlem en brengt het naar de Champions League?

Nu voetbal zich heeft ontwikkeld tot een van de belangrijkste wereldwijde vormen van entertainment, raken allerlei partijen geïnteresseerd in de commerciële mogelijkheden van de sport. Steeds meer voetbalclubs komen in handen van ondernemers en risico-investeerders die vooral winstpotentie zien. In de Engelse Premier League bijvoorbeeld zijn Manchester United, Liverpool, Newcastle United, West Ham United, Chelsea en Manchester City eigendom van investeerders.

Ook in Nederland zien we het gebeuren. We hadden al Dirk Scheringa. En we hebben nu ook Frans van Seumeren, die voor 16 miljoen euro een 51% meerderheidsbelang kocht in Fc Utrecht. Van Seumeren gaat zich intensief met het besturen van de club bemoeien. Ook andere clubs staan open voor investeerders, zoals bij Feyenoord. Je kunt altijd praten, luidt de opvatting, je moet ook weten waar je nee zegt. Een geïnteresseerde moet wel een groot bedrag op tafel leggen om zich eigenaar van de Rotterdamse club te kunnen noemen. En dan denken ze in Zuid eerder aan 200 dan aan 50 miljoen euro.

Het is een ontwikkeling die niet te stuiten is. Steeds meer clubs gaan op zoek naar investeerders. Op zoek naar nieuw kapitaal dat gebruikt kan worden om de kwaliteit en de populariteit van het product te versterken, op en om het veld. Maar er is een belangrijke les: filantropie bestaat niet, het gaat iedere ondernemer om winst. Niet iedere investeerder heeft zulke diepe zakken als die van de oliemiljardairs uit de Emiraten en Rusland. In een poging verliezen te voorkomen verkocht de IJslandse bankier Bjorgolfur Gudmundsson spelers van West Ham United zonder de technische staf daarvan op de hoogte te stellen. De eigenaar van Liverpool dreigde vorig seizoen alle tegoeden te bevriezen en spelers te verkopen als de club de kwalificatie voor de lucratieve Champions League zou mislopen.

Als blijkt dat de investering tegenvalt, schromen eigenaren niet een club af te stoten aan de eerste de beste bieder, ook als die nieuwe eigenaar geen enkele betrokkenheid heeft. En zo kan een club een speelbal worden van financiële goochelaars. De sport zal zich dus moeten wapenen, al is dat niet eenvoudig, omdat investeerders ook eisen stellen en zeggenschap willen hebben. En de ervaring leert dat veel sportorganisaties in hun jacht op geld zonder al te veel weerstand toegeven aan de eisen van geldschieters. Feyenoord heeft een beschermingsconstructie ontwikkeld om de continuïteit te waarborgen. Een groep betrokken clubbestuurders behoudt via een zogenaamd ‘gouden aandeel’ de beslissingsbevoegdheid over de club. Het zorgt er voor dat traditionele kenmerken als naam, logo, clubkleuren en vestigingsplaats onaangetast blijven. Maar het maakt een club wel minder aantrekkelijk als investeringsobject.

Het betekent dat voetbal weer een totaal nieuwe fase ingaat, waar financiële en marketingstrategieën belangrijker worden dan die voor de wedstrijd. Het gaat zonder meer gebeuren dat er clubs aan de rand van de financiële afgrond komen en er ook in verdwijnen. We gaan ook verrast worden door clubs die door slim financieel management uitgroeien tot Europese topclubs. Wie koopt H.F.C. Haarlem voor 1,5 miljoen euro en maakt er binnen tien jaar een winstgevend merk van dat volop meedoet in de Champions League?

Column verschenen in AD Sportwereld Pro, 2 oktober 2008.