Over de wielersport

Op de Franse feestdag Quatorze Juillet ging het uiteraard over de Tour de France en de ontwikkelingen in wielersport in het algemeen.

We begonnen met voetbal; Ajax had in de ochtend bekend gemaakt dat op het nieuwe thuisshirt het oude logo op de borst staat. We bespraken dit al eerder in de uitzending van 31 maart toen het over beeldmerken ging. Het ‘oude’ logo dateert van 1928 en werd in 1992 vervangen door het huidige logo. Veel supporters vroegen al jarenlang om de terugkeer van het 1928-logo en de Ajax-directie, die dat jarenlang tegenhield, heeft besloten dat verzoek dit jaar toe te kennen, ook als pleister op de wond van een naargeestige corona-periode. Eenmalig. Het zal waarschijnlijk betekenen dat de verkoop van het shirt historische verkoopcijfers gaat opleveren en dat we dit shirt jarenlang terug blijven zien op de tribunes. Goed nieuws voor hoofdsponsor Ziggo en kit supplier adidas.

Het item over de Tour de France startte met de blokkade die Tour-organisator ASO heeft opgelegd aan de YouTube-filmpjes die Tour de Tietema van deze 2021 ronde heeft gemaakt. Vanwege inbreuk op de uitzendrechten. De challenges van Bas Tietema, Josse Wester en Devin van der Wiel spelen zich voornamelijk in de periferie van het evenement af. Een veel bekeken Wheelie Challenge werd wel tijdens een rustig moment in een etappe opgenomen, maar deze beelden werden ook door de Tour-organisatie gedeeld en geliked. Begrijpelijk, want Tour de Tietema maakt een nieuwe, jonge doelgroep liefhebber van het wielrennen en is een welkome aanvulling op de standaard televisie-uitzendingen. ASO heeft geen duidelijke uitleg gegeven voor de plotselinge koersverandering over het op zwart zetten. Het zorgde voor veel misbaar op social media en een trending #freetietema.

De commerciële organisatie ASO is de belangrijkste machtspartij in het professionele wielrennen en slechts een klein deel van de opbrengsten (sponsoring, vergoedingen van gemeenten van de etappeplaatsen en de verkoop van tv-rechten die meer dan € 30 miljoen opbrengen) gaat naar de deelnemende teams en de renners. Het totale prijzengeld is € 2,2 miljoen, waarvan er € 500.000 naar de winnaar gaat, die dat bedrag deelt met ploegmaten en stafleden. Voor minder succesvolle teams is de Tour een kostenpost, die niet gemist kan worden door de enorme zichtbaarheid die het voor de sponsors van de ploegen oplevert.

Veel sponsors zijn ‘lokale’ bedrijven (met name actief in het land van de betreffende ploeg) en fietsenmerken, maar na een deuk in het vertrouwen vanwege dopingaffaires zie je ook multinationals weer terugkeren als sponsor. Een goed voorbeeld is DSM dat naamgevend hoofdsponsor van het voormalige Team Sunweb is geworden. DSM wil niet alleen aanhaken bij een duurzame, vitale sport, maar ook de kennis en kunde van het bedrijf op het gebied van synthetische vezels (bijvoorbeeld voor beschermde kleding) en life sciences (bijvoorbeeld op het gebied van voeding) inzetten op het prestatieniveau van het team te verbeteren.

Nederlandse sponsors als Jumbo, Visma en HEMA zijn actief om hun betrokkenheid te vermarkten. Scale-up Swap-fiets kwam dit jaar met een opvallende merkactivatie met Team Jumbo Visma.

De meer dan 850.000 landgenoten die minstens één keer per week op een racefiets of mountainbike zitten vormen een interessante doelgroep voor sponsors. Het gaat om een hoogopgeleide groep mannen en vrouwen met een bovenmodaal inkomen, die geld besteden aan uitrusting, accessoires en andere zaken. Het was reden voor BinckBank om vijf jaar lang sponsor te zijn van de BinckBank Tour, een partnership dat dit jaar eindigt.

In de uitzending kwamen de Olympische kansen voor de wielrenners niet aan bod, maar de medaille verwachtingen zijn hooggespannen voor de mannen en vrouwen die uitkomen in de wegwedstrijd, de tijdrit, mountainbiken, BMX, baanwielrennen en het handbike onderdeel op de Paralympische Spelen.

De podcast van de uitzending met presentator Thomas van Zijl, Zakenpartner Lieve Declercq van SPIE en Marcel Beerthuizen van bigplans kun je beluisteren via deze link.

Over sport als laboratorium

Topsport is een high performance omgeving waar de beste getrainde mensen ieder detail onder de loep nemen om verschil te maken. Het is een interessante testomgeving met als doel inzichten te verkrijgen en innovaties te ontwikkelen die ten goede komen aan alle betrokken partijen zoals atleten, sponsors en de samenleving.

Meestal staan sport en sporters centraal in onderzoek, soms de supporters. Onder de naam Field Lab was de wedstrijd NEC – de Graafschap een testopstelling met verschillende bubbels voetbalsupporters. Geen ‘uitverkocht huis’; 1.153 van de 1.500 beschikbare kaarten werden verkocht. Niet iedere geïnteresseerde fan wilde zich volledig laten volgen, want niet alleen de looplijnen in het stadion, ook de bewegingen van de ‘proefkonijnen’ enkele dagen na de wedstrijd werden gemonitord. De supporters die er waren, deden dat om hun club aan te moedigen maar ook ‘om het landsbelang te dienen’. Over zes weken zijn de testresultaten beschikbaar.

Formule 1 wordt ook wel het laboratorium van de automobielindustrie genoemd. Talrijke innovaties vonden via de F1 hun weg naar de auto’s in het dagelijkse verkeer. Zoals zuinige motortechniek, verbeteringen van brandstofinspuiting, aerodynamische vormgeving en koplampen met laser.

Deze week werden verschillende bolides gepresenteerd voor het nieuwe F1-seizoen. Met een opvallend detail: de auto’s rijden niet meer zo hard als vorig jaar. Niet sneller, sneller, sneller, maar langzamer. Een stijlbreuk vanwege twee redenen. De Covid-19 crisis heeft grote financiële impact op de teams, daarom is besloten de racewagens van 2020 te hergebruiken. De tweede reden heeft met de belangen van bandensponsor Pirelli te maken. De racewagens waren het afgelopen seizoen zo snel geworden, onder meer door een verbeterde aerodynamica, dat dit zijn weerslag had op de banden. Vanwege de vrees voor ‘ontploffende banden’ zijn de regels door racefederatie FIA aangepast en hebben de bouwers de vormgeving van de auto moeten aanpassen.

Een sport waar het nog wel steeds sneller gaat, is de atletiek. Nike heeft de zogenaamde Vaporfly-technologie ontwikkeld, waarbij loopschoenen zolen van verend schuim bevatten plus een plaat van carbon die als een soort springveer werkt. In een laboratorium-opzet in Wenen liep Eliud Kipchoge de marathon onder de twee uur. Inmiddels sneuvelen er allerlei officiële records. Doordat deze schoenen groot verschil maken en in eerste instantie beperkt beschikbaar waren, leidde dat tot kritiek uit allerlei hoeken.

De mondiale koepelorganisatie World Athletics besloot de schoenen niet te verbieden voor de wedstrijdsport. Wel zijn er nieuwe regels vastgelegd over bijvoorbeeld de dikte van de zolen en de omvang van de carbonplaat. Een andere vereiste is dat de betreffende schoenen (inmiddels hebben meerdere merken een soortgelijke technologie toegepast) voor iedereen beschikbaar moeten zijn. Een loffelijk streven, in de praktijk krijgen de toppers onder de gesponsorde atleten al eersten de beschikking over de nieuwste modellen.

Over de bewering van atleten dat de nieuwe schoenen de uitstraling en aantrekkingskracht van de sport zouden ondermijnen, heeft voorzitter Sebastian Coe een duidelijke mening. Hij wijst op de geschiedenis van zijn sport waarbij er altijd vooruitgang is gerealiseerd: door betere ondergronden, trainingsmethodieken, voeding, schoenen et cetera. Lord Coe, overigens jarenlang een Nike-atleet die zijn verbintenis moest opgeven toen hij voorzitter werd, vindt dat innovatie niet moet worden verstikt en dat vernieuwing een onlosmakelijk deel van de sport is.

De geschiedenis leert dat in veel gevallen de sport achter de ontwikkelingen aanholt. Of het nu om de verende hardloopschoenen, de klapschaats of zwempakken met extra drijfvermogen gaat: meestal komen koepelorganisaties pas in actie als de vernieuwing heeft plaatsgevonden en terugdraaien een moeilijke optie is geworden.

Ook in de schaatssport werd er recent volop geëxperimenteerd. In dit geval door schaatsbaan Thialf dat door het verdraaien van luchtroosters rond de baan voor een soort rugwind heeft gezorgd. Tegen alle logica in regende het wereldrecords op de laaglandbaan in Heerenveen. De twijfel over de haalbaarheid van deze records en het feit dat de rugwind varieerde tijdens de verschillende ritten, zorgden voor ophef. Thialf bagatelliseert de discussie, NOC*NSF Technisch Directeur Maurits Hendriks gaf aan een onderzoek in te stellen. Of na dit onderzoek de gereden wereldrecords blijven staan, lijkt niet erg waarschijnlijk.

Topsport is een aantrekkelijk laboratorium. Vanwege de publicitaire aantrekkingskracht is het voor sponsors buitengewoon interessant om een inhoudelijke bijdrage aan vooruitgang te kunnen leveren. Als een sponsor zijn kennis en mensen inzet voor innovatie, is dat een prachtig en tastbaar bewijs van de capaciteiten en betekenis van het bedrijf.

DSM was enkele jaren geleden Partner in Sport van NOC*NSF en zette haar expertise in voor innovatie, bijvoorbeeld voor snowboarden en zeilen. Na enkele jaren afwezigheid is DSM weer terug in de sport. De multinational is naamgevend hoofdsponsor geworden van de wielerploeg van Iwan Spekenbrink, die nu Team DSM heet.

In lijn met de purpose van het bedrijf wil DSM een grotere maatschappelijke betrokkenheid realiseren op het gebied van een gezondheid voor mensen en de planeet. De sponsor wil de renners van haar ploeg uitgebreid laten profiteren van innovaties op het gebied van voeding, materialen, gezondheid en veiligheid.

Sneller, hoger, sterker: zo luidt het credo van de Olympische Spelen. Details worden steeds belangrijker en maken het verschil tussen goud en de rest. Sport is een laboratorium voor vernieuwing waarbij de grens tussen vooruitgang en vals spel soms moeilijk te trekken is. Hoe zorg je voor vernieuwing zonder dat het oneerlijk wordt? Het bewaken van een gelijk speelveld is een belangrijke factor. Duidelijke spelregels zijn daarbij van belang. Deelnemers en toeschouwers moeten het gevoel hebben dat iedereen dezelfde kansen heeft.

Dat is een loffelijk streven, maar topsport is in essentie oneerlijk. Winst wordt niet alleen bepaald door talent, maar ook door je afkomst en waar je woont. Sport moet continu op zoek naar die balans tussen vooruitgang en een ‘level playing field‘. Het is eerlijk gezegd een mission impossible.

De belangrijkste factor is uiteindelijk het publiek, de partij waar betaalde sport om draait. Wanneer sport zijn onvoorspelbaarheid verliest, wanneer fans afhaken, dan ontstaan pas de echte grote problemen.

BNR Zakendoen #sporteconomie ging op 24 februari 2021 over sport als laboratorium. De podcast van de uitzending vind je via deze link. Hij is ook te vinden op vele andere podcast platformen. Zoek dan onder ‘Over sport en economie’.