Interview met Marcel Maijer voor RTLZ en RTL Nieuws over de toewijzing van le Grand Départ van de Tour de France 2015 aan Utrecht en een artikel op de website van RTL Nieuws over de uitdagingen en impact van de Tour-start in Utrecht.
mensen | merken | media | maatschappij
Interview met Marcel Maijer voor RTLZ en RTL Nieuws over de toewijzing van le Grand Départ van de Tour de France 2015 aan Utrecht en een artikel op de website van RTL Nieuws over de uitdagingen en impact van de Tour-start in Utrecht.
Op 3 oktober besteedde Nieuwsuur aandacht aan de mogelijke beslissing van de FIFA om het WK Voetbal dat in 2022 in Qatar wordt gehouden naar de winter te verplaatsen. Aan het woord komen Ronald de Boer, Theo van Seggelen en Marcel Beerthuizen.
“We kruipen bij elkaar. Of dat nu bij de BBQ is of bij de open haard, dat maakt eigenlijk niet zo veel uit. Samen binnen naar een voetbalwedstrijd kijken, kan minstens zo gezellig zijn.”
De uitzending vind je hier. Ga voor het item naar minuut 48’39” (tot en met 53’35”).
De bewering dat Nederland geen sportland zou zijn, heb ik nooit begrepen. Niet alleen hebben we de beste sportinfrastructuur ter wereld, ook onze fysieke kenmerken maken dat we geschikt zijn om sport op het allerhoogste niveau te bedrijven. Onze prestaties op de Olympische Spelen zijn in verhouding tot ons inwonersaantal meer dan bovenmodaal en in het internationale voetbal behoren we al jaren tot de wereldtop. Als Oranje goed presteert, staat het gehele land in vuur en vlam (een tweede plaats is al genoeg). Als de ijsdikte in Friesland de vijftien centimeter nadert, is iedereen in opperste staat van beroering. Nederland is gek van sport. We hechten aan de collectieve beleving, aan de herinneringen, aan de geschiedenis, aan de tradities.
O wee als er wordt getornd aan die tradities. Kom niet aan de Kuip. Kom niet aan Thialf. Kom niet aan Studio Sport. Kom niet aan het shirt of logo van een willekeurige voetbalclub. Kom niet met een plan om twee noodlijdende clubs uit dezelfde regio te laten fuseren. Ook dan staat het land in vuur en vlam, worden de media beheerst door het toch veelal triviale onderwerp en worden actiecomités opgericht om ons te behoeden voor het kwaad.
De sportconsument is oerconservatief en heeft een enorme aversie tegen verandering.
Nieuwe initiatieven worden al snel als megalomaan bestempeld. Sport en commercie zijn in het ogen van de gemiddelde sportconsument water en vuur. De commercie, dat zijn gladde mannen in strakke pakken. Zakkenvullers die slechts uit zijn op hun eigen belang. De belichaming van het kwaad.
Het vreemde is dat iedere sportfan beseft dat sport en commercie onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Dat we juist in Nederland creativiteit en andere vaardigheden moeten inzetten om overeind te kunnen blijven, om mee te kunnen blijven doen. Blijkbaar is onze industrie niet in staat die onmisbare rol duidelijk te maken.
De verhuizing van de Meer naar de Amsterdam ArenA is een belangrijk element in het succes van Ajax, zowel op als naast het veld. Het zorgde voor een impuls die Feyenoord nu zo goed zou kunnen gebruiken. Het succes van het Nederlandse schaatsen houdt ook verband met de investeringen in accommodaties. Het eerste schaatsmekka van Nederland was de Jaap Edenbaan in Amsterdam. Later werd het IJsselstadion in Deventer de plaats waar grote nationale en internationale kampioenschappen werden gehouden. Daarna werd die positie overgenomen door Thialf, zeker na de overkapping in 1987. Thialf hoeft niet dicht, maar er is niets op tegen om de traditie door te geven aan een nieuw initiatief in Almere. De geschiedenis leert ons dat verandering niet bedreigend hoeft te zijn, maar een kantelpunt kan zijn voor vooruitgang, kan zorgen voor nieuwe impulsen en successen. Voor nieuwe tradities.
Mijn verwachting is dat vanaf volgend seizoen de samenvattingen van de Eredivisie op het open kanaal van Fox worden uitgezonden. Op een later tijdstip, om te zorgen voor meer aanwas bij de abonneekanalen van de zender. Het zal wel even wennen zijn, niet meer kijken met het bord op schoot. Het zal voor veel opwinding zorgen, voor een nationale discussie, voor actiegroepen die moord en brand schreeuwen. Maar over vijf jaar zal iedereen beseffen dat op zondag met het bord op tafel eten minstens zo’n leuke traditie is.
Column verschenen in SponsorTribune, september 2013.
Een tweet over de declaratie-affaire bij Alpe d’HuZes leidde tot een artikel in de kranten van HDC Media, waaronder het Noordhollands Dagblad en de Gooi- en Eemlander. Het artikel lees je hier.
Ik ben bij allerlei initiatieven betrokken (geweest), waarbij het maatschappelijk belang voorop staat. Het is goed om goed te doen, om terug te geven, niet alleen voor je eigen karma. Hoe mooi zou het zijn, dacht ik, als concurrenten uit één markt de handen ineen zouden slaan voor het goede doel. Samen een krachtig statement afgeven, met maatschappelijke winst als primaire doelstelling. Daar kan toch niemand op tegen zijn? Bovendien, als we willen dat alle kinderen gaan voetballen, dan hebben alle merken die ‘voetbal’ verkopen daar toch uiteindelijk baat bij? Laat ze het daarna maar op de open markt uitvechten.
Maar wat ik ook probeerde, het lukte niet om tot een collectieve boodschap te komen. Niet dat men er niet voor open stond. Er waren mensen die direct mee wilden doen. Maar iedere keer was er wel weer iemand die afhaakte. Exclusiviteitsdenken, territoriumdrift, wantrouwen en angst bleken sterker.
Tot ik een advertentie zag naar aanleiding van de terroristische aanslag in Boston. De advertentie is simpel maar overduidelijk. Het beeld wordt gevuld door de skyline gezien vanuit de haven van Boston. Bovenaan de pagina staat een heading: Today we are all in the same team. Daaronder de naam van de stad en de datum van de aanslag: Boston, 04.15.2013. Onderaan de pagina staan vier logo’s van de afzenders van de boodschap: New Balance, Nike, Puma en adidas. Vier wereldspelers in één van de meest competitieve markten ter wereld. Die normaal gesproken oorlog voeren tijdens grote sportevenementen. Die op jacht zijn naar de grootste talenten met als doel ze in hun ‘stal’ te krijgen. ‘But not in Boston’, zoals Obama al zei. In Boston geven deze concurrenten het voorbeeld en laten ze zien dat we in tijden van nood samen sterker zijn. Dacht ik. En velen met mij, want de uiting werd razendsnel gedeeld via social media, blogs en andere kanalen. Met overwegend positieve reacties uit de hele wereld over het initiatief en de boodschap van deze vier merken.
Wat bleek? De advertentie was bedacht door een collectief van Franse creatieven, die het digitale domein, met name sites over creativiteit en reclame, gebruikten om hun overigens goedbedoelde idee te verspreiden. Facebook en Twitter deden de rest. Op de Facebook-pagina van het collectief staat inmiddels vermeld dat de afbeelding op verzoek van ‘enkele merken’ is verwijderd. Maar die boodschap heeft velen niet bereikt. ‘Never forget’ is de (inmiddels ironische) titel die bedenkers aan de advertentie hadden gegeven…
Ik geloof in de kracht van bedrijven, die beter dan welke overheid ook in staat zijn om mensen in beweging te brengen. Ik geloof in social entrepreneurship, in ondernemers die denken aan winst én aan mensen én aan de aarde. Leiders die zich verenigen om de uitdagingen van onze wereld te tackelen en die bereid zijn om de concurrentiestrijd (af en toe) even te parkeren. Naïef? Nee, het is slechts een kwestie van tijd.
De ‘advertentie’
De Facebook pagina van Fast Mood
Deze column is verschenen in SponsorTribune, nr. 4, 3 juni 2013
Mark van Bommel stopt dit seizoen als voetballer bij PSV. Veel bekende voetballers spelen na hun carrière in tv reclames. Emil zoekt uit voor welke producten Mark van Bommel allemaal reclame voor zou kunnen maken en spreekt met Regi Blinker, John de Wolf en marketeer Marcel Beerthuizen.
De uitzending van de Poldernomaden op 17 mei 2013 is hier te bekijken.
Interview voor Nieuwsuur met Han Cock van Studio Sport over sponsoring van de wielersport naar aanleiding van het stoppen van Vacansoleil.
“Wielerploegen hebben grote moeite sponsorgelden binnen te halen. De Blanco-ploeg is al sinds het afhaken van Rabobank op zoek naar een nieuwe geldschieter en woensdag werd duidelijk dat ook de tweede wielerploeg van Nederland, Vacansoleil-DCM, de huidige sponsors ziet vertrekken. Dat heeft te maken met het imago van het wielrennen, de economische crisis, maar ook concurrentie om geld uit een andere hoek.”
De Nieuwsuur-uitzending die op Nederland 2 werd uitgezonden is hier te vinden.
Mijn mailbox is een goede peilstok voor de actuele waterstanden bij sponsor- en fondsenwervers. Het aantal verzoeken van partijen op zoek naar geld neemt wekelijks toe. Ik zie het water stijgen, bij steeds meer organisaties tot aan de lippen. Sponsorcontracten die niet worden verlengd, subsidies die stoppen, donateurs die opzeggen: pas nu wordt het effect van de financiële crisis duidelijk.
Het zorgt voor een enorme drukte op de markt. Iedereen is op zoek naar nieuwe bronnen. Tot voor kort waren major donors, vermogensfondsen en family offices het exclusieve werkterrein van goede doelen en een enkele kunstinstelling. Maar dat is over. De concurrentie komt overal vandaan.
Daar waar een groot aanbod is, gaat de prijs omlaag. Sportclubs, musea en festivals bieden hun rechten voor bodemprijzen aan. In de angst om een deal te verliezen geven de sponsorzoekers in onderhandelingen nog meer weg. De opbrengsten worden marginaal, want de kosten (voor personeel en voor het leveren van tegenprestaties) blijven. Zodat sponsoring niet meer loont.
Die hyperconcurrentie heeft ook nog een ander effect. Uiteraard weet iedere werver dat je met een standaard benadering nergens meer komt. Het aanbod moet op maat zijn gesneden voor de potentiele partner, voorzien van sprankelende ideeën waarin het partnership tot leven komt en voor rendement zorgt. Volledig uitgewerkt met creatieve concepten, een begroting en een planning. Dat vereist nogal wat. De meeste organisaties zijn niet geëquipeerd (in aantal en/of inhoud) om daaraan te voldoen.
Hoe ga je als organisatie om met de enorme uitdagingen en druk? Hoe zorg je voor een verrassend, creatief aanbod dat noodzakelijk is geworden om te overleven?
Je kunt expertise (tijdelijk) inhuren. Je kunt een bureau inschakelen. Je kunt studenten voor je kar spannen. Je kunt een groep van ‘raadgevers’ om je heen verzamelen. Bij SOS Kinderdorpen ontwikkelde ik SOS Agency, een bonte verzameling van creatieven en strategen die om de zes weken bij elkaar kwam om op basis van een briefing te werken aan concrete concepten. Met als loon een warme pizza en een glas wijn. Het leverde prachtige ideeën op, maar de implementatie in de organisatie (gewend te werken met vaste leveranciers) bleek moeilijker.
Beter is het zelf te doen. Haal kennis en (creatieve) kunde in huis. Versterk de capaciteit van de organisatie, bouw een eigen netwerk, maak iedereen intern betrokken en verantwoordelijk voor het werven van fondsen. Het kost – in het begin – tijd en geld, maar uiteindelijk zal het de waarde van de organisatie vergroten en altijd meer opleveren.
Column verschenen in SponsorTribune, maart 2013.
Hoe kijken we over tien jaar terug op de huidige ontwikkelingen in ons vakgebied? Is het jaar 2013 niets anders dan een kleine golfslag in de grote oceaan waar eb en vloed zich in een vast ritme afwisselen? Of is er een grotere golf op komst?
Als je terugkijkt op 40 jaar sponsoring, dan kun je grotere golfbewegingen waarnemen. De eerste golf komt op in de jaren 70, als ‘moderne’ sponsoring in ons land ontstaat. Sportclubs verkopen hun clubnaam aan het bedrijfsleven. Het gaat die sponsors vooral om het vergroten van hun bekendheid. De volgende golf komt op in de jaren 80, als grote bedrijven met bekende merken volop gaan investeren in sponsoring met als doel het imago te versterken. In de jaren 90 komt daar een nieuwe golf overheen. Afnemende onderscheidenheid en de behoefte aan relatiemarketing zorgt ervoor dat hospitality centraal komt te staan. De eerste tien jaar van deze eeuw wordt gemarkeerd door de opkomst van experiences. Sponsoring als podium, met als doel consumenten het merk te laten ‘ervaren’. Maar ook deze golf wordt overspoeld door een nieuwe. De laatste jaren is storytelling een belangrijke invalshoek voor sponsoring geworden. Sponsoring als instrument om de corporate story tot leven te brengen en de brand equity te versterken.
De golven die elkaar opvolgen, zijn iedere keer een uitvloeisel van ontwikkelingen in het bedrijfsleven. Het bedrijfsleven dicteert, de gesponsorden volgen en passen hun aanbod aan op de concrete behoefte van de markt. De behoefte van de sponsor wordt bepaald door economische, maatschappelijke en technologische ontwikkelingen. En door de rol van de consument. De positie van die consument is in de afgelopen jaren enorm veranderd. De consument staat nu centraal. Het dictaat van het bedrijfsleven wordt vastgesteld aan de hand van de instructies van de consument.
Consumenten worden steeds kritischer op merken die investeren in projecten die er niet toe doen. Consumenten willen logische, concrete oplossingen voor de uitdagingen van vandaag. Ook als het om sponsoring gaat. Als een bedrijf daarbij een relevante rol kan spelen en iets toevoegt, ben je van harte welkom. Dan word je met open armen ontvangen en kun je bouwen aan een waardevolle relatie. Doe je dat niet, dan word je genegeerd en gepasseerd.
De grootste opdracht voor marketeers is een merk te creëren dat betekenis heeft. Een merk met sympathie, waar mensen op kunnen vertrouwen, dat persoonlijk relevant is en dat waarde toevoegt aan hun leven. Deze nieuwe golfbeweging zal zorgen voor tal van nieuwe sponsorprojecten, die zich letterlijk dicht bij mensen zullen afspelen, altijd met een maatschappelijke component.
Kijk om je heen en je ziet het al gebeuren. Catch that wave!
Column verschenen in SponsorTribune, februari 2013.