Over the World Series

Het seizoen van het Amerikaanse honkbal werd in de (Nederlandse) ochtend van 28 oktober beëindigd met een overwinning in Game 6 van de Los Angeles Dodgers. Het bracht de eindstand op 4 -2 voor het team dat door kenners als de grootste kanshebber voor het winnen van dit officieuze wereldkampioenschap honkbal voor clubs werd genoemd. Feest in Los Angeles, de stad waar ook NBA-kampioen LA Lakers is gehuisvest.

Covid-19 heeft grote invloed op het honkbalseizoen gehad. In plaats van de normale 162 wedstrijden speelden de clubs nu 60 wedstrijden in de reguliere competities, zonder de aanwezigheid van publiek. De Play-Offs werden met 16 (in plaats van 8) teams gespeeld in neutrale stadions. De World Series Finale werd gespeeld in het Globe Life Field in Arlington, Texas. Toeschouwers werden hier wel toegelaten: 11.500 in het stadion met een capaciteit van 40.000 zitplaatsen.

De financiële impact van het coronavirus is enorm: de eigenaren van de clubs lijden een verlies van meer dan $5 miljard, met name door het ontbreken van publiek en door verminderde sponsor- en media inkomsten. Normaal gesproken komen er 100 miljoen toeschouwers naar de wedstrijden van het honkbal.

Het financiële verschil tussen de twee finalisten is enorm groot. De Dodgers uit het rijke Californië hebben het op een na grootste salarisbudget in de MLB: € 92 miljoen. De Rays uit het kleine Tamp Bay, waar veel minder bedrijfsleven is en waar er normaal gesproken niet veel toeschouwers naar de wedstrijden komen, heeft het 28e budget van de 30 teams die de MLB vormen. Het is met € 24 miljoen slechts een kwart van het spelersbudget van de Dodgers.

Het geheim van de Rays is coach Kevin Cash, die op basis van statistieken en onderzoek naar de persoonlijkheid en sociale vaardigheden van spelers een bijzonder team heeft gesmeed dat enorm veel wedstrijden wist te winnen en in de play-offs onder meer de New York Yankees uitschakelde. Het verhaal van Cash lijkt op dat van Billy Bean, die ook met een klein spelersbudget en van Wall Street-geleende statistische inzichten een succesvol team bij elkaar bracht. Het is opgetekend in het boek ‘Moneyball‘ van Michael Lewis en later (gedramatiseerd) verfilmd met Brad Pitt in de hoofdrol.

De Dodgers stonden de laatste drie jaar twee keer in de finale maar wisten in 2017 (Houston Astros) en 2018 (Boston Red Sox) niet te winnen. De laatste keer dat de Dodgers de World Series wonnen was in 1988.

In de laatste wedstrijd was er nog een opvallend moment. Dodgers’ derde honkman Justin Turner werd in de achtste inning vervangen nadat bekend was geworden dat hij positief was getest op het coronavirus. Turner verscheen wel bij de prijsuitreiking, zonder mondkapje, wat uiteraard voor ophef zorgde.

In de MLB spelen negen Nederlanders, of beter gezegd inwoners van het Koninkrijk der Nederlanden. De op Curaçao geboren Kenley Jansen is een van de pitchers van de LA Dodgers. In 2016 tekende hij een vijfjarige overeenkomst voor een salaris van $ 80 miljoen. Het jaarsalaris van $ 16 miljoen is exclusief bonussen. Jansen is daarmee een van de beste betaalde Nederlandse sporters, Max Verstappen voert deze ranglijst aan met een inkomen dat, inclusief bonussen, meer dan € 25 miljoen bedraagt.

De gemiddelde speler in de MLB verdient $ 4.52 miljoen, meer dan het dubbele van het gemiddelde salaris is de NFL, de meest populaire sport in de VS. Baseball staat inmiddels op de derde plaats qua populariteit, NBA basketbal is de runner-up. Dat hoge gemiddelde salaris komt doordat de MLB een sterke spelersvakbond heeft en er geen salary caps zijn.

BNR Zakendoen #sporteconomie ging op 28 oktober over the World Series. In de uitzending was er ook kort aandacht voor honkbal in Nederland, waar de finale voor het nationale kampioenschap, Holland Series, door de overheidsmaatregelen helaas is stilgelegd. De podcast van de uitzending is terug te luisteren via deze link.

Het buitenbeentje

Als ik met marketeers van adverteerders spreek over sponsoring, krijg ik regelmatig het volgende te horen: ‘We krijgen staatssteun, we kunnen nu toch niet aan sponsoring beginnen?’. Of: ‘We moeten mensen ontslaan, dan kunnen we toch niet op het shirt van een voetbalclub gaan staan, een festival sponsoren of een maatschappelijk project ondersteunen?’. Ondertussen gaat men rustig verder met de inzet van tv-spots, promoties, Google Adwords, buitenreclame of andere marketingmiddelen. Het lijkt erop alsof sponsoring totaal iets anders is. Hoe dat komt? Angst voor discussie.

Sponsoring zorgt voor publicitaire aantrekkingskracht en zichtbaarheid. Sponsoring is niet het zenden van een eendimensionale boodschap, maar brengt het merk van de sponsor tot leven in het domein van de alliantiepartner (sport, kunst, cultuur, de maatschappij). Het gaat over onderwerpen waarbij mensen emotioneel zijn betrokken en waarover ze een mening hebben. Die voorname krachten van sponsoring (aandacht, zichtbaarheid, interactie, engagement) vormen tegelijkertijd de achilleshiel. Bestuurders van grote ondernemingen zitten in economisch moeilijke tijden niet te wachten op een openlijke discussie met medewerkers en publiek over de inzet van hun budget.

Er zijn genoeg marketeers die kansen zien. Want juist nu kun je met je merk verschil maken, bijdragen aan voorzieningen die onder druk staan, mensen laten ervaren waar je voor staat. Het vereist een bijzondere gereedschapskist aan vaardigheden om bestuurders te overtuigen. Je hebt daarvoor ervaring, vertrouwen plus een ijzersterk verhaal nodig waarmee je intern en extern duidelijk maakt waarom je in een partnership investeert, hoe je tot die keuze bent gekomen en wat, op basis van ervaringscijfers, het te verwachten rendement is. Zodat je kunt laten zien dat het het buitenbeentje een volwaardig lid van de familie is.

Deze column voor vakblad Sponsorreport is gepubliceerd op 27 oktober 2020.

Over de groei van esports

De groei van esports en gaming blijft zich onverminderd voortzetten. De introductie van FIFA21 zorgde voor een hoop nieuwsberichten. Ook investeerders tonen steeds meer interesse. Datzelfde geldt voor adverteerders, die videogames en esports onderdeel maken van hun digitale marketingstrategieën.

De game-industrie is een van de sectoren die een versnelling doormaken met dank aan het coronavirus. In het laatste halfjaar is het aantal streamende spelers en kijkers op Twitch verdubbeld dat dan ook de aandelenprijs zag stijgen.

Deze week presenteerde de KNVB een nieuwe entiteit: E_Oranje. Met een echte bondscoach, namelijk oud (Ajax) esporter Koen Meijland. In de leeftijdscategorie 12 -24 jaar zijn er meer jongeren die FIFA spelen dan voetballen. De voetbalbond wil deze doelgroep bedienen en ze nadrukkelijker betrekken bij de sport waar ze een band mee hebben. De bondscoach gaat het nieuwe Oranje formeren, o.a. met de beste vier spelers van de E-Divisie en spelers die op andere toernooien worden geselecteerd. De bondscoach maakt een selectie met FIFA-spelers maar ook met Pro Evolution Soccer-spelers. FIFA heeft een contract met EA Sports voor de FIFA-game, UEFA met Konami voor de PES-game (dat een marktaandeel van slechts 5% heeft). De bond is met allerlei partijen in gesprek voor dit nieuwe sponsordomein, waarin de bestaande partners niet automatisch meelopen. Op termijn wil de KNVB ook amateurverenigingen betrekken door het organiseren van evenementen op lokaal niveau.

Koen Meijland wordt ook de presentator van Next E-Talent, een Videoland-productie over Team Gullit. In zes afleveringen wordt het beste FIFA21-talent van Nederland gekozen. De winnaar wordt speler van het Team Gullit. Uiteraard zijn de game-skills belangrijk, maar de talenten worden ook getest op hun stressbestendigheid en moet ook kwaliteiten bezitten op het gebied van social media en publiciteit.

David Beckham ontvangt jaarlijks € 2 miljoen als ambassadeur van esports organisatie Guild. Deze Engelse venture wordt genoteerd op de London Stock Exchange en kondigde deze week een nieuwe sponsor aan, een nog nader te noemen fintech-bedrijf dat miljoenen gaat investeren in het team. Spelers van het team spelen FIFA, maar ook andere games zoals Fortnite, CS:Go en Rocket League, competities waar het bereik en het prijzengeld vele malen hoger zijn dan in het virtuele voetbal. De inkomsten van de onderneming moeten naast prijzengeld komen van adverteerders, sponsoring, memberships, merchandising en promotionele activiteiten.

Team Gullit concentreert zich op FIFA, E_Oranje op FIFA en PES en de spelers van Guild spelen meerdere spellen. Welke games teams competitief spelen, is afhankelijk van de strategie van de eigenaar. Voetbalclubs kiezen voor voetbal, maar er zijn er ook genoeg die juist voor andere games kiezen. Dat wordt gedicteerd door de doelstellingen van de esport afdeling: Waarmee is het meeste geld te verdienen? Welke doelgroep in welke continenten willen we bereiken? Hebben we kans om de top te behalen? Het wordt ook beïnvloed door de overname van teams en spelers, zoals Paris Saint-Germain dat al meerdere malen heeft gedaan. Op dit moment komen esports-teams van de Parijse club uit in competities van League of Legends, BrawlStars, DOTA2 en FIFA.

Ook een traditioneel spel dat al veel langer online wordt gespeeld, laat groeicijfers zien: schaken. Wereldkampioen Magnus Carlsen verwierf voor € 15.000 aandelen in de onderneming die sindsdien Play Magnus heet en verantwoordelijk is voor websites (Chess24, Chessable), tutorial videos en apps (Play Magnus) waar schaken geleerd en gespeeld kan worden. Play Magnus kreeg deze maand een notering aan de Noorse effectenbeurs en haalde een bedrag van € 27 miljoen op. De fondsen worden gebruikt om het merk en productenaanbod verder te versterken.

De esports wereld is enorm aan het versnellen en dat zorgt voor allerlei initiatieven. In Groot Amsterdam (Purmerend) wordt binnenkort de H20 Esports Campus geopend, een esports centrum van 10.000m2 waar gewerkt, vergaderd, getraind en gespeeld kan worden. Een gepland Zwift-kampioenschap kon vanwege de corona-maatregelen vooralsnog niet doorgaan in het door Rabobank gesponsorde Esports Stadium.

Door tegenstanders van gaming werd wel gezegd dat het verslavend zou zijn, tot geweld zou aanzetten en mensen inactief zou maken. Die bezwaren worden steeds minder aangevoerd. Het is dan ook niet moeilijk om te voorspellen dat steeds meer investeerders en adverteerders hun weg naar de sector weten te vinden.

Het winnen van een Golden Award bij The 2020 One Show, een Amerikaanse competitie voor creativiteit in reclame, zorgde voor een enorme hausse aan publiciteit over de Stevenage/BurgerKing-case. Een prachtig voorbeeld hoe een merk op een slimme manier de sponsoring van het laagst geklasseerde professionele voetbalteam in Engeland met behulp van FIFA20 omtoverde tot een succes voor merk en sales. De campagne werd uitgerold in 10 landen. Helaas niet in Nederland, dat met z’n ruim 1,5 miljoen FIFA-spelers toch een interessante markt is. Een gemiste kans, maar dat is het enige dat je op deze verder prachtige case kunt aanmerken.

In BNR Zakendoen #sporteconomie ging het op 21 oktober 2020 over de groei van esports. De podcast van de uitzending kun je terugluisteren via deze link.

Over sporters op een podium

Het Internationaal Olympisch Comité verbiedt sporters om nadrukkelijk hun mening te verkondigen tijdens de Olympische Spelen. In regel 50 van het olympisch handvest staat dat politieke en religieuze gebaren net als raciale propaganda niet worden getolereerd op de Spelen.

Sebastian Coe, voorzitter van de internationale atletiekorganisatie World Athletics en een prominent sportbestuurder, juicht het juist toe dat sporters het moment van de medaille-ceremonie gebruiken om de aandacht op misstanden te vestigen door bijvoorbeeld te knielen. De Brit vindt dat er ruimte moet zijn voor politieke uitingen. “Atleten zijn nu eenmaal onderdeel van deze wereld en ze willen uiting geven aan de wereld waarin ze leven. Voor mij is het helemaal prima als ze dat willen doen.”

De meest sportkoepels zoals FIFA en UEFA kennen soortgelijke verbodsbepalingen als het IOC, maar gaven blijk van begrip voor de wereldwijde protesten naar aanleiding van de dood van George Floyd.

In de Bundesliga werden spelers die aandacht schonken aan Black Lives Matter niet bestraft met bijvoorbeeld een gele kaart. Andere sportorganisaties besloten tot het uitbrengen van een gezamenlijk statement, zoals de Engelse Premier League waar alle spelers voor aanvang van de wedstrijd knielden. In de Formule 1 droegen alle coureurs een BLM t-shirt, maar was het een persoonlijke beslissing om wel of niet te knielen voor de race.

Het IOC wil niet speculeren over wat er gaat gebeuren als atleten volgend jaar tijdens de Spelen besluiten om bijvoorbeeld te knielen bij het volkslied. Men liet wel eerder dit jaar weten in gesprek te gaan met atleten naar aanleiding van de Black Lives Matters-protesten.  

In september riep de Braziliaanse beachvolleybalster Carol Solberg in een interview na afloop van een medaille-uitreiking “En om het niet te vergeten, weg met Bolsonaro.”. Het zorgde voor enorme discussie in Brazilië en de Braziliaanse volleybalbond dreigde met schorsing en een boete van € 15.000. Solberg zou met haar uitspraak de regels van de volleybalbond hebben overtreden, waarin sporters worden verboden hun mening via de media te uiten als die het imago van de Braziliaanse volleybalbond en sponsors kunnen schaden. Solberg kreeg uiteindelijk een berisping van het Braziliaans Hooggerechtshof voor Sportrecht. Opvallend was wel dat twee volleyballers en een voetballer die zich pro-Bolsenaro hadden geuit, niet werden beschimpt of bestraft.

Sport en politiek zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het organiseren van een groot sportevenement is vaak gebruikt om dictatoriale regimes te promoten. De Spelen zijn ingezet in discussies over oorlogen en conflicten. Sporters gebruikten al eerder het podium van de Spelen om aandacht te trekken voor een maatschappelijke kwestie, met het Black Power-gebaar van Tommie Smith en John Carlos tijdens de Spelen van 1968 als het meest bekende voorbeeld. Het werd een wereldberoemd moment dat het IOC paradoxaal genoeg ook zelf gebruikt ter promotie van de Olympische Spelen.

Sporters zijn rolmodellen en kunnen mensen inspireren en ook aandacht trekken voor ‘een zaak’. Of dat een goede of slechte zaak is, is aan het oordeel van de sporter. Zij hebben tal van mogelijkheden om hun mening te verkondigen. In interviews, persconferenties en op social media bijvoorbeeld. Zoals LeBron James dat deed in een post-match interview na afloop van de NBA Finals waarin hij dieper inging op zijn standpunten over Black Lives Matter. Volgens James gaat het om ‘strenght in numbers’: als je het samen doet, kun je echt iets veranderen. Ook sponsors verkondigen steeds vaker hun mening en houden zich, anders dan enkele jaren geleden, niet langer afzijdig van maatschappelijke kwesties.

Is een podium-ceremonie tijdens de Olympische Spelen ook zo’n uitgelezen moment? De geschiedenis leert van wel (zie 1968). Toch ben ik van mening dat het IOC moet voorkomen dat de medaille-ceremonie de plek wordt voor allerlei politieke, religieuze of maatschappelijke uitingen. Voordat je het weet, wordt het een ratjetoe van allerlei particuliere meningen, hoe wezenlijk die soms ook kunnen zijn.

Laat het Olympische podium de plek zijn voor inspiratie en verbinding in plaats van aanleiding te geven voor de steeds verder toenemende intolerantie, polarisatie en haat. Uiteraard moeten kwesties aan de kaak kunnen worden gesteld en moet iedereen zijn mening kunnen verkondigen. De sport (atleten, teams, bonden, sportkoepels, fans, sponsors) heeft genoeg kanalen en momenten, ook tijdens de Spelen, om haar mening te verkondigen en verschil te maken.

In BNR Zakendoen #sporteconomie ging het op 14 okober 2020 over sporters op een podium. De podcast van de uitzending is terug te luisteren via deze link.

Over thuis sporten

De mondiale fitnessmarkt had in 2019 een wereldwijde waarde van $17,9 miljard en een voorspelde groei naar $ 62,1 miljard in 2025. Het zijn cijfers van Research N Reports die zijn opgemaakt voor de coronacrisis, recente cijfers laten zien dat de ontwikkelingen veel sneller gaan. Daar waar sportscholen en sportverenigingen negatief zijn geraakt door de consequenties van het virus, is de markt van het thuis sporten enorm gegroeid.

Mensen zijn meer gaan sporten in en rond het huis en de afgelopen maanden liet een enorme stijging zien in de verkoop van apparatuur voor in huis, fitness apps, streaming services, wearables en connected devices. In de Verenigde Staten werd er in de eerste acht maanden van het jaar voor $2,2 miljard aan producten verkocht, 73% meer dan dezelfde periode een jaar eerder. Ook Facebook en Instagram Live zagen een stijging van respectievelijk 75% en 520% van live video’s geproduceerd door fitness partijen. Ook het Nederlandse Fitchannel, in 2017 opgezet door Winston Gerschtanowitz, zag zijn klantenbestand substantieel toenemen in de afgelopen maanden.

De algemene groei zorgt ook voor een doorbraak van innovatieve producten, vooral in de vorm van schermen die een uitgekiend fitness aanbod bieden, zoals Peloton, Tonal en Mirror. Naast het apparaat kun (moet) je ook een abonnement afnemen voor persoonlijke begeleiding en op maat gemaakte programma’s.

Er zijn ook sectoren die meeliften op het succes van het thuis sporten. Zo is er een stijging in de verkoop van sportdrankjes zoals Gatorade. De instructeurs van de programma’s groeien uit tot celebrities. Personal trainer Tunde Oyeneyin van Peloton tekende een contract met Wasserman, het marketingbureau voor atleten dat nu dus ook een ‘subscription-based fitness instructor’ in de gelederen heeft.

De fitness markt is ontdekt door marktpartijen en investeerders die de enorme potentie van verdere groei zien en hun positie in deze lucratieve markt willen vergroten. Google nam Fitbit over voor $ 2,1 miljard, sportmerk Lulumon kocht Mirror voor $ 500 miljoen, Amazon ontwikkelt samen met Echelon een eigen thuisfiets, Apple zet vol in op gezondheid met het Apple Fitness+ programma waarbij de Apple Watch een belangrijk instrument is. Ook Tonal haalde meer dan $ 110 miljoen aan nieuw kapitaal op bij investeringsmaatschappijen en privé-investeerders, waaronder beroemde atleten als basketballer Stephen Curry en golfster Michelle Wie die uiteraard ook worden ingezet als ambassadeur. Het digitale fietsprogramma Zwift verwierf $ 450 miljoen van investeerders. Het bedrijf heeft inmiddels 2,5 miljoen accounts in 190 landen.

Wereldwijd gaan er zo’n 200 miljoen mensen naar de sportschool. In Nederland zijn dat er normaal gesproken 3 miljoen mensen tussen de 12 en 79 jaar, waarbij er de laatste jaren vooral een groei te zien is geweest onder groepen die eerder ondervertegenwoordigd waren: mannen, 65-plussers en personen met lagere inkomens (bron: Mulier Instituut).

Covid-19 heeft de sector enorm onder druk gezet. Sportscholen kwamen met alternatieve programma’s (buiten en virtueel sporten), ook sportbonden en NOC*NSF/TeamNL zetten hun atleten in met oefeningen die online en via social media worden verspreid. Het versterkt ook de opkomst van ‘georganiseerd ongeorganiseerd sporten’ zoals het voetbalaanbod van bijvoorbeeld Footy.

De tweede Covid-19 golf zet de sector opnieuw onder druk. In een Amerikaans onderzoek zegt 59% van de abonnees zegt hun lidmaatschap niet te zullen verlengen (bron: TD Ameritrade). Sportscholen proberen dit op te vangen met alternatieve programma’s en het ‘bevriezen’ van het lidmaatschap tot er betere tijden aanbreken.

In en om het huis sporten zal de komende maanden blijven toenemen met apparatuur en persoonlijke trainingsprogramma’s als belangrijke stimuli. Die apparatuur is overigens niet bepaald goedkoop (in de uitzending zei ik abusievelijk ‘niet duur’). De apparaten van Peloton kosten $ 2.500 met een begeleidingsprogramma waarvan de kosten $ 39 per maand bedragen. Het apparaat van Tonal kost $ 3.000, ook hierbij moet je een maandelijks programma afsluiten. Mirror kost $ 1.500 plus een abonnement. Apple Fitness+ gaat $ 9,99 per maand kosten, maar daarvoor heb je hun devices en zeker een Apple Watch bij nodig. De fiets van Amazon wordt voor $ 499 in de markt gezet. Fitchannel rekent voor een jaarabonnement € 129,48.

De cijfers van Mulier Instituut laten zien dat fitness vooral een sport voor hogeropgeleiden is, wat ook geldt voor deelname aan sport in het algemeen. In 2016 was het aantal hoger opgeleiden dat aan fitness deed ruim twee keer zo groot als het aantal lager opgeleiden. Wel is de groep sporters met een lagere opleiding sinds het begin van deze eeuw iets sterker gegroeid, mogelijk doordat er meer goedkope sportscholen zijn.

Hoe mooi zou het zijn als de georganiseerde sport juist mensen die door financiële of andere omstandigheden minder toegang hebben tot sport weet te bereiken met laagdrempelige, corona-proof programma’s.

Op 7 oktober 2020 ging de uitzending van BNR Zakendoen #sporteconomie over thuis sporten. De podcast van de uitzending onder leiding van Thomas van Zijl kun je beluisteren via deze link.