Goede doelen starten hun eigen loterij

Door Richard Smit

De versoepeling van kansspelregels geeft goede doelen, die steeds meer moeite hebben om donateurs te werven, de kans om een extra inkomstenbron aan te boren. Niet alleen kan er door nieuwe partijen op de Nederlandse loterijmarkt meer loterijgeld komen om te verdelen. De goede doelen kunnen ook zelf makkelijker een eigen loterij organiseren.

Dierenbeschermers en de Reddingsbrigade

World Animal Protection doet komende maand de eerste trekking van deWereld Dieren Loterij. Een lot van €12 geeft twaalf keer kans op de Jackpot, televisies of rolkoffers. En het helpt een einde maken aan wrede attracties in de toeristenindustrie, zoals een selfie met een tijger of lachen om een aap op een fiets.

Naast deze dierenbeschermers start ook de Reddingsbrigade in september een eigen loterij.

Ruimte voor kleine partijen

De twee goede doelen maken gebruik van de loterijservice van Fair Share Nederland. Dit jonge Amsterdamse bedrijf kan een loterij op maat maken en de hele organisatie daarvan – van vergunningsaanvraag tot lotenverkoop en van promotie tot prijzenpot – voor zijn rekening nemen.

‘Nu eet maar een klein deel van de 32.000 geregistreerde goede doelen in Nederland mee uit de ruif van de grote goede doelenloterijen’, zegt Michiel van Dijk, managing partner van Fair Share Nederland. De honderden miljoenen van Nederlandse Loterij – de nieuwe naam van Nederlandse Staatsloterij en De Lotto – en van de Goede Doelen Loterijen gaan naar ruim tweehonderd doelen.

De rest kan nu ook al één keer per jaar een loterij organiseren, maar de recente wijzigingen in de kansspelwetgeving zetten de deur open naar een vergunning voor meerdere jaren. Roelant Reizevoort, mede-oprichter van Fair Share, verwacht dat genoeg consumenten loten willen kopen van hun favoriete goed doel. ‘Bij de Postcodeloterij weet je niet of je geld wordt besteed aan hunebedden of aan waterputten in Mali. Bij een eigen loterij wel.’

Scepsis over commercie

Niet alle goede doelen staan meteen te juichen bij het idee van een eigen loterij. ‘We zijn altijd heel sceptisch over commerciële initiatieven’, zegt bijvoorbeeld bestuurslid Rick van Diest van ACNS Projecthulp, dat geld inzamelt voor projecten in Sri Lanka. ‘Dan loop je het risico dat er geld aan de strijkstok blijft hangen. Met loterijen begeef je je bovendien in een wereld waar de Belastingdienst kritisch meekijkt.’

Het idee klinkt voorzitter Nora Schultz van Stichting Smiles interessant in de oren, maar ze blijft voorzichtig. ‘Na 14 jaar hebben we een hoop initiatieven voorbij zien komen voor goede doelen. Ook dit klinkt weer als een hoop werk en een onzeker resultaat.’ Stichting Red een Kind ziet een ander bezwaar. ‘We zijn een christelijke organisatie en we weten dat een tamelijk groot deel van onze achterban niet positief tegenover loterijen en andere kansspelen staat’, zegt een woordvoerder.

‘De koek wordt groter’

Marcel Beerthuizen, die eerder het goede doel SOS Kinderdorpen leidde en met zijn bureau Bigplans nu merken aan elkaar koppelt, gelooft echter dat er wel een markt is voor de loterijen. ‘Goede doelen hebben altijd behoefte aan extra geld. Er zijn er maar een paar met een christelijke grondslag die niets met loterijen te maken willen hebben.’

Beerthuizen verwacht dat de liberalisering van de loterijmarkt goed uit zal pakken voor goede doelen. ‘Sommigen vrezen dat het hele systeem in gevaar komt en geld naar buitenlandse partijen weglekt. Ik geloof er zelf in dat de totale koek groter zal worden door nieuwkomers. Dat zie je ook in het buitenland, want Nederland is een van de laatste markten die liberaliseert.‘

Dit artikel is verschenen in het FD van 30 augustus 2016.