Zonder Scheringa is AZ nergens

Afgelopen zondag in het Philips Stadion hoopte ik op spannend slot van de Eredivisie, zeker met het prachtige programma dat de competitieleider met bijna profetische blik had vastgesteld. Die hoop bleek ijdel; PSV zorgde alsnog voor een Alkmaars feestje. In Eindhoven sprak ik Ajax-voorzitter Uri Coronel, die aangaf dat AZ in de Amsterdam ArenA op een chique manier zou worden geëerd voor het behaalde kampioenschap. Nog steeds praat iedereen vol lof over de erehaag van de spelers van Fiorentina na afloop van het UEFA Cup-duel Fiorentina – Ajax. In bijvoorbeeld rugby een gebruikelijk ritueel. Het getoonde respect van de verslagen Florijnen maakte indruk in de voetbalwereld. Het is jammer dat de KNVB bij voorbaat capituleert voor het mogelijke wangedrag van enkelingen en heeft de besloten de kampioensschaal niet in de ArenA uit te reiken. Het ontneemt de Eredivisie de kans te laten zien dat clubs, trainers en spelers een collectief zijn, dat respect heeft voor elkaars prestaties.

Uiteraard is AZ de terechte kampioen. Dat geldt namelijk voor iedere team dat kampioen wordt. Maar wat is de grondslag voor dit kampioenschap? De voetbaltechnische en –tactische kwaliteiten van staf en spelers? Of is het enkel en alleen toe te schrijven aan de portemonnee van Dirk Scheringa?

Scheringa behoort tot de rijkste mensen van ons land. Quote schat zijn vermogen in 2009 op 285 miljoen euro, overigens veel te laag volgens de bankier zelf. De waarde van de DSB Groep wordt geschat tussen de twee en drie miljard euro. Scheringa is sinds 1992 bestuurlijk betrokken bij AZ, vanaf 1993 als voorzitter. In 2005 besloot Scheringa de club volledig te saneren. Hij werd enig aandeelhouder van de NV AZ voor een bedrag van 108 miljoen euro. Scheringa heeft in de afgelopen jaren een solide organisatie neergezet. Van Gaal, Brands en Gerbrands vormen een hecht directieteam, waarin gevoel voor topsport de boventoon voert. Al worden alle beslissingen in overleg met en slechts na goedkeuring van Scheringa genomen.

De officiële begroting van AZ bedraagt dit seizoen 28 miljoen euro. Daarmee heeft AZ de vierde begroting van de Eredivisie, evenals Heerenveen en Fc Twente. Koploper is Ajax met een begroting van 65 miljoen. In welke mate de begroting van AZ een reëel beeld vormt van de daadwerkelijke geldstromen rond de club is de vraag. Het sponsorbedrag van DSB Bank is niet bekend. Dat Scheringa daarnaast nog geld uitgeeft aan zijn club is een publiek geheim, al dan niet als marketinginvestering voor het DSB-imperium. Dat is overigens geen weggegooid geld. Scheringa staat erom bekend dat hij het effect van iedere marketinginspanning nauwkeurig in kaart brengt. Reken maar dat zijn bedrijven wel varen bij de enorme aandacht die DSB en Scheringa via AZ krijgen.

Op commercieel terrein speelt AZ nog niet zo uitgekiend als op het veld. Er is de behoefte om sterke sponsors aan de club te binden. Er wordt al jaren geroepen dat het shirt vrij is voor een nieuwe hoofdsponsor. Maar de dominantie van Scheringa en DSB zitten in de weg. Zelfs commerciële hot shots als Joost Bellaart en Maarten Fontein, die bij Ajax de substantiële contracten met Aegon en adidas heeft gerealiseerd, lukte het niet om grote merken aan te trekken. Het is vergelijkbaar met de tijd dat Van den Herik regeerde bij Feyenoord. De dominantie van dat leiderschap verzwakte de commerciële aantrekkingskracht. Scheringa mag dus voorlopig niet stoppen bij AZ. Daar is ook geen sprake van. Zeker nu AZ Europa in gaat, wordt het alleen maar leuker, voor trainers, spelers, fans en de voorzitter. Maar zonder Dirk is AZ nergens.

Column verschenen in AD Sportwereld, 23 april 2009.