Money For Nothing

Is een mens €222 miljoen waard? Of zelfs €1 miljard? Mag een topsporter tientallen miljoenen per jaar verdienen? Qatar betaalde €222 miljoen om Neymar naar Paris Saint-Germain te halen. De afkoopsom in het contract van Lamine Yamal met Barcelona bedraagt maar liefst €1 miljard. Cristiano Ronaldo verdient in 2025 zo’n $275 miljoen per jaar bij Al-Nassr, omgerekend $20.000 per uur. Dit zijn bedragen die ons voorstellingsvermogen tarten en regelmatig discussie oproepen. Is het abject? Zou het verboden moeten worden? Ongetwijfeld zijn er vele Nederlanders die dit vinden. Toch is het geen nieuw fenomeen. In 1973 zorgde Johan Cruijff met een transfer van 6 miljoen gulden, waarvan hij de helft kreeg, al voor opschudding. Destijds werd het onvoorstelbaar gevonden dat een mens zo veel waard kon zijn.

De realiteit is dat topsporters niet alleen atleten zijn, maar ook entertainers die enorme aandacht trekken en grote economische waarde vertegenwoordigen. Hun talent zorgt ervoor dat we kijken en volgen, mediabedrijven miljoenen betalen voor uitzendrechten, sponsors fors investeren. Logisch dat zij recht hebben op een deel van de waarde die zij genereren.

Grote evenementen als het WK en EK Voetbal, de Champions League en de Olympische Spelen verdienen miljarden met name via de verkoop van mediarechten en sponsoring. Het grootste deel komt van de steeds duurder wordende mediarechten, zo’n 65 tot wel 80% van de inkomsten. Via de UEFA en de FIFA komt een deel van dat geld bij nationale bonden, clubs en uiteindelijk spelers terecht.

Bij de Olympische Spelen ligt dat anders. Daar is het IOC de grootverdiener met een jaarlijkse omzet van ruim $4 miljard en een reserve van $5 miljard. Er gaat wat geld naar de nationale olympische comités, NOC*NSF bijvoorbeeld ontvangt een schamele €1 miljoen per jaar. Onze Olympiërs verdienen niets aan de enorme winst die het IOC maakt. Tot overmaat van ramp besloot het NOC*NSF het prijzengeld voor onze medaillewinnaars af te schaffen.

Veel Nederlandse atleten beoefenen hun topsport financieel gezien op amateurniveau. Als er dan een partij is als het IOC die miljarden verdient aan hun prestaties, is het niet meer dan logisch dat zij daarin meedelen. Oud-schaatser Mark Tuitert pleit voor een olympische bonuspot gefinancierd uit de miljardenreserves van het IOC. Hopelijk krijgt zijn pleidooi tractie bij de nieuwe IOC-voorzitter Kirsty Coventry.

Over de grootverdieners hoeven we ons geen zorgen te maken. Wel over onze Olympiërs, die jarenlang trainen, veel moeten opofferen en vaak onder grote mentale druk staan. Zij hebben recht op een faire beloning als erkenning en waardering voor het harde werken, de uitzonderlijke prestaties en de inspiratie die zij bieden.

Geen bal op de tv

“Hé, er is geen bal op de tv.” In 1982, het jaar dat Doe Maar het liedje met deze tekstregel uitbracht, was er inderdaad weinig live voetbal op tv te zien. Zeker als het om Europees clubvoetbal ging. Pas als het stadion was uitverkocht, werd bepaald of de wedstrijd op tv zou worden uitgezonden. Een stelregel waarvan na verloop van tijd werd afgeweken, vanwege de productionele voorbereidingen maar ook omdat duidelijk was dat een tv-uitzending en stadionbezoek elkaar niet bijten.

Inmiddels vliegen de ballen je om de oren. Voetbal is een mondiaal entertainment product, een industrie waarin honderden miljarden omgaan. Een markt die maar blijft groeien, ook om dat financiële analisten en investeringsvehikels ervan overtuigd zijn dat er op alle niveaus substantiële groei mogelijk is. Dan moet er wel gespeeld worden en dat gebeurt dan ook. Voetbal staat altijd aan.

UEFA lanceerde het afgelopen seizoen een nieuwe opzet van de Europese clubcompetities. De belofte loog er niet om. More matches. More match days. More excitement. Meer, meer, meer maar ook minder; ‘less dead games’ welteverstaan, minder wedstrijden die er niet toe doen. Er was scepsis. Onder fans, die niets moeilijker vinden dan verandering. Onder journalisten met hun beroepsmatige achterdocht: “Waarom zou je wijzigen wat goed is?” De argwaan is omgeslagen in enthousiasme. De nieuwe opzet werkt: geweldige topwedstrijden, onverwachte plot wendingen, veel spanning en onvergetelijke momenten. De nieuwe opzet werkt ook voor de portemonnee van de UEFA en de deelnemende clubs, met een omzetgroei van ruim 32%, van € 3,3 miljard naar € 4,4 miljard.

Ziggo Sport is de exclusieve zender van de Champions League, Europa League en Conference League. 548 wedstrijden. Live uitgezonden. Met veel noviteiten. De introductie van een app om gratis te kunnen streamen. Een eigen kanaal voor ieder van de vijf deelnemende Nederlandse clubs, met volledige voor- en nabeschouwingen. Een topteam van presentatoren en analisten in de studio in Hilversum en vanuit de stadions in Europa. Met beelden vanuit de kleedkamer en vanaf de middenstip tijdens de warming-up. Plus een speciaal Switch-kanaal voor mensen die niet kunnen kiezen, zeker op avonden waarop er 18 (!) wedstrijden tegelijkertijd worden gespeeld.

Volgens sommige ‘kenners’ vielen de kijkcijfers tegen. Verder kijken dan de NMO-rapportage doen ze niet. Er zijn meer kanalen ingezet dan ooit tevoren, dat zorgt voor meer spreiding. Steeds meer mensen kijken via een app naar sport, grote aantallen die nog niet worden gerapporteerd in het kijkonderzoek. De optelsom leidt tot een andere conclusie.

Door de komst van betaalzenders en streamers is het aanbod aan live voetbal in de afgelopen jaren enorm toegenomen. Er waren zieners en zwartkijkers die voorspelden dat het vergroten van het aanbod tot afnemende kijkcijfers zou leiden. Dat het stadionbezoek zou afnemen. Het bleek niet waar, de stadions zitten propvol en de cumulatieve kijktijd is groter dan ooit tevoren. Volgens onderzoek van de KNVB besteedt de gemiddelde voetbalfan meer dan 12 uur per week aan zijn favoriete sport.

“Is Dit Alles?” om met Doe Maar te spreken. Zeker niet. De voetbaltrein dendert door. Er komt nog meer meer meer. Voor de mensen die er niet genoeg van kunnen krijgen. Voor alle anderen die er geen bal aan vinden: er zit een knop op je tv.

Deze column is verschenen in Broadcast Magazine, juli 2025

Lang zal die leven

Broadcast Magazine viert haar zevende lustrum, het is een felicitatie waard. Stilstaan bij mijlpalen doet twee dingen met een mens. Je denkt terug aan hoe het ooit begon. En je vraagt je af wat de toekomst zal brengen.

Het eerste nummer van BM verscheen in 1989. Hoe zag de wereld van sport, marketing en media er toen uit? Commerciële TV deed zijn intrede met de start van RTL Véronique. Vrijwel alle sport werd uitgezonden door de NOS, Eurosport ging dat jaar ook van start. De bedragen die voor tv-rechten werden betaald waren te overzien, er was amper concurrentie. De NOS betaalde zo’n 2 miljoen gulden per seizoen voor de samenvattingen van de Eredivisie, die een jaar later werd omgedoopt tot PTT Telecompetitie. De inzet van atleten als uithangbord gebeurde al veel langer, in BM’s geboortejaar waren Yvonne van Gennip en Marco van Basten toonaangevende rolmodellen. Er was nog geen wijdverbreid internet, er waren geen smartphones en sociale media, laat staan AI: in 1989 zag de wereld er totaal anders uit.

Er is enorm veel veranderd in de afgelopen jaren, maar hoe zal de wereld eruitzien over 35 jaar? Wat zal de impact zijn van alle technologische, sociologische, maatschappelijke en klimatologische ontwikkelingen die ons te wachten staan? Het kan niet anders dat tegen die tijd de machtsverhoudingen, de spelvormen, het spelen van en kijken naar sport totaal zijn veranderd.

Laten we een poging doen: in 2060 dicteren multinationals wat er in de topsport gebeurt. Veel sporten hebben de tijd niet overleefd. Zoals wintersporten, want het is altijd overal zomer. Ook boksen en paardensport zijn verdwenen, onder druk van activisten en medici; veel te gevaarlijk voor mens en dier. De sportevenementen die nog wel bestaan, zijn getransformeerd tot digitale versies: niemand hoeft meer te reizen, topsport beoefenen en kijken gebeurt vanuit je eigen bubbel, iedereen zit eerste rij en beleeft de wedstrijd alsof je er zelf bij bent dankzij de Experience Reality Five Senses-technologie. Formule 1 is een mondiale simulatiegame geworden waaraan 9 miljard mensen deelnemen, de winnaar kan met recht de enige echte wereldkampioen worden genoemd. Door genetische manipulatie zijn atleten een soort superhelden geworden en zijn de onderlinge verschillen minimaal. Het lijkt spannender, maar dat is maar schijn, het zijn de partijen met de beste techneuten die winnen.

Radicale veranderingen staan ons te wachten, maar de betekenis die sport al eeuwenlang heeft, zal niet voorbijgaan. De Oude Grieken zagen sport als de beste sublimatie van oorlog en een uitstekende training voor de militair. De Romeinse keizers onderkenden het belang van brood en spelen om het volk rustig te houden. De behoefte om ergens bij te horen, een passie te hebben die veel emoties oproept, de spanning van winnen en verliezen: het zit zo ingebakken in onze menselijke natuur dat het nooit zal verdwijnen. Als in 2060 robots en AI al ons werk hebben overgenomen en de meeste mensen niets meer te doen hebben, zal de behoefte aan ontspanning en vermaak alleen maar groter zijn geworden. Ook in 2060 leeft live sport als nooit tevoren, in welke vorm dan ook.

Wordt dit een feit of is het fictie? Nobelprijswinnaar Niels Bohr zei het al: voorspellen is heel moeilijk, vooral als het om de toekomst gaat. Wat we wel zeker weten, is dat over een paar jaar de papieren versie van BM is verdwenen en dat er dan ook geen columnisten meer zijn: tegen die tijd schrijft Chat GPT 7.0 veel betere verhalen.

Deze column is gepubliceerd in Broadcast Magazine, april 2025.

Live is Life

Recessie. Inflatie. Krimp. Bezuinigingen. Somberwoorden van deze tijd. Ze gelden niet voor de sportrechtenmarkt. Die blijft maar groeien. Afgelopen jaar tot $62.61 miljard, een groei van 12%, mede door het EK Voetbal en de Olympische Spelen. De helft wordt besteed in de VS, het andere deel in de rest van de wereld.

Wat maakt live sport zo interessant? Waarom willen allerlei partijen over exclusieve uitzendrechten beschikken? Waarom hebben mensen er geld voor over om naar live sport te kijken? Sport is onvoorspelbaar en daardoor spannend en verrassend. Het trekt grote groepen mensen met een sterke emotionele betrokkenheid die ervoor zorgt dat je ‘in het moment’ wilt zien wat er gebeurt. Het kijken naar sport is ook een perfect medicijn om te ontsnappen aan de dagelijkse realiteit; de Covid-19 pandemie heeft het bestaansrecht van sportzenders een extra boost gegeven.

De handel in sportrechten is fascinerend en kent vele verschijningsvormen. Van superstrak georganiseerde, ISO-gecertificeerde tenders tot en met handjeklap-deals die op de Koemarkt van Purmerend niet zouden misstaan. Gesoigneerde advocaten en wonderlijke paradijsvogels, ze lopen rond op de sportrechtenbeurs Sportel die jaarlijks in Monaco plaatsvindt en inmiddels ook in Miami, Buenos Aires en op Bali wordt georganiseerd. Je vindt er grote sportorganisaties als de UEFA, NFL, NBA en LaLiga, maar ook aanbieders van obscure vechtsporten, ontwikkelaars van games en tech bedrijven die de nieuwste AI-software aanprijzen. Steeds meer partijen vinden de toegang tot de beurs te duur en gebruiken hotellobby’s en restaurants als ontmoetingsplaats. Want zoals in iedere industrie, zijn goede relaties belangrijk. De place-to-be is The Irish Pub, daar treft iedereen elkaar en is het zo druk dat het Monegaskische verkeer tot diep in de nacht wordt ontregeld.

De markt verandert in een enorm tempo. Streamers, Big Tech maar ook private equity firma’s kopen zich in. Kansspelbedrijven schaffen sportrechten aan, want er wordt vijf keer meer ingezet als er live beelden bij de weddenschappen worden vertoond. Publieke omroeporganisaties worden geconfronteerd met bezuinigingen. Sponsors stellen steeds meer eisen op zoek naar rendement. Nieuwe formats worden gelanceerd, om in te spelen op het veranderde mediaconsumptiegedrag. Sport tv is al lang niet meer het uitzenden van een worldfeed via een lineair kanaal en daarna bepalen hoeveel mensen ernaar hebben gekeken.

Er lopen veel veteranen in deze industrie rond, met prachtige verhalen over vroeger. Zoals Barry Hearn, de man achter Matchroom Sport, die succesvolle producten heeft gemaakt van darts, snooker en boksen. Een meedogenloze onderhandelaar. ‘Als je loyaliteit wilt, moet je maar een hond kopen’, is een van zijn gevleugelde uitspraken. Altijd op zoek naar een betere deal, altijd op zoek naar meer geld. Take the money and run.

Maar geld alleen is niet meer genoeg voor de houders van premium rechten. Die willen meer zekerheden. Hoe wordt de sport verkocht? Welke kanalen worden ingezet om een maximaal bereik te realiseren? Hoe wordt de competitie of het evenement gepresenteerd? Hoe worden de rechten van sponsors gewaarborgd? Hoe denkt de zender nieuwe doelgroepen aan te boren? Het gaat niet langer om het hoogste bod, het gaat om het hele verhaal. Als je dat niet kunt vertellen, kun je beter met je hond gaan wandelen.

Deze column is verschenen in Broadcast Magazine, 10 maart 2025.