Over voetbal in de VS

Er zijn in de afgelopen decennia verschillende pogingen geweest om betaald voetbal in de Verenigde Staten te introduceren. In 1984 ging de North American Soccer League (NASL) failliet. Het lijkt erop dat de Major League Soccer, opgericht in 1996, twee jaar na het WK Voetbal dat in 1994 in de VS werd gehouden, zijn bestaansrecht heeft bewezen. De MLS is aan het uitgroeien tot een volwaardige Amerikaanse profsport.

Inmiddels staat de MLS op de derde plaats van sporten met het hoogste gemiddelde aantal bezoekers. Het moet de NFL en MLB nog voor zich dulden, maar heeft de NBA en de NHL gepasseerd. Ook interessant is dat voetbal een jonge doelgroep aan zich weet te binden. Op de high schools wordt veel gevoetbald en dat aantal groeit nog steeds, inmiddels is de verhouding jongens en meisjes ongeveer gelijk. Aanvankelijk speelden er vooral veel meer meisjes en vrouwen, wat ook verklaart waarom de Amerikaanse vrouwen de huidige Wereldkampioen zijn.

De governance van de MLS is gestoeld op het Amerikaanse sportsysteem, met een league, franchisenemers en de spelers als de drie partijen die de sport besturen. De MLS streeft naar in totaal 30 franchises in twee conferences (West en Oost). De teller staat nu op 27 clubs waarvan drie in Canada. Covid-19 heeft de ontwikkelingen doen stagneren, naar verwachting kosten de effecten van de pandemie de MLS een miljard dollar in 2020 en eenzelfde bedrag in 2021. Toch stappen er nog steeds nieuwe partijen in. Kon je eind jaren negentig voor $ 5 miljoen dollar een club oprichten, inmiddels bedraagt het vereiste startkapitaal ten minste $ 300 miljoen. Een bonte verzameling van investeerders stapt in, zoals acteur Matthew McConaughey die mede-eigenaar is van het Texaanse Austin FC dat dit jaar voor het eerst meedoet.

De laatste tien jaar is de gemiddelde clubwaarde in de MLS explosief gestegen. Het zakenblad Forbes publiceert een financiële ranglijst, waarbij de waarde is gebaseerd op de hoogte van de franchise-fee, recettes, inkomsten uit sponsoring en merchandise, tv-deals en de geschatte transferwaarde van de spelers. De meest waardevolle club is op dit moment Atlanta United met een geschatte waarde van $ 500 miljoen dollar.

Ook vorig seizoen trad er een nieuwe club toe onder aanvoering van David Beckham. De Engelsman speelde van 2007 tot 2012 voor LA Galaxy. Naast een riant salaris nam zijn manager Simon Fuller in de onderhandelingen met de MLS ook de mogelijkheid op om een franchise te starten voor een aangepaste fee van $ 25 miljoen. Dat werd Inter Miami, dat zijn thuiswedstrijden speelt in een stadion in Fort Lauderdale. Eén van de investeerders in dit project is het Japanse Softbank, dat op allerlei manieren investeert in sport start-ups. Overigens heeft het Italiaanse Inter Milano een rechtszaak aangespannen tegen Beckham c.s. vanwege het gebruik van ‘hun’ naam.

Het nieuwe MLS-seizoen is op 17 april van start gegaan. Er spelen 16 spelers met een Nederlandse achtergrond in de competitie. Jaap Stam is trainer van FC Cincinnati waar een Hollandse enclave is onder leiding van general manager Gerard Nijkamp. Bij Inter Miami staan Kelvin Leerdam en oud-Feyenoord keeper Nick Marsman op het veld. Ook aan de westkust staat er een Nederlander aan het roer: Dennis te Kloese is de general manager van LA Galaxy.

Allerlei Europese clubs waaronder Ajax en recent ook Everton hebben hun pijlen op Amerika gericht. Het is een markt om je merk te vergroten, nieuwe sponsors aan te trekken en kennis te verkopen bijvoorbeeld in de vorm van voetbalscholen en -kampen. Maar door de ontwikkeling van de sport speuren de clubs uit Europa ook naar Noord-Amerikaans talent, zoals Alphonso Davies die op 18-jarige leeftijd door Bayern München werd gescout en werd weggeplukt bij de Vancouver Whitecaps.

De MLS heeft een aantal corporate sponsors waaronder Gillette en Heineken. Begin dit seizoen tekende Procter & Gamble een vijfjarig contract met de league voor een bedrag van circa $ 100 miljoen. De nationale uitzendrechten zijn verkocht voor $ 90 miljoen per jaar. Clubs sluiten ook lokale sponsor- en mediacontracten. De naamgeving van stadions is ook een interessante inkomstenbron. Sommige clubs delen het stadion met andere sport franchises, maar er worden steeds meer eigen voetbalstadions gebouwd.

Het WK 2026 wordt in de VS, Canada en Mexico gehouden. Het is in het jaar dat de MLS 30 jaar bestaat en het zal ongetwijfeld een nieuwe boost voor het voetbal betekenen. Misschien komt dan ook het moment dat absolute topspelers niet in hun nadagen maar in de bloei van hun carrière besluiten om in de MLS te spelen. Hoe dan ook, in de VS weten ze het zeker: soccer is here to stay!

Op 5 mei 2021 ging in het BNR Zakendoen Over Sport en Geld over voetbal in de VS. De podcast van de uitzending met Thomas van Zijl en Marcel Beerthuizen kun je terugluisteren via deze link.

Over wilde competities

Het starten van een nieuwe competitie in het voetbal is wereldnieuws, met name door de gevoelens die het losmaakt bij veel mensen. Alle media doken op de voetbaloorlog die de Super League heeft veroorzaakt.

Het zorgt ook voor veel vragen. Is zo’n nieuwe competitie een unicum in de sport? Wat zijn argumenten om eraan te beginnen? Welke sentimenten roept het op? Wat ging er mis bij de Super League? Misschien wel de belangrijkste vraag: wat gaat dit voor de toekomst van het voetbal betekenen?

Het starten van een eigen, wilde competitie is zeker niet nieuw in de geschiedenis van de sport. Al in 1895 waren er 21 Noord-Schotse rugbyteams die een eigen competitie begonnen.

Ook in Nederland woedde er ooit een voetbaloorlog. We hebben er de Eredivisie aan te danken. Voetballen voor geld was verboden, de KNVB vond dat ordinair. In andere landen werden spelers wel betaald en Nederlandse topspelers wilden ook wat geld kunnen verdienen met hun sport. Het leidde tot de oprichting van de Nederlandse Beroeps Voetbal Bond geïnitieerd door een aantal Amsterdamse zakenlieden. Al snel waren er tien clubs die in een eigen competitie speelden. De spelers die voor die clubs uitkwamen, werden door de KNVB geschorst en mochten niet langer voor Oranje uitkomen. De spelers en de initiatiefnemers hielden voet bij stuk, steeds meer goede amateurspelers maakten de overstap. Ook het publiek kwam massaal kijken en de KNVB zag tot haar schrik dat de eigen topcompetities daar de dupe van werden. De KNVB ging overstag; het betaald voetbal was officieel geworden.

Er zijn nog vele andere voorbeelden van sporters en teams die hun eigen weg insloegen: in het tennis, schaatsen, zwemmen, darts, basketbal, wielrennen en Formule 1 bijvoorbeeld. Als je je die initiatieven analyseert, kun je drie redenen benoemen waarom er aan zo’n wilde competitie wordt begonnen:

Het gaat om sporters die geld willen verdienen en een eigen competitie starten omdat men niet betaald mag worden of men slecht betaald wordt,

Het gaat om atleten, clubs of teams die ontevreden zijn over de wijze waarop de koepelorganisatie hun sport organiseert. Er is dan met name onvrede op commercieel terrein,

En/of er is sprake van investeerders die financieel gewin zien en die een aantal partijen overhalen mee te doen.

Een breakaway leidt niet altijd tot succes. Schaatsinitiatieven uit de jaren 70, zoals de ISSL en de WISO hebben het niet gered, ondanks de deelname van de absolute toppers als Ard Schenk en Kees Verkerk. Het trok geen publiek, de investeerders hadden geen diepe zakken, binnen no time gingen die projecten failliet.

De investeerders achter de Super League hebben wel enorme diepe zakken. Toch ging het mis. Wat ging er allemaal fout?

De timing was belabberd: midden in de coronacrisis, zonder enig begrip voor het feit dat iedere voetbalclub in de problemen zit en voetbalvermaak voor thuiszittende fans enorm belangrijk is.

De wijze waarop was uiterst onbehoorlijk: op vrijdag alle collega voetbalbestuurders laten weten dat er niets aan de hand is en dan op zondagnacht een persbericht verzenden en een website lanceren waarmee je iedereen overvalt: onbeschoft en onbetrouwbaar.

De communicatie was bedroevend: op geen enkele manier is uitgelegd hoe de Super League zich zou manifesteren en wat de rol van de clubs daarbij was. Door de slechte uitleg ontstond het idee dat de 12 clubs uit hun eigen nationale competitie wilden stappen. Het was zeker niet de bedoeling, dat is immers de financiële backbone van die clubs.

Er was er geen enkel mededogen met de achterblijvers, terwijl in het JP Morgan-plan ook een solidariteitsfonds is opgenomen.

De interne organisatie was totaal veronachtzaamd: als coaches en spelers, de belangrijkste iconen en spreekbuizen van de clubs, niet op de hoogte zijn van de plannen en bedoelingen en/of zich tegen het idee keren, kun je wel inpakken.

De (hypothetische) vraag is wat er gebeurd zou zijn als de communicatie en interne organisatie wel op orde zouden zijn geweest. Zeker als dat in het post-corona tijdperk zou zijn gebeurd. Zou de Super League dan ook zijn ontploft? Zouden de fans dan ook zo massaal hebben gereageerd? Welke rol zou de FIFA hebben ingenomen? Wat als…, het is een leuk gedachtenspel voor in de kroeg.

Wat ook een reflex is bij de aankondiging van zo’n wilde competitie is dat de heersende machthebbers direct gaan dreigen met verbanning uit de sport. Het is uiterst onzeker of zo’n verbanning wordt erkend in de rechtszaal.  De casus is niet volledig vergelijkbaar met die van de Super League, maar Mark Tuitert en Niels Kerstholt wisten met hun ICE Derby- initiatief de juridische macht van de internationale schaatsbond ISU te breken. Hoe het in geval van de Super League zou zijn afgelopen, weten we niet. Een extra onderwerp voor de discussie in de kroeg.

Ondertussen wordt per 2024 de nieuwe versie van UEFA’s Champions League ingevoerd. Meer deelnemers. Meer wedstrijden. Veel meer geld: van € 3 miljard naar € 5 miljard. De grote clubs van Europa, waaronder de Magnificent Twelve, hebben al jaren geleden bij de UEFA afgedwongen dat ze meer kans hebben om mee te doen en meer geld krijgen op basis van hun marktwaarde en legacy. Met als dwangmiddel dat ze anders wel eens een eigen competitie zouden kunnen starten…

Een deel van de Champion’s League opbrengsten gaat naar kleinere voetballanden, maar de nieuwe structuur zal  voor nog meer ongelijkheid gaan zorgen. Voor de Nederlandse deelnemer kunnen de minimale inkomsten stijgen van circa € 40 miljoen naar circa € 70 tot € 90 miljoen. Het zorgt voor nog meer onrust in de bestuurskamers, Champions League deelname wordt nog belangrijker, hetgeen betekent dat er meer financieel risico zal worden genomen.

In dat licht bezien klinken de recente uitlatingen van veel UEFA-bestuurders over de liefde voor het voetbal, de centrale rol van de fans en het belang van een gelijke behandeling uiterst wrang in de oren.

De UEFA is een bijzonder bolwerk met bijzondere dwarsverbanden. UEFA-voorzitter Aleksander Ceferin is de peetvader van de dochter van Juventus-voorzitter en Super League initiatiefnemer Andrea Agnelli. Dat is niet ongebruikelijk, want Michel Platini (ex-UEFA) is de peetvader van de dochter van Gianni Infantino, de huidige FIFA-voorzitter. Als je het zou verzinnen voor een script van een film over de voetbalmaffia, zou je het eruit halen omdat het te ongeloofwaardig klinkt.

De twaalf initiatiefnemers van de Super League moeten nu even op de blaren zitten. Met hangende pootjes keren ze terug in de moederschoot van de UEFA. Er zullen vast wat koppen gaan rollen. Ik ben ook benieuwd hoe het er op het kantoor van JP Morgan in New York aan toegaat.

De Super League draaide om de zekerheid van inkomsten. Doordat die zijn weggevallen en deelname aan de Champions League niet gegarandeerd is, is de toekomst voor grote clubs weer onzeker geworden.

De clubs, alle clubs, kunnen niet stil blijven zitten. Er moeten salarissen worden betaald. Nieuwe spelers worden gekocht. De behoefte aan meer komt nooit tot stilstand. Daarvoor is de wil om te winnen en financieel te groeien te groot.

Het betekent dat voetbalclubs op andere manieren op zoek gaan naar die zekerheid. Bijvoorbeeld door mediarechten op een andere manier te verdelen. Door nieuwe commerciële constructies te verzinnen. Door naar de beurs te gaan. Door nieuwe investeerders aan te trekken. Door technologie in te zetten voor nieuwe businessmodellen, bijvoorbeeld met cryptovaluta en blockchain technologie.

Het gaat allemaal gebeuren. Ook het ontwikkelen van nieuwe competitievormen. Al zal het wel even duren voordat men over een nieuwe Super League durft te beginnen. Dat voetbal de komende jaren de voorpagina’s blijft beheersen, daar kun je gerust je geld op inzetten.

Op 21 april 2021 ging het in BNR Zakendoen #sporteconomie over de Super League. Dat was overigens ook al het geval op 18 november 2020, toen Thomas van Zijl en Marcel Beerthuizen bespraken welke ontwikkelingen er op stapel stonden.

De uitzending van deze week vind je hier en die van vorig jaar hier.

Over SPACs in de sport

Special Purpose Acquisition Companies oftewel SPACs bestaan al geruime tijd, maar zijn de laatste maanden aan een enorme opmars bezig. Ook in de sportwereld worden steeds meer SPACs ingezet.

Een SPAC is een beleggingsinstrument. Investeerders leggen geld in en met dat kapitaal wordt een beursnotering verkregen. Vervolgens gaat het management van de SPAC op zoek naar niet-beursgenoteerde bedrijven om mee te fuseren. Dat bedrijf krijgt de beursnotering zonder de kosten en moeite die traditioneel bij een beursgang horen. De SPAC-beleggers, ook wel sponsors genoemd, krijgen een minderheidsbelang in het bedrijf meestal zo’n 20%. De SPAC-beheerders krijgen twee jaar de tijd om een geschikte fusie-kandidaat te vinden. De inleggers van het geld worden meegenomen in de besluitvorming en krijgen indien gewenst hun geld terug als de tijd is verstreken of zij zich niet kunnen verenigen met de geplande fusie.

SPAC’s bestaan al jaren maar winnen aan populariteit en worden in de VS veelvuldig ingezet, ook voor investeringen in de sportwereld. Sport wordt gezien als een nog onontgonnen markt waarbij investeerders willen kapitaliseren op waardevermeerdering van sportorganisaties en aan sport gelieerde ontwikkelingen, zeker als er combinaties worden gemaakt met technologie. Zo zijn er succesvolle SPACs op het terrein van sportweddenschappen (DraftKings), fitness en gaming. De Amerikaanse sportwereld staat open voor deze vorm van investeren, zeker ook door de negatieve financiële impact van de Covid-19 pandemie. Organisaties zoals de NBA en de MLS passen hun interne regels aan om de mogelijkheden te verruimen. Sportpersoonlijkheden zetten hun bekendheid en invloed in om SPACs te vullen zoals Colin Kaepernick, Shaquille O’Neal en Alex ‘A-Rod’ Rodriquez.

Er komen steeds meer voorbeelden. Liberty Media, eigenaar van de Formule 1 en de Atlanta Braves, heeft een SPAC van $ 500 miljoen voor investeringen in de mediawereld. RedBall, een investeringsvehikel van bankier Gerry Cardinale en honkbal manager Billy Beane hebben een SPAC van $ 575 miljoen gecreëerd om te investeren in sportteams of in sport gespecialiseerde media of bedrijven die sportdata analyseren. Beane nam vorig jaar op persoonlijke titel een belang van 5% in voetbalclub AZ en heeft ook een belang in de Engelse club Barnsley.

Voor een sportorganisatie is het voordeel dat je niet hoeft te voldoen aan alle (vaal langdurige) beslommeringen die bij een beursgang (IPO) horen zoals het ontwikkelen van een prospectus en het houden van road shows. Bovendien weet je wie de investeerders achter de SPAC zijn en brengen zij mogelijk ook specialistische kennis in. Voor beleggers zijn SPACs interessant omdat ze zo de kans krijgen om te participeren in interessante beursintroducties.

Er zijn niet alleen maar voordelen. Ieder bedrijf dat naar de beurs gaat moet zich houden aan alle wettelijke bepalingen over informatieoverdracht en communicatie. Zeker voor een sportorganisatie vraagt dat om aanpassingen in het beleid. Ajax, de enige beursgenoteerde voetbalclub in Nederland weet daar alles van, al kan je beursnotering soms ook een excuus zijn om je achter te verschuilen.

SPACs zijn populair omdat de beurs gouden tijden kent en koersen zich gunstig ontwikkelen. Niet voor niets zeggen analisten op Wall Street dat ze meer mensen met een SPAC kennen dan met Covid. Wat zal er gebeuren als de beurzen gaan dalen? Amerikaans onderzoek naar SPACs leert dat de beurskoersen van SPACs gemiddeld een derde lager staan dan het moment van introductie.

Het lijkt een kwestie van tijd tot SPACs zich op de Nederlandse sportmarkt gaan richten. Zoals bij AZ of bij Feyenoord, dat hard op zoek is naar vreemd kapitaal. Beursgang of niet, een SPAC kan ook een interessante manier zijn om met financiers met interesse in de sportwereld in contact te komen.

BNR Zakendoen #sporteconomie ging op 17 februari over SPACs in de sport. De uitzending kun je terugluisteren via onderstaande link.

Over het failliet van Financial Fair Play

In februari sanctioneerde de UEFA Premier League-club Manchester City met een boete van € 30 miljoen en twee jaar uitsluiting van deelname aan het miljardenbal UEFA’s Champions League. Aanleiding hiervoor was het overtreden van de Financial Fair Play regels, ingesteld door de UEFA in 2011 met als doel oneerlijke concurrentie te voorkomen. Inkomsten en uitgaven moeten met elkaar in balans zijn, clubs mogen slechts een beperkt verlies hebben en dat mag niet onbeperkt worden aangevuld door investeerders.

Manchester City had dat wel gedaan, zo bleek volgens de UEFA uit documenten die onder meer door Football Leaks en Der Spiegel in de publiciteit waren gebracht. Hoofdsponsor Etihad Airways zou op papier een sponsorcontract van € 80 miljoen hebben afgesloten terwijl 90% van dat bedrag werd betaald door de eigenaren, de Abu Dhabi United Group.

De straf van de UEFA betekende een enorme klap voor City: het niet deelnemen aan de Champions League zou op basis van de resultaten in het verleden zo’n € 200 miljoen inkomstenverlies opleveren. Bovendien zou de aantrekkingskracht van de club op trainer Guardiola en sterspelers enorm afnemen met een mogelijke uittocht tot gevolg.

Manchester City ging in beroep bij het internationale sporttribunaal CAS. De inzet was dus hoog voor de club, maar ook voor de UEFA die het opnam tegen een van de grote voetbalclubs in Europa. De UEFA handelt dit soort zaken normaal gesproken met eigen juristen af, maar voor deze zaak werden advocaten ingezet.

Afgelopen maandag was de uitspraak van het CAS en het leverde de wellicht ‘belangrijkste overwinning ooit’ voor Manchester City op. UEFA is in het ongelijk gesteld (de officiële uitspraak moet nog gepubliceerd worden); er waren geen overduidelijke malversaties op het terrein van sponsoring. Bovendien was een deel van de aanklacht verjaard, want ouder dan vijf jaar. City kreeg nog wel een tikje op de vingers vanwege het niet mee werken aan het onderzoek van UEFA: een boete van € 10 miljoen, die ze lachend zullen betalen, vanuit Abu Dhabi neem ik aan.

Het betekent een enorme klap in het gezicht van de UEFA, die het stigma van tandeloze tijger niet van zich af kan schudden. Concurrenten van City noemen de uitspraak onbegrijpelijk. Het is wel duidelijk dat de Financial Fair Play-vereisten hiermee onder druk komen te staan en dat ook in het voetbal gaat gelden dat wie betaalt ook alles kan bepalen. De krachtsverhoudingen in het Europese voetbal laten dat beeld overigens al jarenlang zien.

De UEFA heeft de Champions League als belangrijkste verdienmodel en wordt bij de organisatie daarvan continu onder druk gezet door de rijke clubs uit Engeland, Spanje, Duitsland, Italië en Frankrijk. Dat gaat over het aantal deelnemers uit die landen en over de verdeling van de sponsor- en mediagelden. De druk op UEFA zal nu nog meer toenemen. Voetbal gaat steeds meer op de echte (zaken)wereld lijken…

In BNR Zakendoen #sporteconomie ging het op woensdag 15 juli 2020 over het failliet van Financial Fair Play. Thomas van Zijl stelde de vragen. De podcast van de uitzending kun je terugluisteren via deze link.

Over investeringsfondsen en incubators in de sport

Er wordt al jarenlang door allerlei partijen geïnvesteerd in sport, maar er is een ontwikkeling dat ook steeds meer sportorganisaties zelf fondsen opzetten of samenwerking zoeken. Het zijn sportbedrijven zoals de NBA, Bundesliga, FC Barcelona en Manchester City Group die inzien dat de strijd op de markt van entertainment en vrije tijd steeds groter wordt en dat zij zich moeten blijven ontwikkelen om bestaande en nieuwe doelgroepen aan zich te binden.

In BNR Zakendoen van 11 september 2019 bespraken we de trends en ontwikkelingen op dit terrein. Met Thomas van Zijl en Zakenpartner Wendy van Ierschot.

De uitzending is hier te bekijken en hier te beluisteren.

Over banken en voetbal

De publicatie door NRC van een intern memo van de Rabobank over de terugtrekking uit het betaalde voetbal zorgde voor vele nieuwsberichten en een publieke verantwoording van CEO Wiebe Draijer.

De bank, die 80% van de BVO’s bedient en zijn positie gebruikt om buitenlandse overnames te blokkeren lijkt hiermee de totale voetbalwereld te diskwalificeren.

In BNR Zakendoen van 21 juli 2019 gingen we in op de rol van banken in het voetbal en de overwegingen en consequenties van het beleid van Rabobank. Hoe kijken andere grootbanken hiernaar? Wat zijn de mogelijke consequenties voor het voetbal als banken zich terugtrekken?

Thomas van Zijl stelde de vragen, Jacqueline Zuidweg was de Zakenpartner deze woensdag. De video van de uitzending vind je hier, de podcast vind je hier en is ook te beluisteren via jouw favoriete podcastplatform. Zoek op ‘Over sport en economie’.

Wie koopt Haarlem en brengt het naar de Champions League?

Nu voetbal zich heeft ontwikkeld tot een van de belangrijkste wereldwijde vormen van entertainment, raken allerlei partijen geïnteresseerd in de commerciële mogelijkheden van de sport. Steeds meer voetbalclubs komen in handen van ondernemers en risico-investeerders die vooral winstpotentie zien. In de Engelse Premier League bijvoorbeeld zijn Manchester United, Liverpool, Newcastle United, West Ham United, Chelsea en Manchester City eigendom van investeerders.

Ook in Nederland zien we het gebeuren. We hadden al Dirk Scheringa. En we hebben nu ook Frans van Seumeren, die voor 16 miljoen euro een 51% meerderheidsbelang kocht in Fc Utrecht. Van Seumeren gaat zich intensief met het besturen van de club bemoeien. Ook andere clubs staan open voor investeerders, zoals bij Feyenoord. Je kunt altijd praten, luidt de opvatting, je moet ook weten waar je nee zegt. Een geïnteresseerde moet wel een groot bedrag op tafel leggen om zich eigenaar van de Rotterdamse club te kunnen noemen. En dan denken ze in Zuid eerder aan 200 dan aan 50 miljoen euro.

Het is een ontwikkeling die niet te stuiten is. Steeds meer clubs gaan op zoek naar investeerders. Op zoek naar nieuw kapitaal dat gebruikt kan worden om de kwaliteit en de populariteit van het product te versterken, op en om het veld. Maar er is een belangrijke les: filantropie bestaat niet, het gaat iedere ondernemer om winst. Niet iedere investeerder heeft zulke diepe zakken als die van de oliemiljardairs uit de Emiraten en Rusland. In een poging verliezen te voorkomen verkocht de IJslandse bankier Bjorgolfur Gudmundsson spelers van West Ham United zonder de technische staf daarvan op de hoogte te stellen. De eigenaar van Liverpool dreigde vorig seizoen alle tegoeden te bevriezen en spelers te verkopen als de club de kwalificatie voor de lucratieve Champions League zou mislopen.

Als blijkt dat de investering tegenvalt, schromen eigenaren niet een club af te stoten aan de eerste de beste bieder, ook als die nieuwe eigenaar geen enkele betrokkenheid heeft. En zo kan een club een speelbal worden van financiële goochelaars. De sport zal zich dus moeten wapenen, al is dat niet eenvoudig, omdat investeerders ook eisen stellen en zeggenschap willen hebben. En de ervaring leert dat veel sportorganisaties in hun jacht op geld zonder al te veel weerstand toegeven aan de eisen van geldschieters. Feyenoord heeft een beschermingsconstructie ontwikkeld om de continuïteit te waarborgen. Een groep betrokken clubbestuurders behoudt via een zogenaamd ‘gouden aandeel’ de beslissingsbevoegdheid over de club. Het zorgt er voor dat traditionele kenmerken als naam, logo, clubkleuren en vestigingsplaats onaangetast blijven. Maar het maakt een club wel minder aantrekkelijk als investeringsobject.

Het betekent dat voetbal weer een totaal nieuwe fase ingaat, waar financiële en marketingstrategieën belangrijker worden dan die voor de wedstrijd. Het gaat zonder meer gebeuren dat er clubs aan de rand van de financiële afgrond komen en er ook in verdwijnen. We gaan ook verrast worden door clubs die door slim financieel management uitgroeien tot Europese topclubs. Wie koopt H.F.C. Haarlem voor 1,5 miljoen euro en maakt er binnen tien jaar een winstgevend merk van dat volop meedoet in de Champions League?

Column verschenen in AD Sportwereld Pro, 2 oktober 2008.